Na zijn mislukte carrière als paaldanser wilde Jelle Huismans eens iets totaal anders en aangezien plaatjes meer zeggen dan woorden en Jelle van een adviseur had begrepen dat losse woorden nogal moeilijk te vermarkten waren, besloot hij zijn heil te zoeken in de fotografie. Binnen die stiel legde hij zich toe op het fotograferen van bekende mensen.
Het duurde niet lang voor Jelle voldoende materiaal had om te gaan leuren. Een dag later had hij een afspraak en hij kwam op tijd.
“Nou Jelle, laat maar eens zien wat je hebt,” zei de hoofdredacteur van een leidend cultuurtijdschrift.
Jelle opende zijn portfolio, legde snel na elkaar een aantal foto’s op tafel en gaf daarbij wat haast overbodig commentaar. “Hier heb je dus Jack Nicholson en hier Peter Timofeeff en Adelheid Roosen, Oprah Winfrey, Jort Kelder…”
“Ho, ho, ho! Wacht even!” stopte de hoofdredacteur Jelle. “Die kwaliteit is zo slecht. En zie ik eigenlijk steeds een televisie in beeld?”
“Ja, hoezo?”
“Is dit een grap? Heb je nou gewoon thuis foto’s van je beeldbuis gemaakt als er bekende mensen op het scherm waren?”
“Helemaal niks mis mee, dacht ik zelf,” zei Jelle trots. “A, ik val er die bewuste beroemdheden niet mee lastig en B, dit is toch wel revolutionair te noemen! Kijk hier nou: Albert Verlinde terwijl hij Boulevard presenteert. Dat willen mensen toch zien? Foto’s van hem in zijn speedo zijn er al genoeg. Dit is de echte Albert! En deze foto van Kevin Costner in een scène in Dances with Wolves laat de acteur zien als hij bezig is met het uitoefenen van zijn beroep. Daar hebben de mensen wat aan! Dat is journalistiek! Heb ik gelijk of niet?”
De hoofdredacteur zuchtte en wist eigenlijk niet zo goed wat hij met de situatie moest. “Is dit alles wat je hebt of kun je nog iets anders laten zien?” zei hij Jelle dat deel van de twijfel gevende dat in sommige kringen met ‘voordeel’ wordt aangeduid.
“Natuurlijk!” riep Jelle vol bravoure en enthousiasme en hij toverde een set van twee foto’s tevoorschijn.
“En wat moet dit dan zijn?” bracht de hoofdredacteur met een mix van onzekerheid en verwarring ten gehore.
“De kut van Nathalie Holloway!” zong Jelle bijna.
“De kut van Nathalie Holloway? De kut van Nathalie Holloway? Is dit echt de kut van Nathalie Holloway?” zei de hoofdredacteur met onder andere verbazing.
“Ja! Nou, niet echt natuurlijk.”
“Wel of niet?”
“Dit had de kut van Nathalie Holloway kunnen zijn! Kijk, we weten niet echt veel van die Nathalie. Maar we weten dat ze van het vrouwelijke geslacht is. Met deze foto’s geef ik de mensen die extra houvast. En het doet er daarbij natuurlijk niet echt heel erg toe of dit nou de echte kut van Nathalie Holloway is of niet. Ze heeft, of had, een kut en hoe die eruitziet, of eruitzag, dat is eigenlijk niet van belang. Met deze kut krijgt Nathalie een gezicht! En dat hebben de mensen verdiend! …”
Jelle keek op. De hoofdredacteur was inmiddels weggelopen.
“Paaldansen verleer je nooit,” dacht Jelle, terwijl hij naar buiten werd gedragen.