Kevin de foetus redt de paranoia


Inmiddels had Kevin de foetus een schare kunstenaars onder zijn hoede.
Om ietwat aan het vooroordeel van het beeld van een donkere, nieuwsgierige, bizarre, groteske, indrukwekkende, vindingrijke en tegendraadse galeriehouder tegemoet te komen had hij zich onder andere een bochel aangemeten.

Kevin nam zijn metier serieus. Hij gaf zijn kunstenaars niet alleen te eten en verkocht hun werken, maar hij fatsoeneerde en corrigeerde hun arbeid ook. Zelfs de grootste schrijver wordt nog geredigeerd, was Kevins opvatting. Dus als er iets rood was en Kevin wist dat de kunstenaar natuurlijk eigenlijk blauw bedoelde dan paste Kevin dat even aan met een kwastje. Hij was de flauwste niet.

Ja, Kevin had alles voor zijn artiesten over. Ze moesten hem alleen niet komen bezoeken of hem dingen vragen.
En zo’n fout maakte Fiftycent van Gogh toen hij op een maandag de galerie binnen kwam wandelen.
“Luister eens, poeppissende prostaatvlek,” schreeuwde Kevin hem toe. “Hebben we weer een ideologieprobleem? Begrijpen jullie walmkutkunstenaars dan niet dat kunst gewoon te plukken is?”
Fifttycent haalde zijn handen uit zijn zakken en stopte ze er weer in.

“Weet je wat het is?” tierde Kevin verder. “Als een dirk-poep-in-’t-handje snotteren dat je je mojo of innerlijke bewustzijn of zo kwijt bent, dat is het enige dat jullie pureehomo’s kunnen. Jullie hebben nog noorderlicht nodig om het piemeltje enigszins omhoog te krijgen!”
De rode ogen die Kevin aankeken stonden bol van de tranen.

“Krijg geen kanker in je traanbuis, man,” zei Kevin vaderlijk en hij trok een gordijn opzij. Een kooi werd zichtbaar met daarin minstens twaalf comfortabele ligstoelen en evenveel minstens zo comfortabele infuuspompen.
“Ik had al zoiets voorzien,” ging Kevin triomfantelijk verder. “Ik begrijp dat het voor jullie moeilijk te verkroppen is dat de ervaring van de werkelijkheid wordt gehinderd door de beperking van kennis. Op deze manier hoeven jullie daar geen zorgen aan te besteden. Op deze manier is elke dag een safari voor jullie!”

“Dus dat je zowel desperado als ooggetuige kan zijn?” zei Fiftycent wijs, terwijl hij zijn kin vastpakte.
“Nee, scheefgegroeide kameellikker!” snauwde Kevin geïrriteerd. “Luister nou! Je bent het toch met me eens dat pure esthetica zit in toeval? Nou, hiermee bied ik je dat dus fulltime!”

“Ah! Ja, ja!” zei Fiftycent, terwijl hij aan zijn wenkbrauwen trok. “Zoiets als een anekdote in een anekdote… Ik snap ‘m!”
Kevin was al aardig paars geworden, beet in zijn bochel en bracht de diepste zucht aller tijden ten gehore.
“Het zijn zelfdenksponzen zoals jij die het leven een slechte naam geven,” fluisterde hij en haalde een hendel over.

@kevin_de_foetus

Kevin de foetus en de democratische belediging

Kevin de foetus gaf de selfmade profeet een knietje en schreeuwde daarbij: “What the fuck moet ‘verbeter de wereld, begin bij je brood’ nou weer betekenen? En bovendien, je vergist je, lulpenis!”
“Maar de mensen moeten weten dat ze anderen voeden met waar ze zichzelf mee voeden en dat woorden kunnen kwetsen,” prevelde de prediker ineengezakt.

“Ja, Kankeroela!” schreeuwde Kevin. “Je bent bezig een visie van een botsing van wereldbeelden op te dringen vanuit het enige concept dat je van een botsing hebt. Een beetje napraters naar de mond praten is als een scherpschutter die achteraf mag bepalen waar hij op schoot.”
De baardmans keek Kevin raar aan en dat kwam slechts deels doordat hij scheel was.

“Loop even mee naar de slijter,” stelde Kevin netjes voor. “Niemand luistert er toch werkelijk naar jou, carcinoomflip, al kregen ze er een mechanische aarskrabber gratis bij.”
“Ik heb liever niet dat je het k-woord gebruikt,” zei de showjezus, terwijl hij zijn rechterhand ophief.

Kevin had zichtbaar moeite zich in te houden, nam snel een handje pillen en riep: “Carcinoom is met een c, piemelvouwer! Bovendien ben je nu bezig met een reisverhaal dat ons nergens brengt. Als ik je nu vertel dat de denkfout dat het leed van eenlingen opgeteld een groot leed voor al die eenlingen apart is mij doet stikken van darmkots, hou je dan ook meteen op met die vreemdsoortige jankbeweringen? Ik dacht het toch niet, makreelbeffer!”

De geitman had ondertussen zijn linkermouw opgestroopt en had een scheermesje in zijn portemonnee gevonden. “Ik probeer anders alleen maar de stakende mijnwerkers wat op te voeden en beuren,” stotterde hij.

“Ach, pis toch bloed, neukviool. Word je niet moe van jezelf?” schreeuwde Kevin. “Mijnwerkers die staken kunnen toch net zo goed stakende boeren of kappers zijn? Er zit net zoveel wijn in een lege bierfles als er bier zit in een lege wijnfles. Doe de mensheid een plezier en hou op met het gebruiken van taal!”

Het werd stil om Kevin heen. De pillen begonnen te werken. De zon brak door. De slijter hield uitverkoop.
Kevin draaide zich om, zag waar het bloedspoor eindigde en besloot zijn pak niet vies te laten worden.

@kevin_de_foetus

Kevin de foetus snakt naar idem


“Gaat alles wel goed met je, jongen?” zei de opzichter van de dierentuin, terwijl hij Kevin de foetus zachtjes op zijn rug klopte. Kevin braakte nog even rustig door en vroeg toen: “Dus van deze misselijkmakend lelijke vogels zijn er nog ruim 10.000 in leven?”
“Op de hele wereld, ja!” zei de opzichter.
“Op de hele wereld? Dus ruim 5.000 op de halve wereld of wat wil je eigenlijk zeggen, keutelsnuiver?” zei Kevin. “En ik neem aan dat de naam van dat gedrocht ‘socialistenhoen’ is. Iets anders zou namelijk niet passen en onpasselijk zijn.”

De opzichter wilde iets terugzeggen, maar Kevin liet het niet toe.

“Hou je gorgelzaadkop!” bromde Kevin. “Als dierenvriend zou jij moeten weten dat het gewoonweg omlaag gooien van de standaard een filosofie van levensmoeheid is. Maar als die socialistische kul inmiddels ook is doorgedrongen tot de genetica dan is er iets goed mis met de wereld. Ik zou er godverdetierelierkanker niet bij willen zijn als deze pisvogel gemaakt wordt, zeg. Ik wil met een jongerukkerssnelheid mijn geld terug!”

En navloekend en kotsend kroop Kevin naar de uitgang van de openbare gelegenheid.

Bij de kassa moest Kevin een lijst invullen van dieren die hij wel of niet gezien had en waar hij wel of niet tevreden over was. Kevin vond dat geen punt. Het was per slot iemands verjaardag en Kevin wilde die niet verzieken door moeilijk te gaan doen. Wel vond Kevin het nodig te melden dat hij sommige dieren waar hij het niet mee eens was meerdere malen had moeten zien, maar hier kon prima over onderhandeld worden. Uiteindelijk kreeg Kevin het entreebedrag plus twaalf procent daarvan vergoed.

Onderweg naar huis floot Kevin een sappig deuntje en liet hij per ongeluk een bejaarde vrouw struikelen. Uit goed fatsoen boog hij zich over haar.
“Vroeger was alles beter, hè erectieheks?” zei Kevin vrolijk. “Die stimulerende woorden spreekt mijn pianoleraar ook elke week uit. Je doet me trouwens denken aan een vogel.”
Meer dan rochelen deed het vrouwmens niet.
“Vind jij trouwens begraven worden geen geile gedachte?” ging Kevin verder. “Voor jou is dat best leuk dat jij dan ook eens een keer ergens lekker in mag, of niet?”

Op dat moment rinkelde Kevins gsm.
“Sorry onneukbare, deze moet ik echt even pakken,” riep Kevin en hij rende naar de taxi aan de overkant van de straat.

@kevin_de_foetus

Kevin de foetus geeft een rondje

“Stront! Ik wou dat ik in een helikopter zat,” jammerde Kevin de foetus, terwijl hij op een of ander krimpkutbootje op de Waddenzee dobberde. “Zelfs oorsmeer uitdelen aan dwarslaesiepatiënten is een stoerdere bezigheid dan een beetje op deze manier onze Duitse buren bespioneren.”
Kevin was niet alleen. Zijn leraar Darwinisme was zijn kompaan vandaag. Kevin vond zijn leraar een drol van een hond met drie poten en daar was hij ook niet alleen in.

De leraar gaf de joint aan Kevin en sprak: “In de wildernis gaat de bloeddorst van onze voorouders weer groeien!”
“Het zal wel, jankerd, met je propaganda,” antwoordde Kevin, “maar weet je dat die kut van je zus echt nergens naar smaakt? Helemaal nergens naar! Is niet eens smerig te noemen. Dat is toch leip?”
Kevins sensei verdeelde wat ongemakkelijk wat lijntjes speed.

“En weet je wie ik werkelijk aan zijn eigen spataders wil ophangen?” ging Kevin verder. “God! Volgens die mislukte keukenschilder ben ik dus de enige die het nog waard is om aandacht te geven. Maar hij kan het dus niet achter zijn vieze oogjes proppen dat ik teringnogantoe helemaal geen trek in die aandacht heb! Dat-ie opflikkert!”
“Misschien wil hij je alleen maar iets verduidelijken over ‘de weg van het vlees’ en de gevaren daarvan,” fluisterde de leraar en op dat moment kwam er een vissersboot voorbij.

“Pro-Duits of anti-Duits?” schreeuwde een van de vissers naar Kevin en zijn makker.
“Wat, ruknek?” schreeuwde Kevin terug.
“Pro-Duits of anti-Duits, pro-Duits of anti-Duits? Nu zeggen!” was de reactie.
“Bemoei je met je eigen zaadkut, langsterver,” blaatte Kevin. “Je moet blij zijn dat ik je baas niet ben. En nu rap je ballen gaan kietelen, probeerhomo!”

De dag was fris en bewolkt. De hemel was grijs en het licht presenteerde zich van alle kanten. De zeebries leek eindeloos, en eindeloos vreemd. Maar ondertussen had Kevin de vissers aan hun eigen mast vastgeknoopt en haalde de Darwinuitlegger een koffer met tang- en mesachtige gereedschappen tevoorschijn.
Terwijl Kevin een gasbrander en een sigaar aanstak zei hij: “Zo…wij gaan nu even begrippen als superioriteit en wilskracht en rechtvaardigheid en dergelijke onderzoeken. Bedankt voor jullie hulp hierbij.”

@kevin_de_foetus

Kevin de foetus – vrijdag

Kevin had al tien minuten na het middaguur zijn ochtendmaaltijd op. Sperziebonen en gepocheerde maag. Hij probeerde vurig enige uren samen met twee even minderjarige buurmeisjes een neukraadsel op te lossen, maar hij kwam er maar niet uit.
De vader van een van de buurmeisjes was fakir. Naar hem kon je altijd glaswerk brengen en hij liet over zich heen lopen. Kevin ging even bij zijn buurman verhaal halen. “Hoe wordt jouw dochter het liefst geneukt?”, vroeg Kevin aan de fakir. “Alstublieftas” voegde ‘Kevin er nog bij, want hij wilde natuurlijk wel netjes blijven!
De fakir had net een kilo spijkers gehaald en wilde daar iets mee doen. “Dat kun je beter aan mijn broer vragen,” zei de fakir, “ik ben nu iets aan het doen met spijkers.”
Dus Kevin naar de broer van de fakir. Die was notaris. “Hoi Dirk,” zei Kevin. “Een goede middag voor jou,” zei Dirk van Spierenstein tot Langhoven. Kevin stelde zijn vraag. Dirk ging allerlei lades opentrekken en daarna een telefoontje plegen. Toen ging hij heel wijs kijken. “Tja, Sanne,” zei hij toen. “Sanne wil volgens mij helemaal niet geneukt worden. De laatste tien keer dat ik haar neukte liet haar twaalfjarige gezichtje weinig van enthousiasme zien.”
Kevin gooide de as van zijn sigaar op het veel te duur betaalde tapijt. “Interessante observatie,” zei Kevin, “is dat generaliseerbaar?”
Dirk liet de haren van zijn secretaresse los. “Mja,” zei hij, “ik denk soms wel eens dat het beter is om meisjes pas na hun achttiende te neuken.”

Kevin de foetus – donderdag

Het was al meer dan drie uur dat Kevin zijn mojo kwijt was. Nou ja, kwijt: Osama Bin Laden wilde hem lenen. En dingen lenen vinden wij allemaal prima, maar toch niet langer dan drie uur?
En dus ging Kevin maar naar Helmond om bij Osama zijn mojo terug te halen. Ik bedoel: dan heb je geld als water, en dan heb je ook nog water, en dan moet je toch nog iemands mojo jatten! Dat gaat te ver. Dat kan niet.
Iemand moet die Osama eens vertellen dat hij sommige dingen gewoon niet kan maken! Een fiets, bijvoorbeeld. Tussen maart 2003 en juli 2007 zijn er wel 231 kapotte fietsen bij Osama afgeleverd en hij heeft er niet eens een van kunnen maken.
Of neem nou handschoenen. De moeder van Teun had last van een kapotte linkerhandschoen. De naad, natuurlijk, altijd weer de naad! En Osama zei dat hij het wel kon maken. En dat is nou acht jaar geleden!
Toen Kevin bij Osama aanbelde deed laatstgenoemde pissig open. “Ik ben net aan het bidden!” zei hij. “Ik toch ook,” zei Kevin, “of zie je dat niet, kutmoeslem?” Osama verontschuldigde zich, terecht. “Zie je de moeder van Teun nog wel eens?” vroeg hij. “Haar linkerhandschoen is klaar.”
Kevin stopte een verse kogel in zijn pistool.”Weet je dan niet dat de moeder van Teun haar linkerhand al drie jaar kwijt is?” zei Kevin. “Een weddenschap. Ze heeft wel die dag nog zes rechterhanden gewonnen.”
“Kut!” zei Osama. “Inderdaad!” zei Kevin.

Kevin de foetus – woensdag

Kevin dacht toch echt dat het vrijdag was en hij ging kijken of hij iets nutteloos in zijn keukenkast kon vinden. En het lukte. Kevin vond een kam.
“Een kam? Een kam?” riep hij tegen zijn goudvis. “Die is zeker van jou, klootzak!” Kevin gooide de kam tegen de kom.
“Weet je dan niet dat de broer van mijn loodgieter dood is gegaan aan een kam?” Kevin viel op de grond met een potje method acting van heb ik jou daar.
“Altijd hetzelfde!” jammerde Kevin en hij balde een soort van vuist. “Denk je een keer dat het vrijdag is en dan legt je goudvis weer een kam in je keukenkast!”
Zijn verdriet nam vormen aan, waar alle emoties betreffende het voorval in Auswitz bij verbleken. Kevin zette zijn laptop aan en surfte naar een zelfhulpforum voor mensen met een depressie. Zeker vier uur lang heeft hij toen medeforumgasten proberen te overtuigen dat het goed is om zelfmoord te plegen. In vijf gevallen had hij succes. Kevin is zo gek nog niet!
Maar na een uur of vier en een zelfmoord of vijf vond Kevin het wel welletjes. “Die flauwekul met die zelfmoord ook altijd”, zei hij terwijl hij zijn rits dichtmaakte, “ik ga me eens bezighouden met hoe aardappels zichzelf kunnen schillen!”
En dat deed hij. Als geen ander.
Drie uur later had hij het voor elkaar dat er een aardappel was die een videoband kon schillen. Meer tijd wilde Kevin er niet insteken. Het pakte een biertje en zei “het is mooi geweest vandaag!”

Kevin de foetus – dinsdag

De telefoon ging om tien over elf en de wekker zou pas zes minuten later gaan.
“Godverdomme,” nam Kevin de telefoon op. Het was de manager van AC/DC – alweer, de zoveelste keer deze week – , die vroeg of Kevin tekstschrijver van de band wilde worden.
“Nee,” gilde Kevin in de telefoon, “en ik droomde net van een moeslima die een varken aan het pijpen was, dus nu helemaal niet meer!”
Maar toen ging de manager van AC/DC op het sentiment spelen. Hij was vroeger ook foetus geweest; enfin, u kent het wel. En toen ging (zelfs!) Kevin door zijn te worden knietjes.
Niet lang en een nieuwe villa voor Kevin daarna zongen bijna alle kindertjes van de wereld de hit ‘Take A Shit, But Give No Shit’ vrolijk mee. Het was een typische win-win-situatie: belangrijke dingen voor de wereld doen en daarnaast ook nog eens amper tot geen belasting betalen.
Kevin zette zijn telefoon uit en zijn wekker wat later en hij hield er wel van.

Kevin de foetus – maandag

Kevin langs bij de buren; de buurtjes gaven een party. De buurman had namelijk een mijlpaal bereikt – en dat al op zijn zevenenvijftigste!
Op de party trof Kevin een kantonrechter en hij vroeg deze enige vragen. Simpele vragen natuurlijk! Op moeilijke vragen zijn kantonrechters niet gebouwd. “Hoe krijg je bessensap uit kleding?” en “Hoeveel poten hebben spinnen?”, dat soort vragen.
“Ee, val die kantonrechter eens niet lastig,” schreeuwde de moeder van Kevin tegen Kevin. “Die moet ik nog pijpen als we geld nodig hebben!”
Respectvol nam Kevin afscheid van de kantonrechter met de woorden: “Ik wist niet dat u een man was”.
Toen Kevins moeder haar poepgat (zelf noemde ze het haar ‘second opinion’) aan werkelijk alle gasten had laten zien, maar ze nog steeds niet voldoende drank genuttigd had, togen Kevin en zijn moeder naar huis.
“Iedereen was bijzonder aardig,” zei Kevin onderweg. “Vorig jaar was het neuker,” zei zijn moeder en viel.

Kevin de foetus – zondag

Vandaag was Kevins vrijwilligersdag; zo stond het in zijn agenda. “Alles moet een keer meegemaakt worden en het maakt daarbij niet precies uit door wie!” was Kevins motto. Maar vandaag vond Kevin de foetus het nodig om eens te gaan collecteren voor een goed doel. En wel voor het goede doel ‘Stichting Mannen Boven De Zestig Die Ook Wel Weer Eens Een Keer Met Een Meid Van Achttien Willen Neuken’ – kortweg SMBDZDOWWEEKMEMVAWN.
Maar voor Kevin bij het eerste huis was om aan te bellen, bedacht hij zich: “Hee, is het niet juist die groep van achttienjarige meiden die in dezen vrijwilligsters moeten zijn en niet ik?” Kevin zag de Nobelprijzen al zijn kant op vliegen met deze gedachte en rende snel naar huis voor papier en potlood.
Na drie minuten had hij een belachelijk secuur uitgewerkt schema over hoe de meisjes van de samenleving tot een bepaalde leeftijd de mannelijke helft zouden kunnen behagen – desnoods tegen betaling.
Vol trots e-mailde Kevin dit plan naar de minister-president. Binnen twintig minuten had Kevin een e-mail terug waarin beschreven dat dat idee al bestond, maar ook met hartelijke groeten en ‘bedankt voor de moeite voor het denken voor de samenleving’.
“Tja, voor mij dus geen vrijwilligerswerk meer,” mompelde Kevin een joint rollende.