Op- en afrispingen

Op een matige dag spoelde er een blik beits aan op het eiland van Robinson Crusoe. Dat is op zich nog niet zo vreemd; iedereen kan dat overkomen. Maar wat wel bijzonder is, is dat op de dag af precies driehonderd achtenvijftig jaar later Freek Stalmeester bij het plaatselijke abattoir stond.
Freek had zijn miljoenen verdiend in de schoonmaakindustrie. (Nou ja, miljoenen… Het waren een paar nullen minder, maar dat kan iedereen overkomen.) Het was tegenwoordig zo dat eigenlijk alles schoongemaakt kon worden. Geen probleem. De enige bedreiging voor zijn business was dat mensen steeds verzorgder en oplettender werden. Als er op een dag helemaal niet meer geknoeid zou worden, bijvoorbeeld, zou dat betreurend opvallend in Freeks omzet te zien zijn. Een zekere zenuwachtigheid was daarom onderdeel van zijn karakter geworden.
Maar het heeft geen zin ons verder af te laten leiden door het professionele deel van Freek zijn leven. Al is de schoonmaakbranche natuurlijk wel heel interessant. Een dergelijke door die begrijpelijke fascinatie gevoede afleiding kan daarom iedereen overkomen; dat zal niemand iemand kwalijk nemen.
Toch is het belangrijk voor dit sprookje, deze mythe, dit fabeltje om te weten waarom Freek bij het lokale slachthuis stond. Trouwens, of het nou een legende of sage of wat dan ook is waarin Freek hier voorkomt, is nogal lastig te zeggen. Hij droeg bijvoorbeeld in zijn vrije tijd graag T-shirts met The Ramones erop, terwijl zijn Engels zo belabberd was dat hij niet eens wist wat een ramone was. Maar hij droeg ook weleens een T-shirt met Phil Collins erop. Nou, dan weet je dat het fictie is, maar meer ook niet. Toch zijn er best wel figuren uit legendes die te pas en te onpas in sprookjes vooral op oneven dagen op komen dagen. Of helden uit mythes die ineens door een fabel heen menen te moeten lopen. En andersom. Iedereen kan dat overkomen en dat vindt ook niemand erg.
Terug naar het abattoir. Freek stond daar namelijk om een hart op te halen. Waarom? Omdat zijn vriendin weg was. Kijk, uiteindelijk kwam ze toch weer terug bij Freek. Maar de huilerige zeventien weken dat ze weg was, had Freek veel geleerd over de liefde. Zonder een netwerk kom je er niet; dat was misschien wel de belangrijkste les. In de derde week van de zeventien weken ontdekte Freek namelijk dat hij een oud-klasgenoot had die als slachter werkte en daar had hij een afspraak mee: twee tot drie maal in de week mocht Freek in het slachthuis een hart komen halen. Dat werd anders toch weggegooid, had hij begrepen. Daar kon zo’n hart niets aan doen, dat kon gewoon iedereen overkomen.

Gemiddeld tweeënhalf keer per week naar de slachterij. Allemaal om zijn vriendin terug te winnen, deed Freek dat. Terwijl er de facto weinig gebeurd was. De hele ophef had amper iets om het lijf. Freek had gewoon een neukfout gemaakt, dat was alles. Iedereen die neukt kan dat overkomen. We hebben het dan over neuken in bredere zin. Het geheel van manoeuvres dus. Het ging niet specifiek om een penetreerfout of een stootfout. Nee, het was meer wat je zou noemen een likfout, al het had in deze kwestie toevallig niets met likken te maken. Maar het behelsde dus een onderdeel van het totale spel.
Zo probeerde Freek het overigens ook te verdedigen in beginsel. Zij moest daar echter niets van hebben. Gut nee! Volgens haar was het allemaal opzet en was Freek bezig met een egoïstische normdoorbreking. En zelfs luiheid (die, laten we wel wezen, iedereen kan overkomen) accepteerde zij niet als excuus.
Met name in het begin van die ruzie had Freek spijt met een lange ij dat hij toen niet dat duurdere bed met die optie tot neukcontrole had gekocht. Dan had hij immers een soort getuigenis achter de hand gehad. In sommige argumenten moest Freek haar trouwens zelfs absoluut gelijk geven. Bij knijp- en streelfouten, bijvoorbeeld, is simpele onoplettendheid geen verdediging meer. Dat zijn aangelegenheden die je na verloop van tijd moet weten! Een onbewuste knijpfout is daarom misschien wel juist nog veel meer verwijtbaar dan een bewuste knijpfout, hoezeer het iedereen zou kunnen overkomen ook.
Puntje bij paaltje was het zij uiteraard die zich het meest aanstelde. Waar twee het nodig vinden om een hitsige, cliché-achtige filmscene na te spelen, hebben er twee schuld dat er door het gedoe allerlei plannen van tafel verdwijnen.
Zij zag dat niet zo, vanzelf. Zij was sowieso totaal onschuldig tot ze die onschuld met iemand moest delen en vond verder dat dingen als likken en trekken en duwen een wezenlijk onderdeel uitmaakten van het neukproces en dat fouten in deze handelingen dus als keiharde neukfouten moesten worden bestempeld, met alle consequenties van dien.
Volgens haar was er dus niet eens een scheidslijn waarop zich neuk- en likfouten zouden kunnen bevinden. En daarmee was Freek uitgeluld. Gewoon zomaar, leek het wel. En, ach, bij onmacht werkt het zo dat als jij toevallig onderdeel van iedereen bent, dat die jou dan ook kan overkomen.

Afijn, de tijd dat ze samen gezellig peren bakten stond dus op een laag pitje. Verder ken je het wel als verse vrijgezel: je gaat leuke dingen doen tot je van de dokter antibiotica krijgt. Meestal ga je daarna het huis opruimen. Zo ook Freek. Als eerste maakte hij zijn vriezer schoon en gooide hij alle ingevroren, gebakken peren weg. Aldus had hij plaats voor elk nieuw hart dat hij om de paar dagen bij het abattoir haalde. Want elk hart bewaarde hij thuis in de vriezer, samen met alle andere harten die er al lagen. En met al die harten hield hij van zijn vriendin. Zijn liefde groeide en hij kon het aantonen!
En ja, toen kwam ze dus terug. Maar dat kan allicht iedereen overkomen.