Emoticons zijn niet meer weg te denken uit de geschreven taal. Van een trend is al lang niet meer te spreken; ze zijn zo ingeburgerd als een islamitische immigrant die stamppot rauwe andijvie met spekjes en rookworst het liefst eet met een Bavaria erbij. Het was dan ook wachten tot deze vorm van taalgebruik zou overwaaien naar de gesproken taal. Van dat overwaaien is op dit moment wel degelijk sprake. Onder jongeren is het ontzettend bon-ton om hun zinnen af te sluiten met een gesproken emoticon. Zo hoorde ik iemand laatst zeggen tegen zijn mattie: “morgen krijg ik mijn nieuwe Samsung Galaxy S dubbele punt streepje haakje sluiten”
“Vet! Dubbele punt streepje hoofdletter D.” riep zijn makker enthousiast.
“Ik heb nog steeds die oude, lauwe iPhone, dubbele punt streepje haakje openen,” zei een meisje dat bij de jongens stond.
“Dubbele punt aanhalingsteken streepje haakje openen!” zeiden de twee jongens in koor en op medelevende wijze.
Wat het uitdrukken van emoties betreft is de taalkundige rijkheid van de emoticon onbeperkt. Je kunt het van mij aannemen dat over een tijdje niemand zich nog kan voorstellen hoe het was om te spreken zonder emoticons te gebruiken. Hiëroglieficons zullen weldra volgen en voor je het weet, hebben we woorden helemaal niet meer nodig.