Vallen en opstaan

“Dit is waar wij Nederlanders goed in zijn!” hoor je de godganse tijd tijdens elke telethon. En dan wordt bedoeld: ‘goed in aflaten kopen’, ‘goed in geld weggooien’, ‘goed in de eigen economie te kakken zetten’ et cetera, et cetera…
Maar ik durf te beweren dat onverantwoord met geld omgaan niet het enige is waar Nederlanders goed in zijn. Nederlanders staan namelijk ook internationaal bekend om hun vaardigheid in het vangen van palingen.

Palingen zijn rare vogels. Palingen zijn eigenlijk helemaal geen vogels, al dacht Dirk van Vroetinghe van wel. Volgens Dirk moesten palingen wel vogels zijn, want welk ander dier zou helemaal van bijvoorbeeld het IJsselmeer naar de Sargassozee zwemmen om daar te paaien, zo stelde Dirk. Later toen bleek dat hij echt helemaal niks kon, werd Dirk accountant, maar dit geheel terzijde.

Van paling zijn werkelijk de heerlijkste gerechten te maken. ‘Paling met tuinbonen en risotto van eekhoorntjesbrood’ is een aanrader, maar ook ‘gebakken paling met kruidenkorst uit de oven, begeleid door fondant aardappeltjes en saus van sherry en salie’ doet uw gasten watertanden. Reken maar van yes.

Voor de paling gegeten kan worden is het eerst zaak het beest te doden. Niet zozeer dat de paling pijn zou lijden tijdens het roken, bakken of koken als hij nog levend is, maar meer omdat het een taaie, stugge rakker is die er doorgaans geen enkele zin in heeft om in een gerecht verwerkt te worden. En zo’n glad en schokkend wezen in de keuken maakt het kokkerellen natuurlijk verdomd lastig!

Vaak wordt de paling gedood door elektrische schokken. Erg duur natuurlijk. Over het algemeen kan men stellen dat de paling erg slecht kan tegen het leven zonder kop. Dus met een simpel (eventueel bot) mes kun je de paling laten slapen bij de vissen.

Maar even terugkomend op dat geweldige palingvangtalent van de Nederlanders: voor je de paling kunt eten, moet je hem eerst doden, maar voor je de paling kan doden, moet je heb natuurlijk eerst vangen! En paling vangen dat is waar wij Nederlanders goed in zijn. De beroemde palingvanger (en broer van Dirk van Vroetinghe) Simon Calfsnaaijer – ja, ze hebben een andere vader en een andere moeder – schreef er een interessant, achtentwintig pagina’s tellend boek over, getiteld ‘Anguilla anguilla (A fish so nice, they had to name it twice!)’. In het nawoord herhaalde hij nog even bondig waar het schrijven over ging.

“Paling vangen is eigenlijk vallen en opstaan. Dat zijn de twee belangrijkste technieken. Je kunt of een val zetten voor de paling of je kunt gewoon op de paling gaan staan. Dat laatste vereist iets meer oefening.”

Hoe dan ook, wij Nederlanders mogen trots zijn!