Kaf in korenkleren


Willem-Jan Holleeder – niet te verwarren met Rudy van Beurden – was vernoemd naar Fred Flintstone. In die tijd was nog niet duidelijk hoe Fred Flintstone heette. De mensen vonden Willem-Jan maar zonderling, omdat hij geobsedeerd was door prijsvragen. De antwoorden schreef hij dan steevast op in een klein boekje dat hij altijd bij zich had. Zoals:
• pen € 0,50;
• televisie € 380,67;
• hamlap (1 kg) € 6,40.
“Het gaat om het spel, niet om de knegers!” zei Willem-Jan dan keer op keer, politiek correct en tevens afgezaagd en humorloos als hij was.

Weinigen weten dat Willem-Jan ook de grondlegger was van de omstreden plaattektoniektherapie. Een kleine uitleg daarom.

Aan het eind van zijn geologiestudie kwam Willem-Jan erachter dat zijn bedoeling eigenlijk was om psycholoog te worden. Maar hem waren oude bergen beloofd en hij kon verdomd slecht luisteren.
Dat hij geen ‘echte’ arts wilde worden stond bij Willem-Jan van kinds af aan al vast. Artsen vond hij maar speelballen van de hogere machten van de maatschappij. Dan zei hij: “Wat gezond is of niet, wat normaal is of niet, is grotendeels een afspraak. Jouw gezondheid staat altijd in relatie met wat de maatschappij eraan heeft. En artsen zijn hier de boodschappers en handhavers van!”
Psychologen stonden volgens Willem-Jan hier buiten schot. Als arts werd er namelijk van je verwacht dat je zinnige dingen zei. En als psycholoog kon je volstaan met afleidingen en interessante, zo goed als filosofische dingen op tafel gooien als “wat was er eerder, de volwassene of het kind?” om de patiënt aan het denken te zetten.

Wat Willem-Jan jarenlang weerhield om zijn passie tot professie te maken was de ellendige cultuur van ‘adviestherapie’ waar de psychologie in was beland. Uitspraken als “problemen zijn er om op te lossen” voelde hij als een penisbeet. Om minder hol en leeg over te komen kon je wat Willem-Jan betreft beter “doe eens normaal, man” zeggen. Therapeuten zouden hun wolzachte onzinraad ook aan ons nationale icoon Anne Frank in de trein moeten durven geven. Zo van: “Kop op, Anne, maak een plan van aanpak!”
Of was gebakken lucht dan niet meer om te ademen?

En toen Willem-Jan op een winderige nacht niet kon slapen, besloot hij zijn verzameling oude spiksplinters op te poetsen. Het was tijdens die bezigheid dat hij een ingeving kreeg en zijn plaattektoniektherapie bedacht: de menselijke emoties bestaan uit verschillende lagen. Iedere laag kan ‘stromen’ en heeft z’n eigen snelheid daarvoor. Met het verstrijken van de tijd verandert de ‘ligging’ van emoties en verdwijnen dus ook mogelijke problemen daarmee.
In concreto bestond de plaattektoniektherapie van Willem-Jan daaruit dat hij voor een periode van minstens vijf jaar – met optie op verlenging – patiënten wekelijks bij hem op bezoek liet komen. Tijdens zo’n sessie vroeg Willem-Jan zo’n patiënt dan of er al iets veranderd was.

De afschrijving ging automatisch.

Later kwam aan het licht dat het aantal reten dat het Willem-Jan allemaal interesseerde lag op nul. Procentueel uitgedrukt was dat nul procent. Het ging hem dan uiteindelijk ook niet om de quantiteit of de qualiteit, maar om de quasiteit.