In de grote hal op het nieuwe bedrijventerrein, waar doorgaans een heel parcours ligt voor de monitoring van trainingen voor het geven van advies aan cursusleiders, is onlangs met een warm gevoel de voorverkoop van vuurwerk weer van start gegaan. Over deze klasse consumptiegoederen, die voor de kopers ervan in de regel staat voor een bewuste waardering van het gezelschap van vrienden en het genieten van het moment, is de laatste jaren veel te doen en een groeiende groep landgenoten pleit zelfs voor een vuurwerkloos bestaan. Uiteraard zijn er effecten van het spul waar de mens echt wel zonder kan. Sommige bestuurders proberen hierop mee te liften, wat af en toe wat pijnlijk uitpakt, getuige een uitspraak in de regionale media van een provinciale politica die graag lokaal wil doorbreken: ‘Dat geknal met dat vuurwerk moet gewoon pats-boem uit onze samenleving, en het zou goed zijn om voor een korte periode het maken van geluid helemaal te verbieden, of, als dat niet lukt, de mogelijkheid tot het maken van geluid gewoon centraal uit te zetten.’
Het probleem van het niet goed over kunnen brengen van de overlast en het gevaar van vuurwerk heeft grotendeels te maken met de verkoop- en gebruikscyclus ervan. Het afsteken van vuurwerk gebeurt slechts een paar dagen per jaar, en uit die korte episodes stammen ook de ongelukken en de hinder die ermee gepaard gaan. Daarna is het weer maanden, kwartalen niks. Maar met vuurwerk is het natuurlijk net als met elk ander nieuws: uit het oog, uit het hart. De moderne mens is daarbij zelfs opgevoed met een nieuwsfrequentie van een week of twee. Uiterlijk elke veertien dagen moet er toch wel weer een fris nieuwsitem de boventoon voeren: alleen hypes leveren verkoopcijfers op.
Beschikbaarheidsheuristiek is niet alleen een woord dat bij Scrabble heel mooi lijkt maar daar feitelijk totaal ongeschikt voor is – het is ook een term waarmee het fenomeen bedoeld wordt dat het gemak waarmee een type gebeurtenis kan worden onthouden gebruikt wordt bij de neiging om de waarschijnlijkheid van dergelijke voorvallen te beoordelen. Aan vuurwerk gerelateerde schade en ander gedoe is in februari haast verwaterd en daarom is men er vanaf maart allang niet meer van onder de indruk. De truc voor het creëren van een draagvlak voor het aan banden leggen van vuurwerk is dus eigenlijk om regelmatig te zorgen voor een levendige, angstaanjagende herinnering – dat levert een sterker emotioneel effect op dan droge, slapende statistieken.
(Je vraagt je af in hoeverre dit ‘toepasbaar’ is. Er zijn voldoende artiesten die met elk optreden voortdurend waarschuwen voor hun gebrek aan talent en die toch keer op keer volle zalen trekken.)
Maar laten we even teruggaan naar de woorden van onze onbeholpen politica. Want daar is meer aan de hand. Mensen moeten beschermd worden tegen dit soort zelfbeschadiging. De dame in kwestie kan hier blijvend letsel aan overhouden, en daarvoor had de betrokken journalist haar moeten behoeden.
De helaas te vroeg gestorven antropoloog Häberle heeft veel over dergelijke materie geschreven, waarna hij uitkwam bij een pleidooi voor het zwijgen, en wat tot een naar hem genoemde wetmatigheid is gedestilleerd: als je de ander niets vraagt, hoeft die ander zijn (of haar) onkunde en onnozelheid ook niet te tonen.
Een gedicht over drie keer niks (en het gaat bovendien helemaal nergens over)
Een stijve lul hoeft niet de reden te zijn tot pijpen.
Een betaalde vrouw neemt het anders over.
Zo blijft de wereld in balans en heeft niemand er last van.
Als de wereld op zijn kop staat zal het nog hetzelfde zijn.
Het nummer dat men aan dit optreden gaf was 723.
Velen waren gewoon gelokt met gevulde koeken, dus echt eerlijk was het niet.
Met vlagen van denken aan je moeder en spugen in de wasbak.
Alleen argwaan bracht mij tot de mij gevraagde taken.
Het sneue was nog niet eens gepoetst of het was al daar.
Het schavot is net gebouwd en staat in de zon en is tof.
En na ampel beraad en onderzoek kwam ik erachter dat de meeste juristen denken dat Turkije en Marokko buurlanden zijn.
Daar moeten ze stempels van maken, dacht ik.
Want daar moet je het mee doen.
Wendy en Cindy kwamen om de hoek.
Ze lieten hun borsten zien.
Daarmee aantonende dat ze enorm graag op tv wilden.
De tieten van Cindy waren geen pre.
De melkvogels van Wendy waren daarentegen daar en daar te behappen.
Ze lieten allebei met hun tongen en hun wangen en mijn lul zien dat ze heel graag actrices wilden worden.
Maar ik had daar natuurlijk geen zeggenschap over.
En ik vertelde dat later.