Uw zindelijke makelaar

Rudy van Beurden was op z’n zachtst gezegd geen streber; hij had een hekel aan superlatieven en al helemaal aan kerst. Zo aan het einde van het jaar werd het voor hem altijd zo ellendig duidelijk dat kranten lezen geen talent van hem was.
Dit jaar was hij op 24 december nog steeds bezig met de krant van 8 juni. Maar wacht, het kon nog erger. Er was een jaar dat hij niet verder was gekomen dan de maand maart.

Ooit droomde Rudy van een carrière als masturbatieadviseur bij de wijdvermaarde grote jongens, maar hij kon erg moeilijk zijn draai vinden in deze keiharde branche en besloot daarom na verschillende porties wanbof voor zichzelf te beginnen. Waarin precies was hem eigenlijk om het even. Als het maar in zijn marketingplan paste.

En met Rudy’s marketingplan zat het absoluut snor, vond hij zelf. Het was gebouwd om een idee van zijn altijd creatieve zwager Guy en het betrof de leus “Peter kan het beter!” die werkelijk overal toepasbaar zou kunnen zijn. Prompt toen Rudy de slogan hoorde liet hij zijn naam in Peter veranderen. Dit om copyrightproblemen voor te zijn. Rudy was namelijk geen dirk-poep-in-’t-handje! Peter trouwens ook niet. Guy wel. Rudy had Guy eens meegenomen bij het vliegtuigspotten. Maar met Guy viel gewoon niet te spotten. Een motto neerleggen bij een carrièreswitch, dat kon hij, Guy. En daar hield het dan mee op. Dat was geen dagtaak. Nee, Guy kon weinig. Zelfs bij de bank waar hij werkte had hij ontslag moeten nemen. Hij had last van handdruk. Een beroepsziekte, volgens de bedrijfsarts.

Na zijn naamsverandering was er slechts nog een enkel probleem dat Rudy/Peter in de weg stond om een geweldige toekomst tegemoet te gaan. Zijn achternaam! ‘Peter van Beurden’ bekt natuurlijk voor geen 39,37 inch. Peter Stuyvesant vond Rudy/Peter een toffe naam, maar zo heette dus al een iemand. En zo was het ook met Peter Koelewijn, Peter Heerschop, Peter Timofeeff, Peter Pan en Peter Parker.

Na vijf jaar zoeken was Rudy/Peter het zoeken beu en ging hij een krant kopen.

Tja, soms komt de verf wel goed uit de kleding maar de kleding niet goed uit de verf. Voor Rudy was deze uitspraak op zijn lijf geschreven, waarbij hij niet de verf was of de kleding maar juist de onvermelde pipo die het ondankbare klusje moest opknappen.
Niet van de hand van Guy, overigens, deze spreuk.