Deppen is voor watjes


“Ik ben godverdomme ongesteld, ja!” is geen mannentaal. “En nu ga ik mijn pik aan je afvegen” is wel mannentaal. Lukt het je om het verschil te detecteren? Het is meer dan een nuance en heeft zijn oorsprong in de balans actief-passief. Enige oefening biedt met zekerheid een uitkomst.
Dit alles heeft natuurlijk keihard, maar dan ook keihard met DNA te maken. DNA is wat er zeg maar voor zorgt dat een mens doorgaans twee armen en twee benen heeft en een octopus acht armen of acht benen of vier armen en vier benen of een arm en zeven benen of hoe dat dan ook zit bij die octopoda.
Jelle Huisman kon het weten. Jelle was verslaafd aan DNA. Voor hij van DNA gehoord had, had zijn leven amper zin en hing er een poster van een mango boven zijn bed, maar sinds zijn verslaving was hij niet alleen straightforward, maar ook to-the-point en zei hij dingen als “als ik met klei bezig ben, maak ik er een potje van”. (Deksels daar deed Jelle overigens niet aan. Hij kon immers zelf wel op zijn potjes passen.)
Langzaam maar zeker verloor Jelle zijn kittelaar en begon hij steeds meer zijn eigen plan te trekken. Met alle gevolgen van dien.
Om een lang gelul kort te maken: als u zich afvraagt waarom de wereld er ineens anders uitziet, dan komt dat door Jelle. Nou ja, dat u zich dat afvraagt daar kan Jelle niets aan doen; dat andere wel.
DNA is venijnig spul. Menig binnenhuisarchitect heeft er dagelijks mee te maken en kan er ook over meepraten; al is dat dan wel met een zangerige, niet te vertrouwen stem.
Maar door zijn gebruik werd Jelle steeds gevoeliger voor wat hij noemde non-argumenten. En toen hij op een dag als reactie “ja, maar dat is nou eenmaal het periodiek systeem, daar kan waterstof niets aan doen” kreeg was dat voor hem de druppel die de stoppen deed doorslaan. (Dat zijn tweelingbroer zijn verjaardag vergat, heeft er wellicht ook mee te maken.)
Jelle brak, wat resulteerde in het totale afzweren van DNA en het totale gelijkvormig worden aan de wereld. Op die dag besloot Jelle niet meer tegen het paradigmadenken te vechten en zich voltijd en überhaupt nog maar toe te leggen op het samenstellen van lijstjes.

Jelles bekendste lijstje – top 10 met dingen die weleens aan fietsen hangen – is al jarenlang ongewijzigd:
1. Regendruppels (afkomstig van rozen)
2. Snorharen (afkomstig van jonge katjes)
3. Koperen ketels (glimmend, waarschijnlijk pas gepoetst)
4. Warme wanten (gemaakt van wol)
5. Pakketjes (verpakt met touw, in bruin papier)
6. Crèmekleurige pony’s (met onbepaalde smaak)
7. Appelstrudel (lekker croquant)
8. Bellen (afkomstig van deuren)
9. Klokken (afkomstig van sleeën)
10. Schnitzel (geserveerd met noedels)

Zonder een man als Jelle zou de wereld vandaag de dag veel en veel ondoorgrondelijker zijn. Of het terecht is dat hij niet in de onlangs gepubliceerde top 10 van mensen die vaak net niet in de top 10 staan staat daarover zijn de meningen verdeeld.