Het was al lang onrustig bij Bottleneck International Inc. toen Kevin de foetus als crisismanager werd aangesteld. De flessenhalzenmultinational had de laatste tijd te maken met een groeiende en onverwerkbare stroom negatieve publiciteit.
Het allereerste dat Kevin in zijn maagdenweek bij Bottleneck Int. Inc. deed was op vrijdagmiddag de werknemers toespreken: “Luister kotsvangers, de klad zit in ons geliefde Bottleneck International. En dan zeg ik: godverdomme, pisnichten, godverdomme! Om de haverklap zijn er ziekmeldingen. En, beste prostaatmelkers, daar is die haverklap helemaal niet voor bedoeld. Als dat nog langer zo doorgaat, schaffen we de haverklap gewoon af! Verder is het zo simpel als een kittelaar. Kwa marketing gaan we ons alleen nog maar richten op de vrouw. Het is per slot de man die werkt en zijn tietenbeest die de flessen naar de glasbak brengt! En, o ja, elk proces zal voortaan verlopen via het door mijzelf ontworpen dertienstappenplan: 1. balletje opgooien; 2. ergens heen wijzen; 3. hopen; 4. al dan niet communiceren; 5. nog een keer hopen; 6. pauzeren; 7. terugkoppelen; 8. analyseren (en daar om lachen); 9. plannen; 10. sjeffen; 11. evalueren; 12. verankeren; 13. gepast afsluiten met een gezellige orgie. Ik noem dit ook wel het 8P-systeem, omdat er namelijk acht p’s in voorkomen. Vragen?”
Een magere jongeman ergens midden in de zaal stond op en vroeg voorzichtig, na enig twijfelen: “Eh…waar is eigenlijk mejuffrouw Hollander gebleven?”
“Ga je tumor poetsen, man,” beet Kevin. “Tutje Hollander liet zich bepotelen door het hogere management. Zo iemand hoort in de Bottleneck International-familie niet thuis! En jij kan trouwens ook opflikkeren. Gewoon omdat ik niet tegen dikzakken kan die mager zijn.”
Kevin liet een dia van een diaprojector zien en richtte zich weer tot de zaal. “Maar ik wil ook graag iets positiefs brengen. Mijn opa zei altijd: ‘Schijt hoef je niet te polijsten’. Dat moet voor jullie dégénérés een geruststelling en vooral tijdbesparend zijn. Maar om in hetzelfde thema te blijven en vooral om jullie te laten zien dat ik echt niet de grootste zakkenwasser ben die ooit geleefd heeft of ooit nog zal leven, wil ik jullie een trucje leren. En het trucje is dit: het overgankelijke gebruik van het werkwoord ‘stinken’. Zoals jullie waarschijnlijk niet weten is ‘stinken’ een intransitief oftewel onovergankelijk werkwoord. Er hoort dus geen lijdend voorwerp bij waar de betekenis van het werkwoord zeg maar op over kan gaan. Maar pragmatisch gezien is het gewoon een keer of vijfendertig kut en belachelijk dat ‘stinken’ geen overgankelijkheidsrelatie heeft met de al dan niet onschuldige ruiker die niet tevens de stinker is. En daarom heb ik het volgende bedacht. Als je nou…”
Met een paar simpele, ja, yogaoefeningen – anders het niet omschreven worden – legde Kevin uit hoe men iets of iemand kan stinken. De zaal was dolenthousiast. Na afloop klonk er gejuich en geknetter. Er vloeiden zelfs tranen.
Nog geen maand later liep Bottleneck International Inc. als een tiet die het serieus meent. Bij het vertrek van Kevin en het overhandigen van een naar geld geurend koffertje vroeg de voorzitter van de raad van bestuur aan Kevin hoe hij het eigenlijk geflikt had.
“De transitiefstinkentruc werkt altijd bij sukkels,” snoof Kevin en hij volgde het blauwe bordje waar het woord ‘bordeel’ vergezeld van een pijl op te zien was.