Voorbindbillen II: grote kleine teen


LAATSTE SCENE: AVOND, KAMER.
Wouter zit op de bank en leest het boek getiteld ‘De Pseudodraagbare Wittgenstein’. Zijn vriendin Joske zit naast hem in een lingeriecatalogus te bladeren.
WOUTER (zucht) Weet je wie vandaag hier weer langskwam?
JOSKE (bladerend) Peter?
WOUTER Ja, alweer. Moeilijk raden, hè? Maar eerst nog kwam de verwarmingsmonteur me storen. We hebben een laagrendementsketel, blijkbaar. Geeft meer licht dan warmte. Of zoiets. Met dat gekloot van de mensheid kom ik natuurlijk nooit aan lezen toe!
JOSKE (bladerend) Ach, het is een aardige jongen, die Peter.
WOUTER Ja, maar zo godsgruwelijk dom, en sinds hij die medicijnen rondbrengt voor die apotheek waar die zus van Sanne werkt, komt hij als de kwaddelvorming in zijn nek gewoon veel en veel te vaak langs en g…
JOSKE (interrumpeert, bladerend) Susu, rustig jongen, dan doe je toch gewoon niet open als je dat weet.
WOUTER Ik denk daar niet aan als ik aan het werk ben. Dat is toch ook geen leven, altijd maar op je hoede moeten zijn omdat anderen je anders in je rust en of bezigheden storen?
JOSKE (bladerend) Hij heeft een moeilijke tijd gehad. Dat moet je niet vergeten!
WOUTER Hij ís een moeilijke tijd! Alle tijd die je met hem doorbrengt is strontvervelend. Hij meent dat Francis Bacon films maakt! Op een door God gegeven moment ging hij mij uitleggen wat sociale zekerheid betekent! Toen hij klaar was met zijn uitleg, toen hij zich niet meer kon herinneren wat hem die ochtend verteld was, vroeg ik hem of hij zich met zekerheid kon neerleggen bij het vertelde. Dat snapte hij natuurlijk niet. Hij zat me alleen maar aan te kijken met zijn grote kop.
JOSKE (bladerend) Die arme jongen.
WOUTER Arme jongen? Mijn betoogjes begrijpt hij nooit! Het lijkt soms wel of hij rechten heeft gestudeerd! Hoe komt hij er dan bij dat hij iets zou weten dat ik niet weet? Zekerheid is star. Onveranderlijk. Zij die voor zekerheid kiezen, kiezen voor stilstaan, vaststaan. Vast en zeker! Mij moet Peter geen verhaal vertellen dat hij zo’n ontzettend leuke en ondeugende losbol is en me daarna lastigvallen met het herhalen van een sullig uitlegje van een stompzinnige term. In de tijd dat ik eigenlijk moet werken! Sorry hoor, maar ik ga hem een verhuisbericht sturen. Ik schrijf wel dat we geëmigreerd zijn naar Zuid-Jemen of iets in die contreien. Of Landië. Hij gelooft gegarandeerd dat dat bestaat.
JOSKE (bladerend) Wouter, doe nou niet zo flauw.
WOUTER Gelijk heb je. Emigreren is een veel te moeilijk woord voor Peter. Verhuizen is beter.
Wouter pakt een pen en een blocnote en begint te schrijven. Joske naast hem op de bank, blocnote op zijn knieën. Na een paar zinnen krabbelen scheurt Wouter het vel papier af en houdt dit voor Joskes neus.
JOSKE (eerst Wouters briefje even lezend, daarna weer bladerend in haar catalogus) Dat ga je toch niet echt opsturen?
WOUTER Ik zal wel moeten. Die jongen heeft helemaal niet door dat hij al mijn kostbare tijd verdoet! Als hij dan eindelijk weg is, loop ik me nog uren op te vreten van ellende. Bel jij Sanne anders even? Of Sanne hem thuis vastbindt of opsluit in de kelder of…
De deurbel gaat.
JOSKE (opkijkend) Je raadt nooit wie ik vanavond uitgenodigd heb…
Wouter staat langzaam op en loopt richting kamerdeur.
JOSKE (een ezelsoor vouwend) Ga jij de deur opendoen?
WOUTER (kalm) Nee, ik ga naar boven, een lekker warm bad nemen. Misschien ga ik me ook even scheren in bad. Ik neem voor de zekerheid maar wat scheermesjes mee. (zingend) Dag, wellnessbelt! Dag, wellnessbelt!


Lees ook het eerste deel: Voorbindbillen I: kleine grote teen

Voorbindbillen I: kleine grote teen


EERSTE SCENE: DAG, KAMER.
Wouter zit aan zijn bureau en leest een boek getiteld ‘De Pseudodraagbare Wittgenstein’. De telefoon rinkelt.
WOUTER Hallo, Wouter hier! (er klinkt niets aan de andere kant van de lijn) Hallo? Hallo met Wouter…Hallo? Bel dan ook niet! (Wouter hoort eindelijk wat en luistert naar de communicatieklant) Mmh…eh, nee die is naar-die is eh…ik weet niet, maar die is weg. (er wordt Wouter nog wat verteld en gevraagd) Mja, mja-zal ik…ja-zal ik doen. Dag-dag.
Wouter gaat weer naar zijn werkplek en gaat zitten. Dan gaat de deurbel. Wouter staat op om open te doen. Hij opent de voordeur en ziet zijn vriend Peter staan.
PETER Hallo!
WOUTER Ja, goeiedag, wat kom je doen?
PETER Ik was in de buurt.
WOUTER In welke buurt?
PETER Nou hier, in deze-in jouw buurt, zo te zeggen.
WOUTER En je dacht: laat ik Wouter maar weer eens even vervelen.
PETER Nou-eh, ja, ik dacht, ik ga-ik moet jou weer even zien. Kunnen we wat praten en zo!
WOUTER O ja? Waarover dan? Met jouw intelligentie moet het leven wel heel makkelijk zijn, hè, Peter? Ik was in de buurt! Zal ik onthouden volgende keer als ik Sanne tegenkom. Ja, ik had toevallig een stijve, dus ik dacht ik stop ’m er even in, tjongejonge.
PETER Ha, ja. Zal ik binnenkomen?
WOUTER Dat vreesde ik al. Toe maar dan, zo vaak zie ik je ook weer niet, met andere woorden: je hebt maar geluk dat ik niet zo assertief ben.
PETER Assatief?
Wouter sluit de deur en gaat voor de kamer in. Peter loopt meteen door naar Wouters bureau en ziet het boek liggen, dat Wouter aan het lezen was.
PETER Wat was je aan het doen? Was je dit aan het lezen?
WOUTER Ja, ik moet een artikel over Wittgenstein schrijven.
PETER Daar heb ik Sanne weleens over horen vertellen.
WOUTER O ja? Hoe is het met Sanne?
PETER Bijna klaar is ze. Bezig met ’r afstudeerproject. Net zoiets als Wittgenstein, maar dan geen striptekeningen. Van die opgeblazen, sterk vergrote ansichtkaarten schildert ze. Best wel tof.
WOUTER Ah, dan begrijp ik het. Ze heeft het vast over Lichtenstein met je gehad dan. Ik heb een ezelsbruggetje voor je: Wittgenstein rijmt op filosoof, Lichtenstein op schilder.
PETER Jaja-ik dacht dat je dat net ook zei: Lichtenstein.
WOUTER Vast, en dat is ook zeker wat je net op de kaft van dat boek las, toch?
PETER Eh-ben je al ver in het boek?
WOUTER Nou, het schiet niet zo op. Ik word namelijk steeds weer gestoord. Door de telefoon of mensen die langskomen. Buiten dat vind ik het vrij stugge kost. Het kost me wel een kwartier per bladzijde.
PETER Misschien kan ik je wel helpen.
WOUTER Ja, dat zou je moeder trots maken, haha!
PETER Waar gaat het over?
WOUTER Hahaha, jongen wat kun jij een vragen stellen, zeg. Duidelijk dat jij vier oudere broers hebt. Maar je kunt me wel helpen…
PETER O-ja? Hoe dan? Vertel, vertel!
WOUTER Let op! Eens in de zoveel tijd sla ik, als ik niet van mijn werk gehouden word door het een of het ander, een bladzijde om, en dan – nu komt het, let op – en dan denk ik: wat is een bladzijde?
PETER Ja?
WOUTER Nou, dat is de vraag dus: wat is een bladzijde?
PETER Hoe bedoel je?
WOUTER En jij wil mij helpen?
PETER (kijkt, spelend met zijn wenkbrauwen) Eh-ja?
WOUTER Oké, sorry, ik bedoel: wordt met bladzijde het hele blad bedoeld of alleen de zijde van een blad? Ik bedoel: elk blad heeft twee zijden, maar niemand kijkt raar op als je spreekt over het omslaan van een bladzijde, iets wat volgens de andere definitie dus niet kan, snap je?
PETER Mh?
WOUTER Eh-tis net zoiets als met boterhammen. Als ik honger heb pak ik twee boterhammen, doe daar wat kaas of vlees zo je wil tussen en eet dat geheel op. Dan eet ik een boterham, zie je? Ik bedoel: als ik zeg dat ik drie boterhammen heb gegeten, bedoel ik eigenlijk dat ik zes boterhammen heb gegeten, snap je? Het probleem van de dubbele boterham.
PETER Ja-ja, ik eet ook altijd twee boterhammen per keer!
WOUTER En?
PETER Meestal met kaas én vlees!
WOUTER Nee, maar zeg je dan dat je één boterham eet, of twee boterhammen?
PETER Nou twee, dat zei ik net, met kaas én…
WOUTER En vlees ja. Maar je wilde mij toch helpen, dirk-poep-in-’t-handje? Je hebt er weer geen flikker van begrepen wat ik zojuist trachtte uit te leggen. Weet je wat, Peter? …
PETER Wat?
WOUTER (hand op zijn voorhoofd leggend) Ik had mijn laatste zinnetje misschien beter nog vragender kunnen stellen met wat andere variaties op de intonaties, maar goed, laten we in plaats van bladzijde het maar for your sake over pagina hebben, dat rijmt tenminste op vagina, hè, Peter?
PETER (lacht) Nou ja, jij bent het boek aan het lezen. Ik niet! Bovendien moet ik me er nog in verdiepen. Maar schrijft die Lichtenstein over eten dan?
WOUTER (zucht) Eh…wil-eh, wil je misschien iets drinken?
PETER Lekker!
Wouter loopt naar de keuken.
WOUTER (nauwelijks verstaanbaar vanuit de keuken) Iets vloeibaars?


Lees ook het tweede deel: Voorbindbillen II: grote kleine teen