Deelwezig

In de maanden voor Serge Gainsbourg zijn einddatum bekend liet maken, kwam het af en toe voor dat hij mij bij vergissing belde, en vanwege mijn miserabele Frans en zijn al helemaal belabberde Nederlands duurde het elke keer weer zeker drie kwartier voor hij begreep dat hij een verkeerd nummer had gedraaid. Maar deze telefonades waren altijd wel gezellig en bovendien een stuk leerzamer dan een gesprek via hetzelfde medium met een bedrijf in de quartaire sector. Dat het in laatstgenoemde geval lastig is om met de juiste persoon doorverbonden te worden is een soort zekerheid geworden, een vast punt waarvanaf men de wereld kan indelen – maar onlangs heb ik in dezen toch wel een nieuwe culminatie meegemaakt. Vorige week dinsdag was dat. Ik belde zo’n bureel vol schijnwerkers en ging meteen bij de eerste poging tot doorverbinden met mijn hondje, een zijn weerga maar al te goed kennende Noorse lundehond, wandelen; ervaring leert dat zo’n situatie doorgaans een half uurtje voor jezelf betekent.
Terug aan de telefoon kreeg ik te horen dat de betreffende mevrouw niet aanwezig was. Deze werkte namelijk parttime, en wel alleen in april. Ze had een contract voor zes uur per week, maar had het zo geregeld dat ze al haar uren van het jaar in één maand inplande. Of ik in april dus terug wilde bellen.
Ik probeerde nog heel voorzichtig om opheldering te vragen door te stellen dat op de glijdende schaal van handig tot onhandig deze personeelsbezetting voor het bestaansrecht van het kantoor toch dichter bij het woord beginnende met letter o zat. Ik kreeg echter geen bijval uit de luidspreker van mijn telefoon. Ook was er niemand in het hele bedrijf die mij verder kon helpen. Ja, er was wel iemand, maar die werkte alleen in juni, dus dan kon ik toch beter al in april terugbellen.
Half zingend op de wijs van Leonard Cohens Hallelujah deed ik nog een uiterst vriendelijke poging om met de uitleg van mijn benarde situatie een soort uitzondering voor elkaar te krijgen. Maar daar was geen ruimte voor. Want als ze zomaar voor iedereen een uitzondering gingen maken, dan waren ze de hele dag mensen aan het helpen, en dat kon toch nooit de bedoeling zijn.
Ik voelde mijn bloed tekeergaan en gaf het op. Facit: deze elementen van de hoi polloi geef ik alleen nog maar een hand als die aangetekend verstuurd is.

— — —
welkomthuispagina.nl