Ik ben een medisch wonder, zei een dokter me ooit. Ik heb welgeteld zes pijnappelklieren en doorgaans hebben mensen er maar een. Die bewuste dokter was zelf overigens alles behalve een medisch wonder, maar dat zie je wel vaker bij dokters.
Fijn hoor, zo’n overvloed aan pijnappelklieren. Op feestjes kun je altijd weer de blits maken en veel dingen in het leven zijn dan gratis. Wel minder grappig dat iedereen steeds met je op de foto wil. Maar goed, dat is de prijs van stardom.
Nu is er laatst iets vervelends gebeurd. Mijn dokter schrok zich kapot. “Meneer,” zei hij enigszins voorzichtig, “een van uw pijnappelklieren is helemaal verdroogd en verschrompeld.”
“Dat verklaart veel!” zei ik. “Ik sliep de laatste tijd al niet zo heel lekker meer.”
“Maar maakt u zich niet druk,” ging de dokter verder, terwijl hij zenuwachtig met zijn brilletje speelde. “Met slechts vijf pijnappelklieren kunt u makkelijk honderd worden.”
“Fijn,” zei ik, “maar kun je ook vertellen wanneer ik dan precies honderd word. Volgende week zou me niet zo goed uitkomen. Ik heb namelijk nogal een drukke agenda, zie je.”
De dokter pakte een rekenmachientje, maar omdat de batterij leeg was, moest hij me het antwoord schuldig blijven.
Ik liet het daar maar bij. Vijf pijnappelklieren is toch ook mooi, dacht ik.
Maar een paar weken later merkte ik toch wel dat er dingen in mijn omgeving aan het veranderen waren. Toen ik bijvoorbeeld Sean Penn belde, om te vragen of hij wilde chillen, kreeg ik van zijn personal assistant te horen dat hij aan het skiën was met Nelson Mandela en Bill Gates. Dat viel me reuze tegen. Andere jaren gingen we altijd gezellig met z’n vieren!
Weer een paar weken later werd het maar al te duidelijk dat ik niet meer tot de elite behoorde. Woody Allen had zelfs een nieuw telefoonnummer genomen.
Tja, vijf pijnappelklieren is blijkbaar te min in de wereld van de sterren.
—
Verbeterd en aangepast: De co-idioot (http://wp.me/p27bxo-Rw)