Kunt u dit bevestigen?

Van zijn geschiedenisleraar op school had Keilbout geleerd dat het altijd de daders zijn die het verleden willen vergeten, nooit de slachtoffers.
(Keilbout heette Keilbout omdat hij bij zijn geboorte precies leek op een schroef en zijn vader zo atechnisch was dat hij nog geen schroef van een keilbout kon onderscheiden.)
Jaren later krabde Keilbout zich achter zijn oren. Nou ja, oren, het waren nog een stel lobjes. Meer niet. Na een vuurloop of twintig waren Keilbouts voeten min of meer een soort verdikking van zijn enkels geworden en waren zijn oren hooguit flapjes of zo te noemen.
Krabben kon je het ook niet echt noemen eigenlijk. Normale mensen verstaan onder krabben iets doen waarbij je je vingers of zelfs nagels gebruikt. (Vissers in Zeeland verstaan weer iets anders onder krabben, maar daar viert de inteelt hoogtij, dus daar moeten we niet om lachen, maar dit geheel terzijde.)
‘Ik moest toch maar eens bij mijn ouwe geschiedenisleraar langsgaan om verhaal te halen,’ dacht Keilbout, want praten kon hij niet meer. ‘Ik voel me redelijk een slachtoffer en het verleden is niet bepaald een vriend van mij en volgens mij is er wel meer niet waar van wat ik vroeger geleerd heb. Volgens mij kun je AIDS ook gewoon kopen en hoef je helemaal niet allerlei ingewikkelde toeren uit te halen om het te krijgen.’
Hij had die ochtend in zijn horoscoop dat hij die dag zou gaan piekeren. Vreselijk! Zijn hele dag kapot. Want: wanneer zou hij dan precies piekeren? ’s Ochtends al of pas aan het einde van de middag? Misschien zelfs laat op de avond? Hoe moet je dan dingen godverdomme nog plannen met die boodschap?
Zijn horoscoop bracht hem eigenlijk altijd alleen maar onrust en hij besloot zich er niet meer aan te wagen. Maar zonder zenuwachtig te worden, kon hij nog bijzonder prima horoscopen lezen van mensen die precies op dezelfde dag als hij geboren waren. Hij kon dan te weten komen wat er die bewuste dag met hen zou gebeuren, maar hij hoefde zich diezelfde dag om totaal niets druk te maken!
Opgelucht kroop Keilbout naar de keuken en keek in de pan wat zijn moeder aan het bereiden was.
‘Bah, weer Mussolini in tomatensaus,’ probeerde hij door zijn gedegenereerde stembanden te persen. ‘Het wordt tijd dat ik eens laat zien wie hier de baas is!’
En Keilbout pakte zijn zaklamp en scheen op een man die op een fraaie varkenslederen bureaustoel zat.

PS: Keilbout was overigens dankzij zijn talrijke handicaps wel blij dat niemand hem meer uitlachte omdat hij twee verschillende sokken aanhad. Vroeger was dat bij hem namelijk nogal vaak het geval: een linker- en een rechtersok. De calvinistische komiek Stefan de Vreught (1555-1601) had dat wel leuk gevonden. Die zette de mensen maar al te graag op het verkeerde been.
‘Tilt u uw linkervoet maar op, dan trek ik uw rechterschoen aan,’ was een bekende grap van hem. Stefan speelde altijd voor uitverkochte zalen. Soms was het zelfs zo afgeladen dat hij er zelf niet meer bijpaste. En zijn veel verhalen over Stefan in omloop. Zo zou hij een pact hebben gesloten met de duivel. Zwaar overtrokken! Het was geen pact dat hij gesloten had, maar een deur. En het was ook niet met de duivel, maar met Pietje Zandstra. De duivel zelf schreef hierover in zijn autobiografie: ‘Ik zou nooit een pact sluiten met die De Vreught. Wat denken de mensen wel niet? Ik vind de humor van die De Vreught absoluut onsmakelijk en bovendien ben ik al in 1433 gestopt met het sluiten van pacten!’