Bom- en propvolle pornofonie

De actieweken bij de optimaal geëquipeerde Ultramarkt werden goed bezocht. Per maand waren er maar liefst vier weken met aanbiedingen als: tien eieren voor de prijs van drie pakken melk!
Makelaarsvrouw Simone had net vijftig marshmallows voor de prijs van twee blikken olijven in haar winkelwagen gestopt en liep naar kassa 4 om zich in de rij aan te sluiten. Voor haar stond huisartsenvrouw Nicole, die onder andere acht schoenlepels voor de prijs van vier speklapjes in haar karretje had liggen. De twee kenden elkaar nog van school.
‘Nicole?’ zei Simone.
Degene wier naam op vragende toon genoemd werd draaide zowel haar bovenlichaam als haar hoofd een kwart.
‘Simone!’ zei Nicole. ‘Dat is een tijd geleden.’
‘Het Willem Aantjes College!’
‘Leuke tijd was dat. Wel een wonder dat ik ooit geslaagd ben toen.’
‘Inderdaad. Ik ben blij dat je na je dertigste even slim wordt als iedereen, want op school bakte ik er echt niks van.’
De twee vrouwen met een opgetelde leeftijd van tegen de negentig moesten nerveus en wat dweperig lachen.
‘Frans, bijvoorbeeld!’ zei Nicole. ‘Hoe ik dat eindexamen gehaald heb is mij een raadsel. De snars die ik ervan had moeten kunnen begrijpen herkende ik niet eens.’
‘Ik ook. Geen woord sprak ik. Maar dat is nu wel anders. Wij gaan met het gezin al zeker twintig jaar op vakantie naar Spanje. En dan moet je dus dóór Frankrijk. Nou, dan leer je wel Frans.’
‘Natuurlijk.’
‘Ja, ik kom in een winkel en dan zeg ik “je ne pas” en zo en dan denken ze soms zelfs dat ik een echte Francine ben.’
‘Ja! Ja! Dat heb ik bijvoorbeeld ook met wiskunde. Vroeger snapte ik er geen schroef met toebehoren van, maar tegenwoordig reken ik gewoon alles uit alsof het niets is.’
‘Oei, wiskundeproefwerken!’
‘Ik geef onze oudste twee met alle gemak bijles. Dat moet ook wel, want ze kennen er niks van. Ik weet het altijd beter. Beter zelfs dan het antwoordenboek waar ze dan mee aankomen!’
‘Ja! Wat er in antwoordenboeken staat is echt niet altijd waar!’
‘Om dat te beseffen moet je eerst ouder worden, denk ik weleens.’
‘Precies. Het was een mooie tijd, dat jong zijn. Maar ik ben blij dat ik niet meer zo dom ben.’
De beide dames maakten even tijd om met grote gebaren aan een jongeman met een beperkt aantal producten in zijn boodschappenmandje achter hen duidelijk te maken dat hij even voor mocht kruipen om zijn aankopen te betalen.
‘Maar jij bent met Casper getrouwd, toch?’ zei Nicole. ‘Hoe is het in de makelaardij?’
‘Ach, de markt… De mensen hebben op de een of andere manier geen zin om hun huis met verlies te verkopen. En het onbegrip van de consument kost dan omzet.’
‘In de huisartsenmarkt is dat volgens mij vergelijkbaar. Karel heeft steeds meer patiënten in zijn praktijk die het volgens hem weigeren om ziek te zijn. Omdat het allemaal te duur zou zijn en zo. Maar als je zo eens rondkijkt naar de mensen is dat heel zorgelijk. Kijk, ik heb mijn studie Rechten niet afgemaakt, maar ik ben nu iets van twintig jaar getrouwd met een huisarts, dus in feite weet ik inmiddels ook wel wat een arts weet.’
‘Wat je zegt.’
‘En ik zie het zo: als je niet af en toe ziek bent, kun je heel ziek worden. Dus moet je regelmatig even naar de huisarts.’
‘Ja, zo is dat ook voor de makelaardij. Als je vaak verhuist, dan is dat goed voor de huizenmarkt en wat goed is voor de huizenmarkt is weer goed voor de economie en dus voor jou. Zo hou je een gezonde samenleving.’
‘Wat ook goed is, is vaak in onze Ultramarkt komen om onze voedzame producten te kopen,’ zei het kassameisje met een glimlach. Inmiddels was Nicole aan de beurt om af te rekenen.
Simone en Nicole keken elkaar verontwaardigd, maar tegelijkertijd ook enigszins betrapt aan.
Een kleine stilte draaide op volle toeren.
‘Nou, meisje,’ zei Simone toen. ‘Je moet geen klokken met klepels vergelijken.’
‘Apen met beren, bedoel je,’ zei Nicole.
Kassa 3 ging open. Nicole ging er vierklauwens heen.