“Wat maakt dat waterspuwen nou zo retebijzonder?” vroeg Kevin de foetus aan de ex-vuurspuwer, die ook bekend stond als schuimteller en vlaggendubbelvouwer.
“De mensen verwachten het niet,” zei de schuimteller, die tevens hobbyindiaan en pseudopostbode in spe was.
“Wat een antwoord van likmetantetwintigcentimeter, zeg,” zei Kevin, voornamelijk door zijn neus.
De hobbyindiaan – niet te verwarren met de nitratenverzamelaar die naast hem woonde en tevens af en toe redelijk amateuristisch de hobbyindiaan uithing – kende Kevin van bamzaailes en hij ging er prat op dat hij de barbecue had uitgevonden als deze niet al bestond.
Tijdens de colleges bleek al snel dat Kevin en de niet-nitratenverzamelaar enkele denkbeelden deelden. Beiden hielden niet van het delen van denkbeelden en dat schept een band. Ze trokken dus veel samen op en sigaretten.
Zo lagen Kevin en de wannabe barbecue-uitvinder in het gras naar de wolken te kijken toen Kevin zei: “Het is stinkgodjammer dat we de pistering zo bekrompen zijn dat we neuken automatisch associëren met het andere geslacht. Waarom zouden we ons niet toeleggen op het bevredigen van onze welverdiende lusten op alles wat maar zwakker is dan wijzelf zijn?”
“Je bedoelt dat we homo moeten worden?”
“Nee, flikker! Jij kan er met je mietenpuistkop weer niet bij! Ik heb het godverdepuslikkanker over het loslaten van het roodogige manvrouwdenken en alle psychische polio die daaraan vast hangt.”
Kevins luisteraar begon zenuwachtig te lachen.
Uit pure woede, gevoed door enthousiasme, hoestte Kevin wat bloed op, maar daarna ging hij stug verder: “Zichzelf respecterende moezelmannen doen dit ook! De ware islam kent die jankerige slavenmoraal van onze cultuur absoluut niet. Dat ‘ik heb pijn aan mijn kittelaar’ dat je christelijke vrouwen en ook mannen vaak hoort miepen hebben die moslims over de gehele linie niet. Gewoon ‘neuken wat je kan’! Voor een plan vind ik dat godverdeplusofminkut concreet genoeg geformuleerd! Wat jij?”
Het was stil naast Kevin. De zenuwachtige lacher was er nog wel, maar hij lachte niet meer.
“Jij deed toch aan zwaardslikken, hè?” vroeg Kevin, duidelijk articulerend.
“Nee, waterspuwen… Eh, vuur- en waterspuwen,” was het antwoord.
“Dat denk je alleen maar,” zei Kevin en hij knoopte zijn broek open.