Lid van het hilarische ras was ik en zestien, 10 oktober, Orson Welles stierf – hartaanval, een van de mooiste der doden; wellicht subliemer dan een kogel toegevoegd krijgen aan je lichaam – en ik besloot later als ik groot zou zijn een baard te laten groeien. Hugh Hefner had inmiddels al lang een situatie gemaakt dat hij ‘niet met je tanden’ moest laten doorgeven via zeker drie assistentes, maar het laatste beetje fenomeen ‘echte man’ stierf – althans voor mij – op 10 oktober 1985.
Ergens in die tijd moet ik voor het eerst bloed opgehoest hebben. Het verhelderde. Ik heb veel wc’s van heel dichtbij gezien en ik ben keramiek enorm gaan waarderen. Ooit heb ik zelfs in een gouden toilet bloed gekotst. Die pot was werkelijk zijn gewicht in goud waard. Een de kabbala aanhangende econoom vertelde mij ooit dat dat op even dagen gemiddeld meer was dan op oneven dagen. Maar we moeten niet van alles erbij halen. Dat deed Jesper Demdoeke ook niet toen hij ooit voor al zijn vrienden een barbecue gaf. De genodigden die zelf geen dingen als kipfilet, stokbrood, fiëstasaus of kruidenboter hadden meegebracht, konden geen kipfilet, stokbrood, fiëstasaus of kruidenboter eten. Jesper Demdoeke was mijn lijfarts in die tijd. Volgens Jesper is mijn bloedgroep ‘kersenrood’. Dat klinkt weinig intelligent en indrukwekkend, maar Jesper heeft er wel mooi voor gezorgd dat ik nooit borstkanker heb gehad!