Eindelijk, sinds vanochtend, heb ik bewijs dat ik niet aanwezig was tijdens de opname van de cd Blood Sugar Sex Magik (Red Hot Chili Peppers, 1991). Ik heb zelfs geen enkel nummer meegeschreven, blijkbaar. Nee, in die tijd was ik gewoon een beetje aan het labbekakken in Utrecht. Totaal andere plek dus. Maar ja: een mens kan zich vergissen!
Anthony (Kiedis) vertelde me vanochtend aan de telefoon dat hij me in die tijd ook helemaal niet kende.
“I fucking didn’t know you then,” zei hij letterlijk. En dat moeten we voor waar aannemen.
Het is bekend dat Anthony Kiedis nooit liegt. De meeste mensen aan wie je vraagt of ze wel eens masturberen gaan dan ineens heel erg ontkennend doen in zowel houding als taalgebruik. Anthony niet. Die zegt dan gewoon: “Even now, man. I’m beating the monkey right under your nose, faggot!”
Da’s fijn. Met zo’n man kun je praten.
Ik vraag me wel sinds vanochtend af of het project Blood Sugar Sex Magik niet beter was geweest als ik wel in de studio had rondgehangen. Had ik Flea bijvoorbeeld nog wat basaanwijzingen kunnen geven? Had ik wat teksten toffer kunnen herschrijven? Had ik de drummer (Chad Smith) nog wat over ritme kunnen leren? Dat soort dingen.
Zo vind ik het ook jammer dat ik Al Pacino niet heb kunnen coachen toen hij met zijn rol in Scarface bezig was. Of dat ik er niet was om advies aan te vragen toen Coppola zijn Apocalypse Now aan het maken was.
Het wereldbeeld van veel mensen die nu leven is feitelijk bepaald door mijn afwezigheid, noem het laksheid. Daarom wil ik even zeggen: sorry mensen!