Graandriehoeken en –vierkanten


Het wordt tijd een vakantiebestemming te kiezen. Maar niet meer Engeland, zoals vorig jaar. Die Engelsen zijn vervelend en lelijk en ze stinken nog erger dan Fransen. Sterker nog, ze meuren nog meer dan Spanjaarden! Als ze nou allemaal homofiel en moeslem zouden zijn, zou ik hen nog enigszins gelijk kunnen geven in hun karakter en identiteit.

Nee hoor, ik hou van de Britten zoals ze zijn. Want eenmaal door hen gevangengenomen en in een soort strooien pop opgesloten was ik maar wat blij dat die Kelten te stom zijn om vuur te kunnen maken.

Toch vallen er op het Engelse platteland fascinerende dingen mee te maken. Zo was ik vorig jaar in mijn gehuurde cottage net een partij stilton aan het weggooien toen er op de deur geklopt werd. De schuldigen waren twee gedrochten en aan hun accent te horen gokte ik erop dat ze niet in de buurt woonden. Ik had gelijk, zo bleek. Het ene wanschepsel heette Gorgar en het andere Gargor. Ze kwamen van een andere planeet en wilden graag een stok, een plank en een lang stuk touw lenen.

Zoals de mensen mij kennen, zo ben ik ook en ik gaf de twee onooglijke wezens waar zij om vroegen. Uiteraard was ik ook best benieuwd naar wat ze gingen doen, dus ik besloot hen te volgen. Bij een graanveld heb ik toen wel drie uur mijn lach in moeten houden terwijl ik naar het gestuntel van mijn mede-universumgenoten keek.

Op een gegeven moment vond ik het lelijk genoeg geweest. Ik stormde het graanveld in en riep: “Waar zijn jullie in oerknalsnaam mee bezig?”

Gorgar schrok en Gargor begon te huilen. Ze vertelden dat ze alleen nog maar in de winter hadden kunnen oefenen en dat er toen natuurlijk geen graan was en dat ze hun gebruikelijke gereedschap vergeten waren en geen zin hadden om dat thuis op te halen. Ik verstond maar de helft, maar de helft die ik niet verstond ging gelukkig over Justin Bieber.

Om hen gerust te stellen gaf ik hen een kwartiertje masturbeerpauze. Vervolgens legde ik de mormels uit dat hun manier van werken geen hout sneed hier op aarde.
“Als iets niet lukt is dat nog geen reden om te gaan janken en/of protestant te worden!” sprak ik.

Veel wijzer geworden keerden Gorgar en Gargor terug naar hun zonnestelsel. En ik ben die nacht verdulleme nog zeker vijf kwartier bezig geweest om het gepruts van hen te fatsoeneren.

Zonder mij hadden ruimtewezens vandaag de dag een slechte naam.