Chairman of the bored (deel 10)

“Een avontuur uit een jongensboek, “ zei Rick peinzend, “eens kijken of ik… maar natuurlijk. Ik heb natuurlijk nog deze ring.” Rick liet een vrij eenvoudige ring zien aan het gezelschap om hem heen. “Het schijnt dat deze ring magische krachten bezit. Ik kreeg hem van een tovenaar met een grote grijze baard met het verzoek een gezelschap van vier man samen te stellen en erop uit te trekken naar een gevaarlijk land heel ver van hier. Ons doel is een grote vulkaan precies in het midden van dat land. Daar moeten we heen om de ring, die kwade krachten bezit, te vernietigen. Als jullie zin hebben kunnen we dat wel gaan doen.”
“Hoe lang gaat het duren?” vroeg Mullah. “Niet dat ik geen tijd heb ofzo –ik ben immers onsterfelijk- maar gewoon voor mijn beeld.”
“Ik schat toch zeker een paar jaar.” Was de eerlijke repliek van Rick.
“Een paar jaar?” zei Pelle verontwaardigd. “Een paar jaar? Dat is geen avontuur uit een jongensboek maar een heel epos. Eerlijk gezegd heb ik daar nou ook weer geen zin in. Ik bedoel, we moeten allerlei heldendaden verrichten een aantal van ons zal het niet overleven en dan heb je uiteindelijk je doel bereikt en dan? Dan val je in een enorm gat. Vertel mij wat.” De argumentatie van Pelle leek aan te slaan want Jan Jaap en Mullah knikten instemmend. “Dat klopt zei Jan Jaap, na mijn laatste epos heeft het maanden geduurd voordat ik mezelf weer een beetje in het gareel had.”
“Maar wat gaan we dan doen?” vroeg Rick.
“Heb je nog geneukt?” probeerde Jan Jaap, oplossingsgericht als hij was.
“Zo vaak, ik kan geen kut meer zeggen.”
“Wat zei je nou tussen geen en meer?” vroeg Mullah.
“Kut,” zei Rick.
“Ik versta je nog niet.”
“Kut.”
“Wat?”
“Jongens, jongens. Blijf focussen, “ brak Pelle in, “laten we ons concentreren op het probleem. Het probleem is dat we geen avontuur hebben om te beleven. Hoe lossen we dat op? Iemand een idee?” De rest keek Pelle aan alsof hij zichzelf zojuist helemaal had ondergescheten, wat ook gebeurde toen hij zag hoe men naar hem keek.
“Laten we gewoon mijn dealer Mo bellen en ophouden met dat gezeik,” zei Jan Jaap.
(wordt vervolgd)