Rojan-principe

Om de employés voldoende aan het werk te houden heeft het plaatselijke casino hier onlangs opdracht gegeven om voor elke dorpsgenoot een taxatierapport op te laten maken. Wat er precies in dat verslag komt te staan is vooralsnog onduidelijk, maar de aangewezen taxateur (toevallig uit hetzelfde rotaryclubje als de portier) heeft al wel aangegeven dat hij sowieso vermogensschade, inkomensschade, bijkomende schade en deskundigenkosten als componenten zal onderzoeken. Het project zal enkele jaren in beslag nemen, daar de man taxaties slechts als nevenfunctie verricht en in het echte leven trainingen verzorgt voor het geven van cursussen aan adviseurs inzake monitoring.
Degenen van de dorpsbevolking die al benaderd zijn, hebben laten blijken nogal moeite te hebben met de communicatie van de waardebepaler. Op vragen over het hoe en waarom van de opzet, werd hooguit een afwijkend antwoord gegeven met de strekking: ‘Dit is een goede manier van werken, omdat het in orde is.’ Zoals wij zien wordt het uitgangspunt bij deze feedback simpelweg ongegeneerd met een herformulering ook als conclusie gebruikt. Beetje vervelend natuurlijk, dat soort reacties. Beetje vervelend, omdat het niet bepaald aangenaam is.
Let wel: ik heb het hier niet over een herformulering die wellicht nog enige zin zou kunnen hebben omdat daarmee een term wordt ontrafeld die in menig van koers geraakte discussie over politieke correctheid ter tafel komt, zoals de substitutie van ‘dood’ voor ‘metabolisch niet meer actief’. Nee, het gaat over een gevolgtrekking die in wezen niet meer dan een flauwe herhaling is van een eerder genoemd argument, puur in de hoop om van het gedoe af te zijn. Een onnozele x-dus-x-constructie is dan nog goed te overzien, maar het kan veel geniepiger. Het standpunt dat als besluit geëchood wordt, kan namelijk ook deel zijn van een set stellingen die parallel of serieel met elkaar verbonden zijn.
Zo’n cirkelredenatie – en het wordt zo genoemd omdat het een cirkelredenering betreft – is moeilijker te detecteren met dergelijke complexe argumenten. Vaak genoeg wordt het geheel daarbij nog extra verhuld door het bedrieglijke gebruik van non-verbale communicatie: de schouders naar achteren, de borst naar voren, het hoofd rechtop, gepaard gaande met enthousiaste, niet-twijfelachtige bewegingen. De moeite voor de ontwarring van de belabberde argumentatie wordt dan vaak niet genomen.
Al met al heeft zo’n ‘galmreactie’ trouwens wel iets weg van het tegen jezelf praten. Daar is niks mis mee, overigens, tegen jezelf praten – hardop, of als felle gedachtestroom. Dat is zeer gezond zelfs, als we de neuroloog en psychoanalyticus S.V. Rojan mogen geloven. Vroeger, voordat psychiaters voornamelijk bezig waren met het naar bed gaan met patiënten of met het voorschrijven van kalmerende middelen om in ieder geval de omgeving van die patiënten minder last te laten hebben van hun afwijking, spanden behandelaars van deze ‘ziektebeelden’ zich nog echt in om verklaringen en oplossingen aan het licht te brengen. Rojan is daar een tekenend voorbeeld van.
Zijn beroemde principe stelt dat je met tegen jezelf praten je bewustzijn van tot welke groep(en) je meent te behoren creëert en vergroot. (Rojan heeft het over klassen.) Daarnaast ziet hij de uitspraken die je aan jezelf richt als de meest pure vorm van ironie die bestaat.