Ezelinnenbruggetje

Veertig meter na het opzeggen van zijn ongevallenverzekering struikelde de beroepsquizzer Stanislaw Antistanislawski. Tijdens het vallen al herinnerde hij zich dat er bij het uitvoeren van een val een drietal dimensies van de manoeuvre zijn: onderscheid wordt gemaakt in strategische, tactische en operationele beweging, waarbij er natuurlijk gerealiseerd moet worden dat deze aspecten elkaar gedeeltelijk overlappen. Amper een scheet later lag zijn compleet nieuwe kaakwond op de stoep. Een paar minuten kon hij vanwege de pijn nagenoeg niets meer. Twee postbodes die druk in gesprek waren en netjes over hem heen stapten hoorde hij zeggen dat het woord trivia teruggevoerd kon worden tot het Latijnse woord voor driesprong.
‘Grappig,’ dacht Antistanislawski. ‘Dat weetje heb ik mijn lieve vrouw, die ik vandaag toevallig precies twintig jaar ken, op onze eerste date ook verteld.’ Ze was niet om in te nemen en daarom had hij haar mee uitgenomen. En van het een kwam het ander, al kwam het ander wel pas een week of twaalf later. (Maar dit wel terzijde. Op overige manieren was het namelijk voor een bepaalde betrokkene niet aangenaam.)
Antistanislawski draaide zich langzaam op zijn rug, hield een hand voor zijn gezicht en zag de zon door de vingers. Hij keek om zich heen naar waar de zon nog verder scheen, maar hij zag niets nieuws. Voor een professionele quizzer had het leven sowieso weinig verrassingen meer. Wat dat betreft was een keer struikelen met onverwachte afloop, hoe pijnlijk ook, eigenlijk best wel opwindend. Waarom wist hij niet maar ineens schoot hem te binnen dat de gemiddelde kogel ongeveer twee keer de geluidssnelheid haalt en dat een kolibrie achteruit kan vliegen.
Hij had die vraag nog niet zo lang geleden gehad in een quiz. ‘Welk dier kan achteruitvliegen?’ De andere, mogelijke antwoorden waren: slang en olifant. Zijn tegenkandidaat had die vraag die dag ook goed, herinnerde Antistanislawski zich.
Inmiddels had hij door dat zijn mouwen de beste alternatieven waren om het bloed van zijn gezicht mee af te vegen. Voorzichtig maar vastberaden begon hij aan die taak.
Zijn vrouw had een zwak voor kolibries. Misschien was het dat wel. Zijn vrouw was zelfs ooit een kolibrie achternagereisd. Nou ja, achternagelopen meer. En dan ook maar iets van dertig seconden. Want ze kon het beest niet bijhouden. Nee, sportief was ze niet, zijn vrouw. En veel kennis had ze ook niet echt. Zijn vrouw wist bijvoorbeeld niet dat de kolibrie ’s werelds kleinste vogel was. De bijkolibrie, om precies te zijn, ook wel zunzuncito genoemd. Antistanislawski wist dat wel. Zelfs bloedend en half bewusteloos van de pijn op de grond. Snelste vogel: slechtvalk. Snelste landdier: jachtluipaard. Antistanislawski spuide het alsof het niets was. Zijn vrouw was zo goed als het tegenovergestelde.
Het enige wat ze gemeen hadden was misschien wel hun relatie. Van de vier keer dat hij met zijn vrouw getrouwd was, was dat twee keer op een oneven dag gebeurd en precies even veel keer op een even dag. En tussen die data door ging de ene seksloze week vaak naadloos over in de volgende.
Op geen enkele van de vier trouwerijen waren zijn ouders aanwezig geweest trouwens. Zijn moeder had met het vanaf drie weken na zijn geboorte niet meer levend zijn een fatsoenlijk excuus, maar zijn vader was gewoon weerbarstig en had altijd wel een dingetje. Ooit was hij gevlucht uit zijn vaderland, Japan, naar wat hij dacht dat Zweden was. Het bleek Nederland te zijn. Maar Antistanislawski senior wilde niet toegeven, leerde stug Zweeds en bleef de rest van zijn leven alleen die taal nog spreken.
‘Zweden heeft vijfentwintig provincies en de zuidelijke top van de berg Kebnekaise is het hoogste punt van het land,’ fluisterde Antistanislawski, terwijl hij ondertussen al op zijn handen en knieën leunde.
Ooit had hij bijna naam gemaakt met iets wat hij zelf bedacht had en niet iets wat hij toevallig wist. Hij had een methode gevonden om paperbacks die binnenstebuiten waren gevouwen (over de rug, om eigenwijs te kunnen lezen) terug te kunnen vouwen zonder dat het boek weer sprong naar de gemaakte vouw. Hij was hier zelfs nog over geïnterviewd door een regionale zender. Hij zei toen tegen de journalist: ‘Ik heb een methode gevonden om paperbacks die binnenstebuiten zijn gevouwen, over de rug, om eigenwijs te kunnen lezen, terug te kunnen vouwen zonder dat het boek weer springt naar de gemaakte vouw.’ Maar meer zendtijd was er niet en de dag erna was de aandacht al verhuisd zonder een adres achter te laten.
Antistanislawski vermande zich. Hij moest nog boodschappen doen en naar huis. Vanavond zou hij winnen op Nederland 1. Maar zijn vrouw wilde iets zien op Nederland 2 en ze wilde daar chips bij eten die hij moest halen. Met die kennis stond Antistanislawski op en ging hij er met lage snelheid vandoor.