Kevin de foetus en het ogenkruis

Elke dinsdag en andere vrije dagen treffen de drie vrienden Kevin de foetus, Louis Nanet en David Pefko elkaar in Cafetaria Het Analysecertificaat om te mijmeren. Zo ook afgelopen woensdag.
Er waren de laatste week wat spanningen in de groep geweest. Louis had grote fouten gemaakt. Hij had zonder overleg zijn pistool leeggeschoten op David. Achteraf had hij hier ook maar halve informatie over gegeven. Maar gelukkig schoot hij geen enkele keer raak, dus er was eigenlijk niets aan de hand.
“Hee flikstaaf, kan het wat zachter?” schreeuwde Louis tegen het genie dat in de hoek van de snackbar zat. Het genie was een bekende in de buurt. Hij was altijd aan het tellen. Vanaf zijn geboorte al. Hij wilde namelijk weten hoeveel seconden een mensenleven was. De mensen in de buurt wisten dat en lieten het genie begaan. Maar soms telde hij iets te luidruchtig en dan moesten de mensen de introverte zak daar even op wijzen.
Kevin de foetus zuchtte. “Ik vind het altijd weer vermoeiend dat Pasen,” zei hij. “Maar ik leer elke keer weer iets. Zo zag ik dit weekend ineens dat je uit een simpele bijbelpassage kunt opmaken dat Jezus van ver voor de tijd van Calvijn was.”
“Hoe dat zo?” zei David.
“Nou,” zei Kevin. “Op een gegeven moment* piept hij, Jezus dus, dat hij de te verwachten pijn liever niet mee wil maken. Dat hij als het even kan zeg maar niet uit de beker wil drinken.”
“En?” zei Louis.
“Nou,” zei Kevin. “Een protestant zou zoiets nooit doen. Voor een protestant is het juist de bedoeling dat hij pijn voelt.”
“Daar zit wat in!” riep Nico, de eigenaar van de eetgelegenheid.
“Fijn dat je het met me eens bent,” zei Kevin.
“Nee, ik heb het niet over jouw verhaal,” zei Nico. “Ik heb het over deze envelop. Ik verwacht namelijk een brief van de gemeente. Over mijn stoepbordvergunning. Eerst moet ik godverdomme een formulier van dertig pagina’s invullen. Dan moet ik iets van zes weken wachten. Dan moet er natuurlijk weer iets gewijzigd worden. Maar ondertussen wel tien tientjes overmaken voor die ellende, godverdomme. Ik zeg je, er zijn landen waar dat veel sneller gaat. Je zoekt je lokale ambtenaar. Je koopt die om voor tien tientjes en je bent klaar. Korte lijntjes. Veel beter. Hier zijn er minstens dertig man mee bezig.”
“Rustig maar, Nico,” zei David. “Maar je vergist je. We waren niet met jou aan het praten.”
“Weet je wat het is met die kerk?” zei Louis. “Ik vind het knap van die priesters dat ze ervoor hebben kunnen zorgen dat sommige van die jankende babyboomers van nu nog steeds last hebben van een schrale huid. Ik bedoel, ik neem aan dat de klachten die ontstaan zijn uit die seksuele ontmoetingen lichamelijke klachten zijn. Psychische klachten daar kan en doet onze moderne wetgever namelijk niks mee.”
“Precies exact! En waar in de koran staat eigenlijk dat je moslims niet mag discrimineren?” riepen Kevin en David enthousiast in koor.
Op dat moment kwam er een Duitser de snackbar binnen.
De drie vrienden staakten snel hun plezier, zwegen en keken ieder naar een eigen stukje plafond.

Twintig minuten later was de Duitser weer weg.
Voorzichtig probeerde Kevin weer wat te zeggen: “Hee Louis, ben jij ook altijd zo geil tijdens het neuken?”
“Als ik neuk ga ik er helemaal in op,” zei Louis. “Ik word dan één met mijn penis.”
“Wat een vies verhaal, man,” zei David.
Het genie in de hoek begon weer hardop te tellen.

— — —
* Mat 26:42, Mar 14:36, Luk 22:42