Huppertz-effect

Het werkbezoek onlangs van Arthur van Amerongen en Henk Westbroek aan onze gemeente verliep wonderbaarlijk goed, op de continue interrupties na van een plaatselijke ondernemer – zijn bedrijf verzorgt cursussen aan adviseurs over de monitoring van coaching – die aan iedereen duidelijk moest maken dat hij niet wist wie die Arthur Westbroek en die andere gozer waren.
Toen Van Amerongen op een gegeven moment aangaf dat er in ons katholieke gewest helemaal geen aparte dodenherdenking hoeft plaats te vinden, omdat we immers ieder jaar met Allerzielen onze rouwlusten al bot kunnen vieren, kwam er een discussietje op gang. Westbroek kon zich hier niet in mengen, omdat hij toevallig net de hele tijd drank aan het halen was, maar hij was het wel met elke geponeerde stelling feestelijk oneens.
Uiteindelijk ging de laatste bus.
En omdat men te veel bezig was geweest met het sorteren van pek en veren had men geen tijd gehad om overtuigende argumentatie te bezigen. Men had onder andere kunnen zeggen: ‘Hela, luister eens, Arthur, sommige eigenschappen zijn zodanig dat, als een hele groep zo’n eigenschap heeft, de verschillende delen van die groep niet per se die eigenschap hoeven hebben. Dat bijvoorbeeld het universum miljarden jaren bestaat, wil nog niet zeggen dat alles in dat universum net zo oud is. Dus dat in de westerse rooms-katholieke traditie op 2 november alle doden worden herdacht, houdt nog niet in wij in ons eigenzinnige bolwerkje dat eveneens moeten doen.’ En men had kunnen aanvullen met: ‘Ja, want wij eisen ook niet van de mensheid dat ze de bevrijding vieren gerekend vanaf een datum waarop elders in het land nog volop honger en ellende heerste en het nog wel een jaartje zou duren voor de Amerikanen met het vermoorden van meer dan honderdduizend mensen in twee klappen een beslissend einde maakten aan die bewuste wereldoorlog.’
Westbroek was het hier allemaal waarschijnlijk lustig niet mee geweest, en Van Amerongen had niet eens de moeite genomen om te responderen en was gegarandeerd op de dj van die avond afgestapt om te vragen of hij/zij iets van France Gall op kon zetten of een ander lied van Serge Gainsbourg. Maar goed, zo werd de discussie dus niet gespeeld. En dat hoefde ook niet. Als één (denkbaar) exemplaar van de mensheid op een bepaalde manier reageren zou, dan betekent dat nog niet dat het hele mensenras op gelijke wijze moet reageren.
Maar de boel maar op zijn beloop laten is niettemin niet altijd gewenst. Sowieso kan het hebben van een weerwoord in veel gevallen leerzamer zijn dan zwijgen. Ik denk hierbij vooral aan het wellicht tegenwoordig wat minder gekende Huppertz-effect, dat aangeeft dat je je eigen argumenten pas (echt) leert kennen, als je ze uitspreekt, als je ze hardop zegt. Andersom: als je je mond houdt, kun je je gedachtegang uiteraard niet horen.
Je zou zeggen dat Huppertz hiermee de school van Freud volgt, maar hij komt uit een heel andere hoek, namelijk de politiek. Van hem is ook de zienswijze dat het simpele beschrijven van de realiteit het meest vooruitstrevende is dat een politicus kan doen. En als hij niet op veertigjarige leeftijd doof was geworden, had hij het naar hem genoemde effect vermoedelijk grondiger kracht kunnen bijzetten.