Dichterbij

Dichters zijn te herkennen
Aan hun bloedstriemen
Ze geven de bonnetjes aan hun buurvrouwen
Want ze eten niet

En met maagbloedingen en darmklachten
Slepen ze zich naar het papier
Dan schrijven ze “de mens is…”
En eten een deel van hun hoed op

Roken is ook een belangrijk thema
Want dichters roken vaak
En daarna gaan ze roken
En, oh, wat vinden ze roken toch fijn

Als dan de woorden komen
Dan wordt er ook geknoeid
Want rotzooi is zeker geen bijzaak
En het is al bijna nacht