Eerste Hulp Bij Overdoses


Rudy van Beurden zou Rudy van Beurden niet zijn als hij én geen last van zijn kringspier had én niet als een dolle en met verve een nieuwe sitcom voor Charlie Sheen aan het pitchen was. Hij was immers per slot op de keper beschouwd niet voor niets zelfbenoemd nieuwe manager van de She-man uiteindelijk. We hebben het hier namelijk wel over Rudy van Beurden en niet over een dirk-poep-in-’t-handje!
En dus zat Rudy met zijn oranje USB-stick in het kantoor van drie gevierde tv-producenten, ergens in diep donker Californië.

Geheel volgens de lessen van zijn verkoopcursus – compleet met omdraaiende bewegingen, warmhoudertjes en lekkermakertjes – schetste Rudy zijn bedenksel.
“We zien een wereld met mensen die uiteraard brokken maken en waarin te pas en te onpas Charlie Sheen ten tonele verschijnt om de mensen te hulp te schieten bij hun huis-tuin-en-keukenongelukjes, maar ook bijvoorbeeld in de badkamer.”

Met een powerpointpresentatie ter ondersteuning lichtte Rudy nog een en ander toe:

Twee mensen zijn op en neer aan het springen. Dan zakt er een door zijn enkel.

Mens: “O jee, een verstuiking! Wat moeten we doen?”

Uit het niets verschijnt ineens Charlie Sheen. In een flitsend pakje en met grote gebaren.

Charlie Sheen: “Geen noot! Nooit noten eten bij een verstikking!”
Mens: “Maar het is geen verstikking. Het is een verst…”
Charlie Sheen: “Aan de kont, mensen! Aan de kont! Bij een verstikking altijd even voelen aan de kont. Dan weet je waar de rug zit, waar je dan vijf maal op moet slaan.”
Mens: “Ja, maar… Mijn voet…”
Charlie Sheen: “Voet? Nee, joh, gewoon met de vlakke hand. We zijn geen barbaren!”
Mens: “Nou, de enige die hier niet beschaafd is ben jij.”
Charlie Sheen: “Schaafwond? Waar? Snel, haal steriel gaas en een kleefpleister. Nee, wacht, vet gaas en een wondpleister!”

Rudy: “En om de show niet alleen hilarisch, maar ook heel Arisch te laten zijn, maakt Charlie tussen grote neus en dikke lippen door grappen over Joden en negers. Verder biedt hij ook al zijn slachtoffers een wortel aan, waarbij hij dan de aanpasbare oneliner ‘want heb je ooit een konijn met puntje puntje puntje gezien?’ zegt.”

De tv-producenten waren naar eigen zeggen van heel wat gediend, maar niet van Rudy’s ongein. Als ze beledigd wilden worden, zouden ze wel een afspraak met hun accountant maken, zeiden ze. Toen de bobo’s op hun Rolex, Audemars Piguet en Breitling keken en op de tv op de achtergrond het tweeuurjournaal begon, wist iedereen in het kantoor wel hoe laat het was. Toch hield Rudy – eigenwijs als altijd – nog anderhalve seconde stand!

Bij het niet geheel vrijwillig verlaten van de ruimte riep Rudy nog in de deuropening: “Interesse in een leuke quizshow misschien? Het heet ‘Stokje Voor, Houtje Tegen’…”

Je had er (eventueel) bij moeten zijn.