Winkelfietsen

shopbike
Ze hebben het wel mooi op de kaart gezet, dat winkelfietsen!
Hier heb ik nog een foto van hen. Kijk, ze wijzen alle drie naar een onleesbare klok. ‘Rond deze tijd slapen wij altijd,’ zeiden ze bij het maken van de foto, kan ik me herinneren.

Ah, musketiers waren het, Johan Klein Breteler, Adrie van Bolderen en Gerrit Kegelaer. Ze kenden elkaar nog van de Pietclub. Dat was natuurlijk in de tijd dat je niet per se meer Piet hoefde te heten om lid te worden van de Pietclub. Gerrit was de eerste die maar al te gretig van de statutenherziening gebruikmaakte. Dezelfde dag werden Johan en Adrie ook lid. Er groeide een vriendschap. Johan, Gerrit en Adrie volgden namelijk alle drie altijd hun hart. En hun hart zat bij alle drie links. En zo gingen ze dus altijd dezelfde kant op en kwamen ze elkaar keer op keer tegen. Dan leer je elkaar kennen, zeg maar. Maar dat niet alleen, je leert elkaar ook waarderen. Zo had Johan het tamelijk ontroerend verwoord tijdens een speech bij het huwelijk van Flip en Chantal. Prompt werd Johan uit feestgelegenheid Ut Pumpke gegooid. Flip kon het immers niet waarderen dat er iemand door zijn speech heen zat te praten. Op zijn trouwfeest nog wel! Enfin, Gerrit en Adrie volgden Johan toen en verlieten ook Ut Pumpke. Dat deden vrienden vroeger.

Maar goed, winkelfietsen, daar hadden we het over. Adrie was ermee begonnen. Hij fietste eerst in het bos. Zelf noemde hij het liever off-the-road-cross-country-mountainbiken, want Engels vond hij een mooie taal. Maar het bos begon hem tegen te vallen. Wandelaars zagen de sporen van zijn voorgangers al en gingen steeds meer aan de kant. Het verrassingseffect was weg, zeg maar. Adrie maakte weleens mee dat hij echt het hele weekend tussen de bomen aan het biken was zonder ook maar een kind of zelfs een hond aan te rijden. En ja, dan is de lol er uiteraard wel snel af. Bij de kapper stelde Johan Adrie toen als grap voor om voortaan de mensen op te zoeken en in winkelcentra te gaan toeren, en mede omdat Adrie geen enkele vorm van humor had ging hij dat het volgende weekend ook echt ten uitvoer brengen. Met tot ver buiten de lendenen een delicieus resultaat, mag gezegd worden. Adrie was vanaf die ervaring geen vrij moment meer met zijn fiets uit shopjes, supermarkten en warenhuizen weg te slaan.
Door de nieuwe levenskracht die Adrie via onder andere al zijn gaten uitstraalde was het aantal woorden dat hij daarnaast nog nodig had om zijn kornuiten van het genot van shopbiken te overtuigen beperkt en zelfs op tien wielspaken te tellen. Johan en Gerrit kochten een fiets en vanaf die transacties waren ze met z’n drietjes iedere mogelijkheid in de binnenstad te vinden. Als bezetenen! En dat mocht ook wel. Voor die tijd waren ze namelijk altijd maar bezig met werk, werk, werk. Zelfs tíjdens het werk waren ze vaak nog aan het werk. Vooral Johan, want die sms’te dat dan de hele dag door aan zijn twee maten. Tot ze shopbiken ontdekten dus. Daarna stond feitelijk alles in het teken van de wielen en de pedalen, in het zicht van een kassa. Gerrit was zelfs zo fanatiek dat hij voor zijn pasgeboren kleinzoon meteen al een fiets kocht. Nou ja, fiets: een heel kleine step voor ons, een gigantische fiets voor het mensenkind.

Bedenk dus, dat dat winkelfietsen (of “shopbiken” dus, waar shopbikers het eigenlijk liever over hebben) nu zo populair is, is vooral te danken aan onze drie vrienden Johan, Adrie en Gerrit, zoals wij hierboven hebben kunnen lezen. Toch waren zij niet de eersten. Nee, de Franse dichter, hobbydrinker en beroepshomo Arthur Rimbaud was een van de voorvechters van het winkelfietsen in de 19de eeuw en hij verwees er ook veelvuldig naar in zijn werk. Helaas werd en wordt vaak nogal slordig met zijn oeuvre omgegaan waardoor de verschillende verwijzingen naar de sport in zijn gedichten nogal eens zijn kwijtgeraakt.
Onlangs werd bijvoorbeeld achterhaald dat er in het gedicht Le Bateau Ivre nog een laatste zin hoort te staan: Mais c’est mieux avec mon vélo dans un magasin.
Andere, door achteloosheid zoekgeraakte en daarna weer teruggevonden zinnen over winkelfietsen van Rimbaud zijn:
Je fais du vélo, pas sur le marché, mais dans une boutique serré;
Je vois un magasin? Rapidement, mon vélo!;
Donne moi une bicyclette, donne moi un bazar.

Verschil met Rimbaud en de vrienden Johan, Adrie en Gerrit is dat eerstgenoemde moeite had met het raken van mensen en slechts een gemiddelde had van vier aanrijdingen per uur. Gerrit haalt makkelijk de acht en Johan en Adrie komen op een goeie dag toch wel op zeven.