Verboden voor en/of na homo’s

Duidelijk zo?
Als je gewaarschuwd bent door een gewaarschuwd man, ben je in feite twee keer gewaarschuwd. Minstens!
Er is nogal wat onduidelijkheid over of er verder verband bestaat tussen het aantal waarschuwingen dat je krijgt en het aantal mannen waar je dan voor telt. Als je twee keer gewaarschuwd bent, tel je dan voor vier? En als je drie maal gewaarschuwd bent, tel je dan voor zes (2 + 2 + 2) of voor acht (2 x 2 x 2)? Of blijf je gewoon voor twee tellen ongeacht het aantal waarschuwingen dat je krijgt?

Niet alleen frappant is het, maar ook opvallend en misschien zelfs opmerkelijk dat een uiting als ‘een gewaarschuwd man telt voor twee’ zo ingeburgerd is, terwijl ze juist meer vragen oproept dan antwoorden geeft.

Geen wonder dat er steeds meer stemmen zijn die kreunen om een herwaardering van onze uitdrukkingen. In vergetelheid geraakte gezegden krijgen daarbij ook welverdiende aandacht en dan hebben we het niet over flauwigheidjes als ‘als de kut van huis is, dansen de meisjes op tafel’. Zowel in de jaren negentig (vorige eeuw) als in Huize Vorvolaka werden prachtige zegswijzen gebruikt die van de ene op de andere dag verzwegen werden. Neem nu een juweeltje als ‘hij heeft zeker een wc in zijn zwembad’. Nu zijn er natuurlijk altijd meer puisten dan uitdrukkingen, maar deze is zeker rijp en opvallend. De spijker op z’n kop. Je vraagt je af waarom er geen gebruik meer van gemaakt wordt. Een vergane frase van gelijke strekking: ‘nou, die heeft zijn zuignap in de bovenste la liggen’. Nergens hoor je die meer en dat terwijl meer dan de nuance zo pakkend, zo treffend is.

Is het niet uitermate bevredigend om een kist vol geslepen gereedschap tot onze beschikking te hebben als we willen vertellen dat iemand zo gek als de som van zijn delen is? Waarom zouden we ons blijven behelpen met vergelijkingen met deuren en dergelijke?

Wij pleiten derhalve – en met wij bedoel ik dan ik – voor een heropleving van vergeten spreekwoorden en gezegden als ‘voor speler A t/m V is het veld even nat’, ‘het varken weet echt wel hoe zijn krul draait’ en ‘hij heeft de stront aan zijn nieren hangen’. Gebruik ze gewoon eens een volgende keer als je bij de kapper bent. Of bij je tante. Of misschien is jouw tante wel kapper. In dat laatste geval heb jij een ideale situatie om eens te testen of de kracht van de herhaling inderdaad zo sterk is.

Het niet in het bezit zijn van doekjes of er op andere manieren geen toegang toe hebben is vaak de reden dat men ergens geen doekjes om kan winden.

Dat is zo. Misschien is het nu nog onduidelijk, maar vroeg of laat krijg ik klein gelijk!