En het plebs zal er nooit, nooit en nooit achterkomen

kashmirPay Foon kon zijn geluk niet op. Nooit eerder was hem gevraagd iemand te vertegenwoordigen en al zeker niet een blanke.
Blanken waren sowieso schaars in zijn familie. Ok, zijn oma was ooit verkracht door een blanke, maar daar kwamen geen kinderen van. Zijn oma liet zich in die tijd wel elke week door iemand verkrachten. Het is in feite knap dat ze daar niet echt iets aan overgehouden heeft. Behalve Pay Foons vader dan.
Pas sinds een week of zes werkte Pay Foon nu bij De Nederlandse Bank. Beetje post rondbrengen was zijn taakje. Niks bijzonders. Maar hij deed het blijkbaar erg goed, want vanaf volgende week stond zijn agenda helemaal vol met het ontvangen van internationale bankiers en politici.
Het begon allemaal zo.
Afgelopen maandag nodigde de president-directeur Dr. Nout Wellink Pay Foon uit in zijn kantoor.
“Zo, daar bent u meneer Foon!” zei Wellink.
“Ach, zegt u maar gewoon Pay, hoor, dr. Wellink,” zei Pay.
“Ok,” zei Wellink, “maar dan wil ik dat je mij Nout noemt. Deal?”
Pay knikte.
“Ga zitten,” zei Wellink en ging zitten. “Pay, je weet dat we hier allemaal stronthard werken. Jij bent daar een dondersgoed voorbeeld van.”
“Ik doe mijn best, meneer,” zei Pay.
Ik doe mijn best, ik doe mijn best? Ik werk me de pest! zul je bedoelen,” lachte Wellink.
Pay glimlachte wat ongemakkelijk terug.
“Nee, Pay, wij bankiers hebben het maar zwaar te verduren de laatste maanden, of niet?” Wellink keek Pay strak, maar toch redelijk sympathiek aan.
“Kijk, en nou hebben mijn directieleden en de divisiedirecteuren de komende weken even geen tijd. Even rust! Stond al meer dan een jaar zo gepland,” zei Wellink wat vuriger. “Maar houdt iemand daar rekening mee? Nee hoor!”
Pay kreeg een gênant gevoel dat hij daarvoor nog nooit had gehad.
“Pay, ik zal het kort maken,” zuchtte Wellink. “Pay, wij hebben maar een paar keer per jaar een maand vrij. En we zoeken eigenlijk iemand representatiefs die onze bank kan vertegenwoordigen. Gewoon een paar buitenlandse investeerders ontvangen, een paar linkse politici… Dat soort mensen. Formaliteitje eigenlijk. En de voltallige directie dacht meteen aan jou!”
Pay leefde op.
“Dus als je hier even tekent en de komende weken gewoon blijft herhalen dat je overal achterstond en zo, dan krijg je als ik terugkom een slagroomtaart van me,” bulderde Wellink.
“U bent te aardig,” zei Pay.
“Ik weet het,” zei Wellink. “Was er nog post?”

PS: Pay kende Michael Jackson van nummers als ‘Ben’ en ‘Thriller’.