Quaiser-effect

Tijdens een maaltijd met onder andere aardappels en soep – niet per se in die volgorde – onlangs maakte een van onze wethouders bekend dat het lokale bestuur er de komende jaren alles aan zal doen om het authentieke, dorpse karakter van onze gemeenschap te vernietigen en te vervangen door betonnen blokkendozen. Verrassend is dat allerminst. Beleidsmakers komen tegenwoordig hoofdzakelijk uit de bekrompen middenklasse die in het kielzog van de kapitalistische revolutie een positie van sociale en economische dominantie heeft bereikt, maar bij wie een culturele verfijning die nodig is om een identificeerbare samenhang te verzekeren tamelijk ver te zoeken is.
Ik sprak met de architect van het project. Die zei: ‘Ja, ik ben eigenlijk gespecialiseerd in de coaching tijdens trainingen aan adviseurs betreffende monitoring, maar door een wildgroei in die branche heb ik me laten omscholen. Mijn grote kracht is dat ik niet outside the box kan denken, en dat is precies wat ze bij de gemeente nodig hadden. Mijn idee is om bij de bouw alleen maar gebruik te maken van vormen en figuren die we ook zien in de natuur, zoals de rechte lijn, die we allemaal kennen van bijvoorbeeld de horizon. En dan kan het natuurlijk alleen maar goed zijn.’
Deze rechttoe-rechtaanconclusie mist volgens mij wel wat fundering. Om zonder meer de positieve waardering waarmee het woord ‘natuur’ beladen is als argument te gebruiken, zonder een en ander met bewijsmateriaal te staven, lijkt me op z’n minst onvoorzichtig. Het idee dat dingen beter zijn zoals ze in de natuur zijn, geldt echt niet altijd. Kleding, hoe primitief ook, is door mensenhanden in elkaar gezet. Maar gekleed de buitenwereld betreden wordt door veruit de meeste mensen vandaag de dag als natuurlijker ervaren dan ongekleed. Daarnaast zijn er met plastic attributen prima bewegingsoefeningen te doen en doe je je lichaam ook meer plezier met een bezoek aan een fastfoodrestaurant dan met het eten van een vliegenzwam vers uit het bos. Tabak komt uit de natuur, tandpasta niet. Een beroep doen op de natuur om aan te geven dat iets goed of veilig of gezond is kent simpelweg te veel tegenvoorbeelden om er blindelings en gewillig genoegen mee te nemen.
En natuurlijk heb ik de beste man gewezen op de onvolledigheid van zijn uitspraak. Als je dingen die niet correct zijn zomaar toelaat, loop je een niet geringe kans dat het van kwaad tot erger wordt immers. Ik zie dat vooral vanuit de gedachte van de sociaal-filosoof Quaiser. Quaiser zegt dat de delen van een communicatie slechts begrepen kunnen worden in termen van het geheel. Alle toevoegingen van een communicatie zijn daarbij zinvol, maar om zo’n toevoeging te begrijpen, moeten we de betekenis die eraan verbonden is kunnen achterhalen. Vandaaruit is een bepaald houvast belangrijk, omdat je uiteraard niet alles alles wilt kunnen laten betekenen. Daar komt dan het beroemde Quaiser-effect op de proppen: als je het speelveld van de communicatie vergroot, verdelen de te verwachten uitspraken zich hierover en wordt er dus meer onwenselijks geuit.
Men past zich gewoon aan aan de gestelde vrijheden, met andere woorden. Met het goedkeuren van onzin groeit de hoeveelheid onzin extra. Beledigingen, dito. Laat je de mens zijn gang gaan, dan maakt hij alles kapot – dat is zijn natuur.