Ei-eigenschappen #35

Het verleidelijkste woord (in de geschreven Nederlandse taal) met de lettercombinatie ei moet toch wel proteïne zijn. Sowieso is hier een de geest prikkelend wederkerig spel aan de gang, zoals dat ook het geval is bij de plastic tas die in een jas past en die jas die op zijn beurt weer in die plastic tas past: een ei bevat proteïne, en proteïne bevat een ei. (De woorden eiwit en eigeel hebben datzelfde dartele van jas-tas, maar zijn verre van poëtisch en een stuk minder spannend. Dat zijn meer woorden als tentzak-tent: nogal wiedes dat de tent in de tentzak past; daar is die immers voor bedoeld. En dat de tentzak tevens in de tent past, is iets waar echt iedereen wel geld op in zal zetten.) Maar het woord proteïne heeft nog meer bijzonders: het bevat de lettercombinatie ei, die niet als tweeklank mag worden uitgesproken, maar als twee klanken uit ons spraakorgaan moet komen, en het deelteken op de i is daar een instructie voor. (In feite is atheïst wat dat betreft ook een interessant woord. Atheïsten dragen altijd een ei met zich mee, al geloven zij in ieder geval niet dat bij het wonder van het ontstaan van leven, elke keer als een ei uitgroeit tot een wezen, de letterlijke en/of figuurlijke aanraking van God een rol speelt.) De ei in proteïne (en atheïst) is dus geen echte ei, maar juist een botsing van klanken. Op schrift proberen de spellingsregels dat te verduidelijken met het diakritische teken dat trema heet: die twee puntjes naast elkaar boven een klinker, hierboven dus boven de i (waarbij het in de regel bij de i horende puntje wegvalt). Het nut van het trema is enkel het lezen wat vergemakkelijken, maar het gebruik ervan zou absoluut geen thema hoeven zijn bij het nakijken van een dictee. Zeker vergeleken met het Nederlands heeft het Engels een heel wat meer onoverzichtelijke spelling, toch is men daar totaal niet in de weer met allerlei symbooltjes in, aan of rond de grafemen om de lezer op weg te helpen. In het Engels heerst bij de uitspraak van het geschreven woord protein geen verwarring. En dat is goed te begrijpen. Er is immers geen ander woord in die taal dat op die wijze wordt geschreven en anders moet worden uitgesproken. Een stoïcijnse spellingsbenadering zou het zijn om je niet druk te maken als stoïcijns als stoicijns geschreven wordt. Dat woord met een oi-klank bestaat niet in onze taal. Het is dus niet zo dat ineens de betekenis zoek is. En verwar het trema alsjeblieft niet met de umlaut. Die umlaut heeft echt een blijvende functie van een klankverandering. Het trema steekt daartegen af als nogal een weeïg fopteken; dat verdwijnt namelijk zomaar ineens als het woord vlak voor de met het trema geïnfecteerde letter wordt afgebroken.
Uiteraard is het zo dat de spellingsregels inconsequent zijn. Daar zijn het (spellings)regels voor. Als in een zin het woord beamen staat, moet het voor de lezer uit de context te halen zijn of er iets bevestigd of geprojecteerd wordt. En als twee broers kalend zijn, maar de een is wat kalender dan de ander, is er ook geen spellingsgereedschap om aan te geven dat het niet over een datum gaat.
Toch, betreffende die puntjes op de i (de Engelsen hebben het trouwens over to dot the i’s and cross the t’s, dus bij Brexit gaat het over de laatste 33%): het blijft netjes om een geschreven e-mail eerst uit te printen, om vervolgens met een pen de i’s nogmaals fatsoenlijk van een punt te voorzien, de bladzijde weer in te scannen, en het bericht daarna pas te verzenden.