…
Dus indolen zijn zinkgaten.
– Indolen?
Ja, dat zei je net.
– Nee, ‘doline’ zei ik net. Niet ‘indolen’! Een indool is een of andere bicyclische chemische structuur. En we hebben het hier over geomorfologie. Dolines!
Dus dolines zijn gewoon zinkgaten?
– Ja. Eh, nou, nee. Dolines zijn zinkgaten, maar niet per se andersom.
Ah, een synecdoche!
– Synecdoche? Wat? Dat je ‘dolines’ en ‘indolen’ verwisselt?
Nee, natuurlijk niet. Nee, dat een doline altijd een zinkgat is, maar een zinkgat niet altijd een doline. Zo’n ‘pars pro toto’-ding. Toch?
– Dat is geen synecdoche. Een synecdoche zou het hooguit zijn als je het over dolines hebt, terwijl je het karstlandschap bedoelt.
Eh… Karstlandschap?
– Ja, je weet wel, een gebied met kalksteen aan de oppervlakte, dat dan verweerd is en nog een potje verder verweert met alle al dan niet geile gevolgen van dien…
Metonymie!
– Wat heb je nou weer?
Nou, dat het een het ander is, maar het ander niet het een, dat heet een metonymie. Niet synecdoche, maar metonymie!
– Je bazelt. Het is geen metonymie en geen synecdoche! En het is trouwens op eenzelfde manier hetzelfde als ‘zinkgat’ en ‘doline’. Een synecdoche is namelijk een metonymie, maar niet per se andersom. Maar blijf jandosie bij de les, flipmans.
Ik wil gewoon weten hoe het heet. Ik ben er helemaal door gefascineerd nu. Het moet toch wel een naam hebben?
– Volgens mij heet het gewoon een drogreden. Een deductiefout. X is y, dus y is x. Van mij mag het ‘kromme generalisatie’ heten.
Ja,ja. Zit er eigenlijk veel zink in die kalk?
– Zink in die kalk? In welke kalk zou er dan zink moeten zitten?
Nou, in dat landschap met die karsten. Met die zinkgaten. Met die indolen…