Van die dagen

Gisteren was het Blue Monday. Dat zou de meest deprimerende dag van het jaar moeten zijn. Iets met het besef dat er niet veel van je goede voornemens terecht zal komen en dat je nog steeds met al je vetkwabben en je slechte conditie kettingrokend het volgende nieuwjaar zal vieren. Er schijnt een groepje wetenschappers te zijn dat bepaalt wanneer deze bewuste horrordag des doods valt. Dat klinkt als pure pseudowetenschap en getuige de sfeer die er gisteren heerste was dat ook pseudowetenschap maar dan van het niveau Diederik Stapel met een chromosoom teveel. Het enige blueë aan deze monday was de strakblauwe lucht. Zo ongeveer iedereen was vrolijk, de AEX sloot met winst, het was überdruk in de sportschool en het was na vijven nog licht. Geen slechte dag dus. Integendeel.

Er wordt je impliciet nogal wat opgelegd met dit soort dagen. Vaak zit er ook een of andere bedrijfstak achter die zo impliciet de verkoop van hun producten wil stimuleren. Valentijnsdag schijnt een idee van Hallmark te zijn en Wereld Aidsdag is een verzinsel van Durex, secretaressedag komt van de makers van viagra et cetera et cetera. Zo zal blue monday vast zijn bedacht door de drankindustrie of de farmaceuten die antidepressiva produceren.

Er zijn natuurlijk ook wel goede voorbeelden van dergelijke collectieve werelddagen. Zo heb je elke donderdag op twitter de #fuckoffanddiethursday. Ik persoonlijk kijk er elke week weer naar uit. En de landelijke reetleerdag -dit jaar valt hij op 31 januari- is er ook zo een waar ik al weken van tevoren zin in heb. Maar verder vind ik al die andere dagen maar grote onzin. Bijvoorbeeld, op wereldwaterdag ga ik niet ineens meer water drinken of langer douchen. Net zomin als dat ik op Antillendag (21 oktober) met mijn matties loesoe ga om mijn doekoe stuk te slaan op wat smatjes. Laat staat dat ik op wereldvrouwendag ineens spontaan ga twijfelen over alles, niet meer kan kaartlezen en mijn auto heel slecht inparkeer.