De stoppende tapper

Voorbij de rietvelden, waar ooit de heksen het hout voor hun brandstapels sprokkelden, voorbij de moerassen en de stilstaande molens, daar waar de muizen graag een huis hadden gezien en nog steeds alles nat wordt als het regent, hier niet ver vandaan, liep eens een dorstige boer zich met zichzelf te bemoeien.
‘Hé, dorstige boer!’ hoorde hij iemand roepen, maar hij reageerde niet, omdat hij van mening was dat hij echt niet de enige dorstige boer was die daar liep.
‘Ja, jij daar,’ klonk de stem weer.
Nu keek de dorstige boer wel, want met ‘jij’ werd hij wel vaker bedoeld. Hij zag een oude grijsaard die zijn haren wit had geverfd.
‘Bent u dorstig, goede vriend?’ zei de grijsaard.
‘Ja,’ zei de dorstige boer, ‘ik zou zelfs aqua tofana kunnen drinken.’
‘Wablief?’
‘Aqua tofana, een mengel van de oxides van lood en arseen, en dan nog wat antimoon erbij, geloof ik. Dat is in ieder geval de basis.’
‘Ken ik niet,’ zei de grijsaard. ‘Maar ik heb een geheim dat ik met je wil delen. Puur uit altruïsme. Want zo ben ik.’
De grijsaard vertelde over een herberg in de buurt, Hoeve De Halve Waarheid, waar je gratis kon drinken als je ‘Tap, waarde waard, tap!’ tegen de waard zei. De bewuste waard bleef dan tappen tot je ‘Stop, waarde waard, stop!’ had gezegd.
‘Dus als ik wat te lessen heb, gebruik ik de eerste formule,’ zei de dorstige boer, met een combinatie van een glinstering en een fonkeling in zijn ogen, ‘en als ik mijn dranklust bevredigd heb, hoef ik alleen nog maar die tweede spreuk te uiten?’
‘Precies!’ sprak de grijsaard precies.
De dorstige boer bedankte de gekke, oude man, en ging het zojuist geleerde meteen uitproberen. (Nou ja, niet meteen. Eerst ging hij nog even ergens iets drinken.) En het werkte! Toen hij ‘Tap, waarde waard, tap!’ tegen de waard zei, ging de beste man tappen, en toen hij ‘Stop, waarde waard, stop!’ tegen hem zei, stopte hij met tappen. Vol wijn en enthousiasme rende de boer naar huis om zijn ervaring aan al zijn vrienden te vertellen. Met z’n tweeën gingen die direct daarop naar De Halve Waarheid om het ook te beproeven.
‘Tap, waarde waard, tap!’ zeiden ze in koor tegen de waard, en ze vulden hun gezellige buikjes met bier en wijn.
Al gauw hing er vrolijk gezang in de lucht, en was de sfeer met geen mogelijkheid meer te snijden. Ze konden hun geluk niet op en hun drank nog wel, maar na een uur of acht hadden de twee vrienden echt wel genoeg gedronken.
‘Ja, doe nu maar ophouden met tappen,’ zeiden ze samen, maar niet al te synchroon.
De waard ging – uiteraard – gewoon door met tappen.
‘Ho maar, het is wel genoeg zo!’ zei er een.
‘Beetje van de stopperdestop doen is wel oké nu. We hebben zat gehad, zeg maar!’ zei de ander.
Beide keren veranderde er niets. Vergeefs probeerden de twee maten nog twee of drie commando’s om het tappen te laten stoppen. Maar ze waren de toverformule blijkbaar vergeten. En dus gingen ze gewoon naar huis, want ze realiseerden zich dat het hun eigenlijk helemaal niets uitmaakte dat de waard in hun afwezigheid door bleef tappen.