Nergens is een goede openingszin zo belangrijk als in discotheek Cow Market. De waarde van een openingszin in de literatuur moet echter ook niet worden onderschat. Een gemiddelde zin uit het oeuvre van Kluun wekt weinig indruk, maar dan kom je ineens een openingszin als ‘De keren dat ik in Tilburg ben klaargekomen met een slappe lul zijn op twee ballen te tellen’ tegen en dan weet je ineens weer waarom het kunst heet.
Uiteraard zijn slotzinnen eveneens van belang – mooier en beter dan ‘Uiteindelijk is piemel langer dan lul’ van Kluun komen ze natuurlijk niet – en het is alleen maar goed dat daar veel aandacht aan wordt besteed, maar de laatste tijd is vooral de ‘perfecte middenzin’ een thema.
In de geest van Paul Coelho zijn er tegenwoordig talloze schrijvers die hun boeken vanuit het midden schrijven.
Want ‘het midden is het centrum’ immers en ‘in het midden komt alles samen’.
Gelukkig zijn er voldoende makkelijk beïnvloedbare mensen in de wereld om uit Coelho-achtig gezwam een financieel orgasme te halen en het is ook om die reden dat Rudy van Beurden deze zomer een reeks van seminars over middenzinnen organiseert.
Van Beurden: “Een goede middenzin is vergelijkbaar met een goede middenletter. Een woord als ’tavel’ slaat nergens op. Pas als je de goede middenletter, de ‘f’ in dit geval, gebruikt, krijg je een woord dat een betekenis heeft – ’tafel’ namelijk.”
Het volgen van de seminar had de gebroeders Grimm, zowel Jacob als Wilhelm, waarschijnlijk ook geen windeieren gelegd. Al te vaak overkwam het de broers dat hun middenzin ‘En zij leefden nog lang en gelukkig’ door de uitgever als slotzin werd gezien. Veel van hun werk en genialiteit is daardoor verloren gegaan en ze hebben nooit de waardering kunnen krijgen die ze eigenlijk verdiend hebben.
Nou is het voorbeeld van de broertjes Grimm wellicht ietwat gammel. Jacob en Wilhelm waren immers dirk-poep-in-’t-handje niet! In die tijd was de techniek gewoon nog niet zo ver en had je minimaal twee mensen nodig om een balpen op te tillen. Aan de andere kant hadden ze met z’n tweeën natuurlijk wel een betere middenzin kunnen bedenken, ware het niet dat in die tijd de andere kant nog niet ontdekt was.
Gastspreker tijdens de studiedagenreeks is baarddrager en beroepstilburger Kluun*. Nou ja, ‘spreker’, hij zal een middenzin voorlezen van bladzijde 89 van een willekeurig boek uit zijn oeuvre. Deze zin is: ‘In Tilburg gebruiken we bij een slappe lul gewoon een vork.’
Van Beurden: “Deze seminar is niet alleen leerzaam voor mensen die van taal en in het bijzonder literatuur houden, maar ook voor bijvoorbeeld juristen. Als je de volle drie dagen meedoet weet je waarom ‘Als ik alles over zou moeten doen zou ik nooit stoppen met drinken’ een slechte middenzin is en ‘Elke Jood is een klein stukje Woody Allen’ een goede. Dat soort kennis kan nooit kwaad. Verder hebben we niemand minder dan Kluun. Na afloop krijgt iedereen zelfs een door hem gesigneerde foto van Antonie Kamerling. En we hebben ook een facebookpagina, dus we pakken het professioneel aan!”
Facebookpagina Middenzinseminar: http://www.facebook.com/pages/middenzin/
* Anthony van Kampen, Theo Kars, Frank Kellendonk, Michiel van Kempen, George Kettmann Jr., Mensje van Keulen, Yvonne Keuls, Johan Klein Haneveld, Willem Kloos, Herman Koch, Antony Kok, Gerrit Komrij, Marga Kool, Anton Koolhaas, Tij Kools, Kees van Kooten, Toon Kortooms, Frans Kotterer, Hanna Kraan, Tim Krabbé, Gerrit Krol, Yvonne Kroonenberg, Mina Kruseman en Jan Kuipers konden namelijk – allemaal om plausibele redenen – niet.