Even leek het op een revolutie, maar juist het woord ‘revolutie’ (onder andere) is in het geding. Taalkundigen aller landen zitten op het puntje van om het even welke stoel. Tijdens archeologische werkzaamheden vorige week in Rome zijn er namelijk ontdekkingen gedaan die onze hele beschaving in een ander perspectief zouden kunnen plaatsen. Tijdens de opgravingen kwam aan het licht dat we een aantal woorden een totaal andere betekenis en herkomst toedichten dan ze in feite hebben.
Zo heeft het woord ‘deductie’ de eigenlijke, werkelijke, oorspronkelijke lading ‘kookwekker’ en slaat het wezen en de bedoeling van het woord ‘etymologie’ terug op een inmiddels in onbruik geraakte seksuele handeling. Daar waar wij nu ‘stroopwafel’ zeggen en daarmee ‘wafel bestaande uit twee dunne koeken waartussen zich stroop bevindt’ willen uiten, zeiden wij vroeger (een voorloper van) ‘stroopwafel’ om ‘stok die je juist niet uitkiest om over de sloot bij het huis van je angstige oom heen te springen’ uit te drukken.
En met ‘liefde’ werd ooit niets anders bedoeld dan ‘flauwe soep’.
Dergelijk linguïstische vondsten zijn niet van alledag; laat staan dat het wereldnieuws wordt. De laatste keer dat een fenomeen in de taalkunde vergelijkbare aandacht kreeg was in 1912. Beroepsflapdrop W.H. Bakhuis-Rozenboom wilde toen het woord ‘tandenlijder’ als scheldwoord introduceren, maar hij werd hierin gedwarsboomd door een stel woordenboekensamenstellers uit de zestiende eeuw die dit lemma al hadden gereserveerd voor ‘elektronisch betaalmiddel’. Vreemd, want juist in de zestiende eeuw liep de wereld – vooral Europa – over van de tandenlijders.
Wat de archeologische taalontdekkingen in Rome op de middellange termijn inhouden voor de beurskoersen is nog onbekend. We moeten ons op het ergste voorbereiden.