Chairman of the bored (deel 12)
“Godverdomme mijn hoofd,” zei Mullah.
“Vind je het gek?” zei Rick op een wat geïrriteerde toon, “je hebt zeker vier flessen wodka gezopen gisteren.”
“Wodka? Gezopen? Ik? Waar ben ik?” stamelde Mullah. Hij kon zich niet zo veel herinneren. Er was eigenlijk helemaal niets wat hij kon. Of ja toch wel! Mullah wendde zijn hoofd naar rechts een kotste ongegeneerd over Pelle heen.
“Godverdegedverde Mullah. Dit is nou al de vijfde keer vanochtend,” zei Pelle boos, “waarom kots je niet eens naar links?”
“Omdat ik alleen naar rechts mag kotsen. Heeft met mijn geloof te maken.”
“En vier flessen wodka zuipen mag wel van je geloof?” vroeg Pelle.
“Zolang het maar een even aantal is en het niet door een varken is geproduceerd, is er niets aan de hand.” Terwijl Mullah dat zei, merkte hij dat hij zich weer een stuk beter voelde. Kotsen luchtte blijkbaar op. Hij beredeneerde dat als hij de antiperistaltische beweging nog één of twee keer zou doen dat hij dan weer topfit moest zijn. Hij stak daarom zijn vinger in zijn keel. Pelle had dat niet gezien omdat hij gaapte. Iedereen moest dan ook erg hard lachen toen Mullah in Pelle’s mond kotste.
“Even iets heel anders,” zei Rick toen ze uitgelachen waren, “ik zoek een woord met vier letters…”
“..Anus!” Riep Mullah.
“Nee,” zei Rick, “het gaat hier om mijn kruiswoordpuzzel. Een woord met vier letters, beginnend met een K…”
“…Kuthoer!” floepte Jan Jaap. Hij telde op zijn perzikkenvingers het aantal letters van het woord na en zei “Oh nee, toch niet.”
“Nee,” zei Rick weer “ik zoek dus een woord…”
“Klote! Kut! Kanker! Kak!” zei Mullah.
“NEE GODVERDOMME VIER LETTERS, BEGINT MET EEN K EN DE BESCHRIJVING IS…”
“Hee je hoeft niet zo te schreeuwen lul!” zei Jan Jaap, “als je wilt dat wij je helpen met die kutkruiswoordpuzzel van je dan kan je het ook wel netjes vragen.”
“Inderdaad,” viel Mullah hem bij, “als je zo begint is er geen flikker mee aan.”
Pelle kwam net onder de douche vandaan en merkte dat de sfeer enigszins bedrukt was. Hij keek zijn drie makkers aan en vroeg wat er loos was. Mullah stak zijn vinger in zijn keel en kotste (over links) Pelle nog eens helemaal onder. Iedereen moest (op Pelle na) hard lachen.
De sfeer was gered.
Wordt vervolgd…
“Godverdomme mijn hoofd,” zei Mullah.
“Vind je het gek?” zei Rick op een wat geïrriteerde toon, “je hebt zeker vier flessen wodka gezopen gisteren.”
“Wodka? Gezopen? Ik? Waar ben ik?” stamelde Mullah. Hij kon zich niet zo veel herinneren. Er was eigenlijk helemaal niets wat hij kon. Of ja toch wel! Mullah wendde zijn hoofd naar rechts een kotste ongeneerd over Pelle heen.
“Godverdegedverde Mullah. Dit is nou al de vijfde keer vanochtend,” zei Pelle boos, “waarom kots je niet eens naar links?”
“Omdat ik alleen naar rechts kan kotsen. Heeft met mijn geloof te maken.”
“En vier flessen wodka zuipen mag wel van je geloof?” vroeg Pelle?
“Zolang het maar een even aantal is en het niet door een varken is geproduceerd is er niets aan de hand.” Terwijl Mullah dat zei, merkte hij dat hij zich weer een stuk beter voelde. Kotsen luchte blijkbaar op. Hij beredeneerde dat als hij de antiperistaltische beweging nog één of twee keer zou doen dat hij dan weer topfit moest zijn. Hij stak daarom zijn vinger in zijn keel. Pelle had dat niet gezien omdat hij gaapte. Iedereen moest dan ook erg hard lachen toen Mullah in Pelle’s mond kotste.
“Even iets heel anders,” zei Rick toen ze uitgelachen waren, “ik zoek een woord met vier letters…”
“..Anus!” Riep Mullah.
“Nee,” zei Rick, “het gaat hier om mijn kruiswoordpuzzel. Een woord met vier letters, beginnend met een K…”
“…Kuthoer!” floepte Jan Jaap. Hij telde op zijn perzikkenvingers het aantal letters van het woord na en zei “Oh nee, toch niet.”
“Nee,” zei Rick weer “ik zoek dus een woord…”
“Klote! Kut! Kanker! Kak!” zei Mullah.
“NEE GODVERDOMME VIER LETTERS, BEGINT MET EEN K EN DE BESCHRIJVING IS…”
“Hee je hoeft niet zo te schreeuwen lul!” zei Jan Jaap, “als je wilt dat wij je helpen met die kutkruiswoordpuzzel van je dan kan je het ook wel netjes vragen.”
“Inderdaad,” viel Mullah hem bij, “als je zo begint is er geen flikker mee aan.”
Pelle kwam net onder de douche vandaan en merkte dat de sfeer enigszins bedrukt was. Hij keek zijn drie makkers aan en vroeg wat er loos was.
Mullah stak zijn vinger in zijn keel en kotste (over links) Pelle nog eens helemaal onder. Iedereen moest (op Pelle na) hard lachen. De sfeer was gered.
Wordt vervolgd…
Aankondiging: gastblogger op komst
Populariteit. Wij van hippekut weten precies wat dat woord betekent. Populair zijn is waar we namelijk verdomd goed in zijn. Niet alleen bij de vrouwen. Ook mannen vinden ons he-le-maal fan-tas-tisch. Duizenden aanbiedingen van schrijvers komen er dagelijks binnen. Of ze alstublieft toch ook eens een stukje op deze prachtige site mogen plaatsen. Dergelijke verzoeken worden meestal met een “Nee Bert Brussen, rot nou eindelijk eens op met dat gezeik van je” gerepliceerd. Echter, eens in de honderdmiljoenmiljard keer strijken ook wij eens de hand over het hart.
Daarom bij dezen de aankondiging: vanaf morgen krijgen we een gastbloggert. Hij / zij / het (we weten niet eens wat hij echt is) noemt zichzelf “Wereldwonder”. Of dat ironisch bedoeld is? Zoek het zelf maar uit.
Now you do the same
Geheel tegen de tijdsgeest indruisend wil ik mijn excuses maken voor hetgeen ik hierna ga neerpennen. En eigenlijk moet ik gewoon janken. Want ik hoorde namelijk ‘KNAP!’ en toen wist ik dat er iets geknapt was. Vandaar wellicht dat ik de behoefte heb mijn omgeving uit te schelden voor edele delen en tegelijkertijd somber en gekweld autobiografisch bezig te zijn. Voor dat laatste bied ik dus mijn kruiperigste sorry aan.
Mijn altijd geile lezers (zie foto) weten inmiddels dat ik een proestende pishekel heb aan (financiële) dienstverleners. Dat juristen in mijn ogen gewoon een soort binnenhuisarchitecten zijn die dan een mooie compositie voor je neerzetten, maar wel vergeten dat er ook nog een slaapbank op de gang staat. Of dat accountants met hun houding ‘wij kijken alleen naar het verleden, maar geven tevens graag over alles en nog wat advies’ wat mij betreft het ventieldopje op de haringpudding zijn.
Nu, wat ik toch vanochtend meemaakte in de dienstverlening was van een diarreespetter waar zelfs de gemiddelde tweevleugelige niets van moet hebben.
Ik moest even bij een bank – laten we die voor het gemak de ABN AMRO noemen – iets met een rekening regelen. Ter plaatse ontdekte ik dat mijn identiteitskaart een maand verlopen was.
“Ach, je ziet toch dat ik het ben. Ik zit toch voor je neus. Dood kun je mij niet noemen,” zei ik nog.
“Nee!” zei het bankventje eigenwijs. “Uw document moet geldig zijn. We kunnen hier niet zomaar dingen gaan veronderstellen! Maar heeft u misschien uw rijbewijs bij u?”
Ik zweeg met totale verbazing. Mijn hoop voor de mensheid ging ineens voor altijd sigaretten halen en de ruftimitator tegenover mij moest blij zijn dat ik niet net van honkbaltraining kwam. Had sufmans eigenlijk zelf wel door wat er uit zijn hijggat kwam? Hij veronderstelde dat ik überhaupt een rijbewijs heb, maar liet dat voorafgaan door de boodschap dat hij in zijn functie geen dingen kon veronderstellen.
Met zo iemand valt uiteraard niet verder te praten en om geen gevangenisstraf te riskeren hield ik mezelf rustig door een lulverhaal op te hangen over een bedrijf dat ik zou kennen dat de halve wereldvoorraad ‘goede raad’ had opgekocht om de prijs op te drijven.
De ogen van de geldteller gingen glinsteren en bij het weglopen van zijn deskje wist ik dat hij er de rest van de week over zou blijven nadenken en fantaseren.
Spuug, spuug, spuug. Ik weet het. En is hier ook een les te leren?
Misschien. Soms is het goed van bureaucratie je eigen wapen te maken: Ik ging ooit (de geldigheidsduur van) mijn paspoort verlengen op het gemeentehuis. Toen ik aan de beurt was gaf ik de loketbeambte een hand ter introductie. De jongen schrok zich de kanker.
Moeilijke dingen
Sommige mensen vinden een glas melk drinken moeilijk. Dat is het ook. Dus laten we al helemaal zwijgen over goed een glas melk drinken; een taak die voor veel mensen niet is weggelegd. De meeste twitteraars en protestanten zijn überhaupt niet in staat om een glas melk te drinken. Gebrek aan competenties is daarvan de oorzaak. Protestante twitteraars zijn helemaal erg maar dat hoef ik u niet uit te leggen.
Wat mij niet zo moeilijk lijkt is een kabinet formeren. Je gaat met een paar partijleiders om tafel zitten, doet wat onderhandelingetjes, vormt een plan op hoofdlijnen en voila, daar is je regeerakkoord.
Niets blijkt minder waar te zijn, relatief dan. Het blijkt namelijk nog verdraaid lastig om een kabinet te vormen voor de mensen die daarmee belast zijn. Dat begrijp ik ook wel; je zit daar met een stel kutkleuters om tafel en iedereen wil het net iets anders dan zijn buurman (of in een enkel geval, buurvrouw met een dikke reet, een vriend en een tweeling). Opvoeden schijnt tegenwoordig ook lastig te zijn dus trek je dat door naar de politiek dan ligt daar wel een uitdaginkje. Echter, laten we wel wezen. Dat gemekker moet maar eens afgelopen zijn. Gewoon niet zo kinderachtig doen en een kabinet vormen. Paars, groen, geel, de kleur maakt niet uit. Zorg gewoon dat er iets is dat de oppositie weer af kan zeiken. Zo hoort het toch te gaan?
Ik bedoel, de regering kan het toch nooit goed doen want de oppositie zou het altijd anders doen. Doe je een stoelendans, oppositie in de regering en regering in de oppositie, dan doet ook die nieuwe regering het niet goed. Dus wat maakt het in godsnaam uit wat voor kabinet er nou zit? Ze worden hoe dan ook afgezeken. Ze doen het hoe dan ook niet goed. En het blijven allemaal pisvlekken, nerds en wijven met dikke reten en een vriend en een tweeling.
Politici doen net alsof politiek heel moeilijk is. Dat is het niet. Politici hebben het gewoon moeilijk met zichzelf. Wellicht hebben ze nooit goed een glas melk leren drinken.
Kevin de foetus geeft een rondje
“Stront! Ik wou dat ik in een helikopter zat,” jammerde Kevin de foetus, terwijl hij op een of ander krimpkutbootje op de Waddenzee dobberde. “Zelfs oorsmeer uitdelen aan dwarslaesiepatiënten is een stoerdere bezigheid dan een beetje op deze manier onze Duitse buren bespioneren.”
Kevin was niet alleen. Zijn leraar Darwinisme was zijn kompaan vandaag. Kevin vond zijn leraar een drol van een hond met drie poten en daar was hij ook niet alleen in.
De leraar gaf de joint aan Kevin en sprak: “In de wildernis gaat de bloeddorst van onze voorouders weer groeien!”
“Het zal wel, jankerd, met je propaganda,” antwoordde Kevin, “maar weet je dat die kut van je zus echt nergens naar smaakt? Helemaal nergens naar! Is niet eens smerig te noemen. Dat is toch leip?”
Kevins sensei verdeelde wat ongemakkelijk wat lijntjes speed.
“En weet je wie ik werkelijk aan zijn eigen spataders wil ophangen?” ging Kevin verder. “God! Volgens die mislukte keukenschilder ben ik dus de enige die het nog waard is om aandacht te geven. Maar hij kan het dus niet achter zijn vieze oogjes proppen dat ik teringnogantoe helemaal geen trek in die aandacht heb! Dat-ie opflikkert!”
“Misschien wil hij je alleen maar iets verduidelijken over ‘de weg van het vlees’ en de gevaren daarvan,” fluisterde de leraar en op dat moment kwam er een vissersboot voorbij.
“Pro-Duits of anti-Duits?” schreeuwde een van de vissers naar Kevin en zijn makker.
“Wat, ruknek?” schreeuwde Kevin terug.
“Pro-Duits of anti-Duits, pro-Duits of anti-Duits? Nu zeggen!” was de reactie.
“Bemoei je met je eigen zaadkut, langsterver,” blaatte Kevin. “Je moet blij zijn dat ik je baas niet ben. En nu rap je ballen gaan kietelen, probeerhomo!”
De dag was fris en bewolkt. De hemel was grijs en het licht presenteerde zich van alle kanten. De zeebries leek eindeloos, en eindeloos vreemd. Maar ondertussen had Kevin de vissers aan hun eigen mast vastgeknoopt en haalde de Darwinuitlegger een koffer met tang- en mesachtige gereedschappen tevoorschijn.
Terwijl Kevin een gasbrander en een sigaar aanstak zei hij: “Zo…wij gaan nu even begrippen als superioriteit en wilskracht en rechtvaardigheid en dergelijke onderzoeken. Bedankt voor jullie hulp hierbij.”
Mededeling: noodmaatregel van kracht
Recente ontwikkeling op gebied van excuses aanbieden (Tony Hayward, Noud Wellink) hebben het predicaat dermate ongeloofwaardig gemaakt dat er per direct een noodmaatregeling van kracht is: excuses aanbieden of “sorry” zeggen is vanaf heden niet meer toegestaan. Er geldt geen overgangsregeling wat betekent dat u ook over zaken in het verleden niet meer uw verontschuldigingen kunt aanbieden. De maatregel blijft minstens één jaar van kracht. Linguïsten zullen over één jaar de geloofwaardigheidsindex van “sorry” opnieuw meten. Als de index minder dan twintig procent is gestegen kan de noodmaatregel met nog één jaar worden verlengd.
Heeft u behoefte om zich te verontschuldigen, uw excuses aan te bieden of “sorry” te zeggen dan kunt u gebruik maken van alternatieven als “jammer dan”, “pech gehad”, “nou en?”, “het is nou eenmaal zo”.
Voor vragen omtrent deze noodmaatregel kunt u terecht bij uw locale linguïst of taalkundige.
Tweeten is meten
De mensen vragen mij de laatste tijd steeds vaker over het wel en wee van het fenomeen twitter.
Het versturen van digitale boodschappen over een netwerk kon in feite al in 1971, maar een jaar of vierentwintig later was het eigenlijk pas een soort gemeengoed. Men noemde dat e-mail. En nu is er dan dat twitter.
De mensen raken in de war. Terecht! Het is altijd wat met die technologie. En diezelfde mensen komen samen met hun vrienden en hun vragen bij mij. Ze verwachten uitleg.
En pfoe, eerst dacht ik dat het voldoende was om te vermelden dat men bij twitter eerst een mooie schare volgelingen moet regelen om deze peopletjes dan in een dronken avond uit te gaan schelden als pseudo-intellectuelen. Maar snel bleek dat de mensen meer wilden weten over deze snelle, kostenbesparende, moderne gadget die het handenschudden wellicht tot een verleden tijd zal brengen.
In het Grote Twitter Hand- en Polsboek beschreef ik daarom handige twittermethoden. Zo besteedde ik hoofdstukken aan Kleding (“wat moet ik vandaag aan? “ / “ik heb vandaag mijn blauwe jeans aan”), Ontbijt (“zal ik cornflakes eten?“ / “ik ben bezig met een boterham met jam”), Lunch (“kan ik het maken om met een hamburgertje te lunchen?” / “ik heb toch maar een uitsmijter genomen”), Avondeten (“ik hoop dat er aardappels zijn”), maar ook aan tweets voor in de file en de snelste weg om de Wet van Godwin te testen.
En nu is er dan het Grote Twitter Hand- en Polsboek Deel 2. Deel 1 bleek toch te lastig voor veel mensen. Deel 2 heeft een andere opzet en is een veel simpeler naslagwerk geworden. Eigenlijk is het een ‘tweetgenerator’. Het werkt als volgt. In het boek staat een lange lijst met standaardtweets, zoals deze:
* Die Cup-a-Soup billboards overal! Is het nu echt de bedoeling dat ik met 25 graden aan een kopje oploserwtensoep zit in een eigen mok!?
Deze is gewoon direct te tweeten en uw volgers zullen smullen. Maar hij is ook aan te passen en zelf om te vormen tot iets nieuws! En daarvoor is in Deel 2 een lijst met zelfstandige naamwoorden (en woordgroepen) toegevoegd waaruit u kan kiezen en waarmee u bijvoorbeeld kunt komen tot de heerlijke tweet:
* Die stinkjoden overal! Is het nu echt de wet dat ik met 25 probleemturken aan een kampvuur zit in een terminale homo!?
De mogelijkheden zijn echt ontelbaar. Handig, toch? Dat wou ik tweeten!
—
Het Grote Twitter Hand- en Polsboek Deel 2 ligt vanaf vandaag in de winkel. Nu met gratis #hashtags!
Alezuvuv; vuvuzela andersom
Nog even over die vuvuzela’s. Die dingen zijn eigenlijk best geinig en weet je waarom? Het geluid irriteert mensen verschrikkelijk. Als jij jouw innerlijke etter, of kwal, vrij wilt laten komen, wacht dan niet langer en schaf jezelf een vuvuzela aan. Zo’n enorme investering is dat nou ook weer niet. Hooguit een paar euro. Als jij met vrienden, familie en ander gezellig volk braaf en in opperste concentratie naar een wedstrijd kijkt van (bijvoorbeeld) het Nederlands elftal is niets leukers dan ineens keihard op die plastic toeter te blazen. Zeker wanneer je jezelf een gunstige plek achterin de ruimte hebt verschaft. De getergde, geïrriteerde blikken van al die omdraaiende hoofdjes. Het ineenkruipen van de mensen voor je, bij iedere stoot lucht die je door die vuvuzela jaagt. De steeds feller wordende reacties. De pure angst. Onbetaalbaar!
Ik heb nog nooit een instrument meegemaakt dat zo effectief was als de vuvuzela. Als irriteren jouw ding is, kan je écht niet zonder.
Carel Kraayenhof schijnt spijt te hebben dat hij is begonnen met een bandoneon. Ook best een kutinstrument maar lang niet zo kut als de vuvuzela. Voor bandoneonisten (of hoe je dat tuig ook mag noemen) schijnt het extra lastig (zo niet onmogelijk) te zijn om daarna een nog beetje vuvuzela te leren spelen. Jammer Carel, daar had je maar eerder aan moeten denken. Adios nonino.
Daar wil je geen last van hebben, part deux
Starring: Carice van Houten als Peter van Berkel, Carice van Houten als Henrieke van Schoonhoven, Carice van Houten als de bekende van Henrieke van Schoonhoven, Carice van Houten als de quizmaster, Rudy van Beurden als een onooglijke homofiel, Boris Peltenburg als Carice van Houten en Rutger Hauer (met een onduidelijke, misplaatste cameo).
Daar zat Henrieke (Benny) van Schoonhoven dan, met zijn rekenmachine, zijn telefoon en zijn goede bedoelingen in de buurt. Hij had ingestemd beschikbaar te zijn als ‘hulplijn’ (vraagbaak) voor een televisiequiz waar een bekende van hem deel aan nam. Als er een rekenvraag aan bod kwam in de quiz waar die bewuste bekende niet 1-2-3 een antwoord op had, zou die bekende Henrieke bellen. (Want Henrieke had vroeger nog een jaar de Verdomd Hoge Bankiersschool gedaan, waar hij een bepaalde periode voor het lastige vak Optellen gemiddeld bijna een 6,3 had gestaan, wat op sommige weekdagen wel eens resulteerde in een surplus van gemiddeld ongeveer 9,4416% op de rest van de leerlingen met felgekleurde shirts.)
De bekende van Henrieke kon in de quizshow wel 100.000 euro winnen. Dit was wat oneerlijk naar de quizmaster toe, want die quizmaster moest eerst drie van die shows presenteren om een ton op zijn bankrekening te krijgen. Maar ja: such is life. Niet iedereen kan bijvoorbeeld ook genieten van gratis medicatie omdat hij suikerziekte heeft.
Van de tien vragen had de bekende van Henrieke er al negen met goedkeuring beantwoord. Bij het antwoord op vraag acht was hier nog wat discussie en uitleg nodig en zo had de bekende van Henrieke toch nog profijt van zijn jaartje aanwezigheid op de Christelijke Hogeschool voor Juristen & Colporteurs. Op de vraag “Geef een ander woord voor onderbroek” – wat op zich natuurlijk niet eens echt een vraag is – had hij namelijk als antwoord “maïzenaventilator” gegeven. De quizmaster keurde dit in eerste instantie niet goed. Pas toen de bekende van Henrieke de woorden in een zin toepaste – ‘voor een beter resultaat kunt u ook een onderbroek/maïzenaventilator gebruiken’ – met de uitleg daarbij dat de betekenis wellicht niet hetzelfde is en er een andere context vereist is maar dat dat nog niet wil zeggen dat het hier niet een ander woord betreft, mocht hij door naar de volgende vraag.
En na vraag negen kwam vraag tien, de gevreesde rekenvraag!
De vraag was “wat is de uitkomst van 9 plus het getal na 9?” en Henrieke werd gebeld.
Henrieke dacht na. Hij keek naar zijn rekenmachine. En naar zijn telefoon. Naar zijn rekenmachine, naar zijn telefoon, naar zijn rekenmachine. En toen sprak hij in de telefoonhoorn: “Eh, na de negen komt bij mij de del-knop.”