Streets of San Francisco

In het oude klooster van Lierop zijn ze heel trots. Het inmiddels tot museum omgebouwde pand heeft zijn slag geslagen. Binnenkort zullen een aantal straten van San Francisco bij de vaste collectie van het museum horen. Mensen uit de omtrek van Lierop (maar ook bijvoorbeeld uit Volendam) kunnen dan zelf ervaren hoe het is om asfalt uit San Francisco mee te maken.
De expositie wordt groots geopend. Barry Stevens heeft beloofd te komen (als hij nog leeft) en er zal een cd van Krezip gedraaid worden.
Directeur Sjeng van Schijndel: ‘Echt jaren hebben we op de straten van San Francisco zitten azen. De gehele bevolking van Lierop heeft eraan meegewerkt. En nu is het museum compleet. Onze collectie laat nu een fraai staaltje zien van hoe de tijd toen was.’
Het is wel een beetje jammer dat de werken van plaatselijk kunstenaar Bert Bert plaats moeten maken voor de nieuwe aanwinst. We vroegen hem een reactie.
‘Meneer Bert, bent u niet uit uw doen door het museumgebeuren van de laatste tijd?
– ‘Ach, zeg maar gewoon Bert, hoor.’
‘Oké, Bert. En wat is uw reactie?
– ‘Nou, als kunstenaar ken ik de straten van San Francisco natuurlijk erg goed. Niet dat ik er ooit geweest ben, maar in Tilburg heb je een kruispunt waar het teer er gewoon precies zo uitziet.’
‘Interessant, meneer Bert.’
– ‘Zeg maar Bert.’
‘Maar is u nog iets opgevallen?’
– ‘Kijk, opvallen is een grappig woord. Kunstenaars gebruiken dat woord eigenlijk nooit. Dingen vallen namelijk niet op, maar ze vallen omlaag. En de energie van die zwaartekracht gebruik ik juist in mijn kunstuitingen.’
‘Juist. Dank u, meneer Bert.’
– ‘Zeg maar Bert.’
‘Ik zie hier iemand van de kantine. Mevrouw, mag ik u iets vragen?’
— ‘Ja, ik heet Jenny.’
‘Betekent het museumspektakel nog een verandering voor u?’
— ‘De gevulde koeken gaan volgens mij tien cent omhoog. Dat was het idee van Bert.’
– ‘Ja, dat was inderdaad mijn idee. De koeken vond ik altijd al niet optimaal zichtbaar in de vitrine. Door er een muntstuk van tien cent onder te leggen, krijgen ze net meer dat cachet, weet je wel, dat stukje panache. Flair, zeg maar.’
‘Ik begrijp het. Door die kleine lift geef je de lekkernij net wat meer allure.’
– ‘Allure, allure, allure, allure, allure, allure, allure, allure… Is een groot woord: allure. Ik zou dat in dit geval niet gebruiken. Kijk, Columbus Avenue heeft allure. Lombard Street: allure! Stockton Street: ook allure! Hyde Street: ook allure!’
‘Maar die zitten dus niet in de collectie hier, Bert.’
– ‘Meneer Bert is ook goed.’