Gedoe met gezondheidsclaims en zo

Ik las laatst in een communicatieuiting van een niet nader te noemen bank “Ondernemers leven langer bij de Rabobank”. (Shit, nou heb ik toch nog de naam van de betreffende financiële instelling genoemd.)
Maar ik kon om de slogan van deze sociale werkbank allerminst lachen, omdat ik namelijk tijdelijk een inspecteursbaantje bij de overheid heb. (De overheid heeft geld nodig, ziet u, en dat doet de overheid dan door het verhogen van belastingen en het uitschrijven van boetes en zo.)
Mijn taak is het er speciaal op te letten dat de reclamecode wordt nageleefd. De mensen moeten per slot geholpen worden!
En zo’n leus van zo’n bank is natuurlijk uit den boze. Is niet te bewijzen. Slaat nergens op. Mag niet. Is een gezondheidsclaim en daar staat een claim tegenover. Maar ja, bij een bank valt geen geld te halen, dus de bewuste instelling komt er weer goed vanaf.
Erger kwam ik vorig weekend tegen. Ik zat met mijn gezin in een kerk een eerstecommuniemis bij te wonen. Mijn jongste zoon verveelde zich, maar gelukkig was het blijkbaar normaal achterin de kerk een kleurplaat en potloden te pakken om de tijd te doden. Zo deden wij. Tot ik eens goed de kleurplaat bekeek. Er stond een hippie op die iemand aanraakte met de tekst “Jezus maakt ons beter en geneest ook mensen met een gebrek of ziekte” eronder. Dat is een gezondheidsclaim! Dat wist ik meteen. En onze overheid vindt dat je mensen niet mag misleiden. Gewoon strafbaar is dat. En ik weet niet uit welk boek de kerk die onzin haalt, maar het zou dus verboden moeten worden.
Kijk, de Belastingdienst doet het goed. Die hebben een goeie yell. “Leuker kunnen we het niet maken, maar wel makkelijker!” En dat is ook zo. Dat is onderzocht. Daar is niet alleen een Pareto-analyse tegenaan gegooid, maar ook een ABC-analyse.
Ze kúnnen het makkelijker maken. Ze dóen het niet. Maar ze zouden het kunnen doen.
Geen misleiding hier. Nee: helderheid!

Niet lang geleden heb ik nog een Zeeuwse opticien door boetes een faillissement op laten leggen. Hij dacht in het plaatselijke courantje gebruik te mogen maken van een soort marketingvrijheid. Nou, mooi niet dus!
Uiteraard heb ik hem er in een duidelijk gesprek even ragfijn op gewezen wat nu eigenlijk de bedoeling van Nederland is. Hieronder een klein stukje van deze heldere uitleg:

‘Als jij zo’n geweldige brillenverkoper bent, waarom is God dan geen klant bij jou?’
– ‘Eh, God ziet alles?’
‘Nee! Omdat hij godverdomme met zijn rolstoel niet naar binnen kan, vuile slijmzuiger!’

In het pand van de opticien zit inmiddels al een bordeel. Huize Sandra.
Huize Sandra adverteert met “Bij ons zijn alle meisjes 18 jaar”.

Ja, zo lust ik er nog wel een!