Hyves is voor homo’s en homofielen

chet-baker Een homo is een homofiel die sneller klaar wil zijn. En – hoewel ze het zelf geil vinden – je moet hen niet over een kam scheren. De meeste kammen zijn daar gewoonweg niet voor gemaakt. Maar homo’s en homofielen, ze hebben toch een overeenkomst. Een overeenkomst die aanwezig is in verschillende gedaantes: Hyves, Myspace, Facebook, et cetera. Mijn ondervinding is dat deze zogenaamde profielensites ontworpen zijn voor de H’s en H-en. De H’s en H-en wisselen namelijk nogal graag dingen met elkaar uit. Ik geef toe, zelf heb ik ook rondgekeken op die sites. Maar al gauw stond het kotsen mij nader dan de rok. Wat interesseert het mij in godsnaam dat iemand afwachtend is op een mening over een uitspraak van de katholieke kerk of dat iemand geland is op het vliegveld van Miami? Ga aardappels schillen; dat deed je moeder ook, denk ik dan.

“Ach, het houdt ze van de straat!” hoorde ik laatst op een congres voor psychiaters die een hekel hebben aan goudvissen.

En wellicht is dat ook wel zo. Er is namelijk geen enkele stratenmaker te vinden die een profiel heeft op Hyves, Myspace, Facebook, of noem maar op. Daar durf ik mijn hand voor op een inductieplaat te leggen!

En wat doen die H’s en H-en daar dan op die profielensites? Ik zal het je vertellen: chatten. (Waar vrouwen door de eeuwen heen kaakspieren voor ontwikkeld hebben, doen H’s en H-en digitaal.)

Het is niet voor niets dat de briljante jazzartiest en soms wazig ziende helderziende Chet Baker op 13 mei 1988 uit zijn hotelkamerraam sprong. Hij voorzag dat men zijn naam fonetisch zou gaan misbruiken.

Eerherstel voor Chet vindt plaats op 4 maart 2011. Bij dezen bent u uitgenodigd. Bevestiging via alles behalve Hyves, Myspace, Facebook en dergelijke.

Verplichte riedel

koffie drinken moet je serieus nemen Opstaan. In bed is het warm en behaaglijk. Daarbuiten is het koud en donker. Tussen mij en een warme douche staat drie keer snoozen, door de kou naar de douche lopen en ondertussen de kat een aai over zijn bol én wat eten geven en, belangrijker, de aan/uit knop van mijn espressomachine eenmaal omschakelen. Onder de douche, warm water glijdt over je heen. Een warme douche ’s ochtends is als methadon voor een heroineverslaafde die moet afkicken; het is een surrogaatachtig alternatief voor het warme bed waar je veel liever in zou liggen. Ondertussen warmt het thermoblock van mijn Quickmill zich lekker op.

En dan komt het. De kraan moet dicht. Instantkou. Snel afdrogen en aankleden. Buiten is het nog steeds donker. De hufters! Ontbijten doe ik niet. Ik fiets naar mijn werk en dan eet ik een appel. Maar koffie drinken doe ik wel. Minimaal één dubbele espresso voordat ik de deur uitga. Geen koffie is geen porem.

Vandaag had ik geen koffie. Drie keer snoozen werd zeven keer, of meer. Douchen bleek even verslavend als in bed blijven liggen. Laat. Godverdomme laat. Te laat dus geen koffie. Geen koffie!? Chagrijnig. Nog steeds. Na zes smerige bakken automatenmeuk nog steeds niet wakker.

Meer koffie. Meer koffie godverdomme.

De dag dat de mensheid water ontdekte

Velen van ons weten het niet, maar de mensheid heeft niet altijd water gehad. In vroegere tijden – en dan heb ik het echt over de tijd van voor The Beatles nog – leefden de mensen waterloos.

Stelde je in die tijd de vraag “wilt u iets drinken?”, dan was het antwoord “doe maar een tomatensap” of “bitter lemon zou toppie zijn”, maar “glaasje water, graag” was er niet bij. Want water kende de oermens niet!

Tot het moment dat – en het was op de Russische kalender 12 augustus – Dikke Schaamlip (ja, ze hadden rare namen in die tijd) met twee stokjes op elkaar wreef en er water ontstond.

De oermensen wisten niet wat ze moesten doen. (Verbazing was ook nog niet uitgevonden.)

Dikke Schaamlip stond met zijn stamgenoten naar het water te kijken.
“Zullen we het neuken?” vroeg Dikke Schaamlip aan zijn stamgenoten.
“Kunnen we niet beter Roodhaar uit hut 7 neuken?” zei E-bay (ja, ze hadden rare namen in die tijd).
En dat deden ze toen.
Toen ze terugkwamen was het water er nog steeds.

“Zullen we het verbranden?” vroeg Wouter Bos (ja, ze hadden rare namen in die tijd).
“Nee, nee, nee,” kwam de medicijnman aanrennen. “We moeten er onze kont mee wassen en het daarna drinken!”
“Kont heeft toch evenveel letters als reet en anus?” zei Xaviera Hollander (ja, rare namen), maar niemand luisterde naar haar.
Dikke Schaamlip protesteerde. “Hee, ik ga echt niet iets drinken waar mijn kont mee gewassen is!”
Maar toen kwam Wouter Bos: “Maar als we het nou eens ‘water’ noemen. En ik drink het water waar jij je kont mee gewassen hebt. En jij drinkt het water waar ik mijn kont mee gewassen heb!”
“Daar kan ik mee leven,” zei Dikke Schaamlip. “Kom op, we schrijven een Bijbel!”

En tot in de late uurtjes was het feest.

Klotegedicht

Een klotegedicht is alleen een klotegedicht als er klotegedicht op staat.
Je hebt daar speciale wikkels voor.
Het is dan wel van belang dat je het klotegedicht zo schrijft dat het precies in de wikkel past.
Anders ziet het er niet uit; laten we wel wezen!
Je moet een klotegedicht trouwens niet onderschatten.
Onderschijten mag.
Onderpissen ook, of onderkotsen.
Zolang de tekst op de wikkel maar leesbaar blijft.
En het ©-symbooltje!
Want er zijn nogal wat vervalsingen in omloop.
Een beetje klotegedicht levert namelijk al snel een euro of duizend op.
Hoed je dus voor nepklotegedichten.
Het zal niet de eerste keer zijn dat je een prima gedicht aan het lezen bent dat verstopt zat in een klotegedichtwikkel.

Een soort van samenvatting…

Lid van het hilarische ras was ik en zestien, 10 oktober, Orson Welles stierf – hartaanval, een van de mooiste der doden; wellicht subliemer dan een kogel toegevoegd krijgen aan je lichaam – en ik besloot later als ik groot zou zijn een baard te laten groeien. Hugh Hefner had inmiddels al lang een situatie gemaakt dat hij ‘niet met je tanden’ moest laten doorgeven via zeker drie assistentes, maar het laatste beetje fenomeen ‘echte man’ stierf – althans voor mij – op 10 oktober 1985.

Ergens in die tijd moet ik voor het eerst bloed opgehoest hebben. Het verhelderde. Ik heb veel wc’s van heel dichtbij gezien en ik ben keramiek enorm gaan waarderen. Ooit heb ik zelfs in een gouden toilet bloed gekotst. Die pot was werkelijk zijn gewicht in goud waard. Een de kabbala aanhangende econoom vertelde mij ooit dat dat op even dagen gemiddeld meer was dan op oneven dagen. Maar we moeten niet van alles erbij halen. Dat deed Jesper Demdoeke ook niet toen hij ooit voor al zijn vrienden een barbecue gaf. De genodigden die zelf geen dingen als kipfilet, stokbrood, fiëstasaus of kruidenboter hadden meegebracht, konden geen kipfilet, stokbrood, fiëstasaus of kruidenboter eten. Jesper Demdoeke was mijn lijfarts in die tijd. Volgens Jesper is mijn bloedgroep ‘kersenrood’. Dat klinkt weinig intelligent en indrukwekkend, maar Jesper heeft er wel mooi voor gezorgd dat ik nooit borstkanker heb gehad!

Freddie de junkie zombie

“Mijn god, wat zie je er weer uit!” zeiden zijn medezombies tegen Freddie. “Zo ga je vannacht echt niet met ons op pad.”

“Ach,” zuchtte Freddie. “Wat zeuren jullie weer? Even een snuifje en ik sta zo weer mijn zombietje.”

Er klonk geroezemoes in het verlaten pakhuis dat Freddie en zijn kornuiten hun thuis noemden.

“Nee!” opperde de opperzombie. “Nee, Freddie, het is genoeg geweest. Door jou krijgen we een slechte naam. Iedereen hier doet zijn best. Maar jij? Wat doe jij? De hele dag maar een beetje blowen en zuipen en spuitjes zetten! Vind je dat normaal?”

“Tja,” mompelde Freddie. “Wat moet ik dan? Ik voel me eerlijk gezegd niet zo lekker in mijn vel. Eh, ik ben eigenlijk meer een ochtendzombie…”

“Geen gemaar!” ging de opperzombie verder.

“Ik zei geen maar,” onderbrak Freddie de opperzombie.

“Eh,” vervolgde de opperzombie zijn betoogje, “geen ge-tja dan! Freddie, luister. Er zijn hier zombies die het wel leuk vinden en die het zombie-zijn ook heel serieus nemen. En ik spreek namens alle zombies hier als ik zeg dat als je nu niet gaat douchen en belooft af te kicken je nooit meer met ons mee mag.”

“Cool!” zei Freddie, terwijl hij in de tv-gids snuffelde. “Over vijf minuten ‘The Sound Of Music’ op de buis! Da’s prima met een potje bier en een bakje pindanootjes…”

Freddie zette de tv aan, ging op de bank liggen en zwaaide zijn vriendjes uit, die al nee schuddend en geluiden van minachting makende in een tamelijk lange rij langs Freddie heen naar buiten schuifelden.

Verbeterd en aangepast: Het nieuwe slapen, een sprookje (http://wp.me/p27bxo-OE)

Per Seconde Wijzer

67462802“In de volgende ronde een vraag uit de categorie Sudoku’s. Noem bij de volgende negen omschrijvingen van één van de sudokugetallen –één tot en met negen– het bijbehorende getal. Ben je er klaar voor?”
“Helemaal.”

“Oké, start de klok. Dit getal ziet er uit als een slordige driehoek en is de wortel van 16…”
“…zeven”
“De uitspraak van dit getal assoneert met het laatste woord in Peter R de Vries…”
“… twee …”
“Dit getal was ook de naam van een in 1997 opgerichte Britse boyband bekend van nummers als Slam Dunk (da Funk) en Got the Feelin’…”
“…eh … één …”
“Dit getal is het favoriete getal van Ivo Niehe en …”
“…negen!…”
“Dit getal heeft volgens blogger bjg op hippekut.com een taille om u tegen te zeggen.”
“…zes…”
“Dit getal is deelbaar door één én zichzelf maar toch géén priemgetal.”
“…dat is eh… een acht.”
“Dit getal is een beetje nichterig…”
“…duidelijk, vijf!”
“Het volgende getal lijkt verdomd veel op het enigszins verouderde woord uit de Nederlandse taal om te verwijzen naar een mens van Afrikaanse origine…”
“…drie…”
“Het laatste getal heeft…”
“…vier…”

“Waar ik zes zei bedoelde ik acht en waar ik acht zei bedoelde ik één. Waar ik één zei bedoelde ik natuurlijk five, eh.. vijf en waar ik vijf zei moet twee komen. Waar ik twee zei bedoelde ik drie en waar ik drie zei bedoelde ik negen en waar ik negen zei bedoelde ik zeven en waar ik zeven zei bedoelde ik vier. En waar ik vier zei komt de zes. Stop de tijd!”

 

Koude tekst (niveau Niehe)

Zelfs de door een vrachtwagen overreden zoon van een jurist weet dat je een vrouw kunt herkennen aan twee tieten en een kut. We kennen per slot allemaal het kleuterschoolrijmpje:

Zie je iemand lopen,
dan loop je daarheen,
tel je twee tieten,
en van kutten maar een,
zeg dan niet “hee, pisbakkenhoer”,
want dat is gemeen.

Dat zei ik een paar jaar geleden tegen Walter, tijdens de soep.

Tja, en uit het niets kwam toen Ivo Niehe tevoorschijn die vroeg: is het wit van sperma niet veel mooier na het verorberen van een paar bananen op een Aziatische huid? Ivo Niehe hebben we toen in elkaar geslagen. Hij wist niet waarover en hoe hij het had. Uiteraard hebben we onze excuses aangeboden. Niemand wilde die hebben, maar goed, we hebben ze wel aangeboden. Na Ivo’s arm opgeraapt te hebben was alles weer goed en we startten een discussie over vetzucht in Nederland. Het was dat moment dat ik besefte dat ik alleen was, maar dat lette mij niet snerpend en steevast mijn monoloog voort te zetten. Over dikte valt veel te zeggen. Je kunt het zien in de lengte en in de breedte. In de lengte is bijvoorbeeld dat twee Japanners op elkaar gaan staan in de hoop dat anderen hen met zijn tweetjes als een grote Japanner zien. Negen van de tien keer lukt dat en dan zul je ook net zien dat een van die Japanners toevallig Leng heet en een moeder heeft met de meisjesnaam Te. Dikte in de breedte is een lastiger verhaal. Ik heb ooit voor de algemene zaak en totaal zonder eigenbelang een dik mens op sleeptouw genomen. We gingen varkens tellen, was mijn idee. Maar na twee varkens was hij al moe en ik zag ook liever een IJslands meisje. Bij de Burger King hebben we toen om pen en papier gevraagd en we waren het er samen over eens dat het er minstens vier moesten zijn (varkens dan) en zo hebben we het dan ook naar de overheid toegezonden. Nog steeds geen reactie gehad, overigens, maar ik kan begrijpen dat het tellen van spaanplaten voor de overheid voorrang heeft.

Ik ging in die dagen vaak naar buiten om de ratten in de tuin eten te geven. Die beestjes hadden het maar slecht dat jaar. Er bestond toen nog geen partij voor de dieren en sommige van hen hadden niet eens kleren aan!

Verbeterd en aangepast: Het nieuwe slapen, een sprookje (http://wp.me/p27bxo-OE)

Groepsactiviteiten #2: In de rij staan

een typische rijJe hoeft niet uit een vluchtelingenkamp te komen om ervaring te hebben met het fenomeen in de rij staan. Uiteraard spreken beelden van uitgemergelde en met de meest uiteenlopende ziektes besmette vluchtelingen die in een of ander lekker warm land met honderden (of wel duizenden) tegelijk in een rij staan voor een beetje voedsel meteen tot eenieders verbeelding. Maar ook in minder exotische contreien, zoals bij ons, komt het rij-staan vaker voor dan je denkt. Bij wie staan niet die inhumane beelden in het geheugen gegrift met al die arme consumenten die en masse de nieuwe iPhone wilden kopen en daarvoor urenlang in de rij moesten staan terwijl het buiten bijna vroor. Verschrikkelijke taferelen zie je ook op zondagen in de stad. Bij pinautomaten staan ellenlange rijen mensen zich te verdringen om er een paar zuurverdiende fluteuro’s uit de muur te trekken. En in de in spruitjeslucht grossierende warenhuizen wacht de hele plebejische goegemeente in een der talloze rijen om hun tokkie-achtige tyfustroep af te kunnen rekenen. Of het nou gaat om het verkrijgen van essentiële hulpgoederen om je in leven te houden of ordinaire overconsumptie, of je nou wel iets of niets hebt, je zult hoe dan ook in rijen staan!

Spongebob en het Nieuwe Slapen

Gisteren de ‘echte’ Spongebob tegengekomen. Bij de buurtsuper. Wat een chagrijn is dat in zijn vrije tijd, zeg!
“Ach, krijg toch balkanker en trek een maillot aan, simpele kutpijper,” mompelde hij toen ik hem allervrolijkst groette met ‘Hee Spongy-Bob!’. “Mensen vergeten vaak dat ik ook dingen als The Godfather gedaan heb. Drie keer raden wie er in het pak van Darth Vader zat. Jack Nicholson logeert godverdomme elk weekend bij mij. Ik ben niet alleen maar die Squarepantseikel!”
Het leek mij enigszins op zijn plaats om iets van verontschuldigingen aan te bieden, want de dolk die ‘Spongebob’ liet zien, wilde ik niet graag in mijn milt hebben.
Ach, het spijt mij ook,” zei hij daarop tegen mij. “Ik heb mijn dag niet vandaag. Als uitvinder ben ik ook nooit serieus genomen. Ik kreeg vanochtend een brief van het octrooibureau dat mijn techniek van het Nieuwe Slapen is afgewezen als ertoe doende noviteit.”
Het Nieuwe Slapen?” vroeg ik, terwijl ik precies een kilo erwtjes aan het afwegen was.
“Ja,” riep hij al oplevende, “het Nieuwe Slapen is een verrassend mooie, maar toch simpele techniek. Je hebt er twee kussens voor nodig. Een kussen leg je onder je hoofd en het andere kussen hou je tegen je borst. De truc is om de twee kussen stevig vast te pakken. Meer kan ik er eigenlijk in dit stadium niet over zeggen. Copyrights en zo.”
Je hebt al genoeg informatie gegeven,” antwoordde ik, “Ik herken je stijl. Want ben jij niet de held achter de techniek van het Symmetrisch Inzepen?”

“Ben ik!” zei hij vrolijk.

Ik vroeg zijn handtekening, nam afscheid en toog naar het octrooibureau.

Verbeterd en aangepast: Het nieuwe slapen, een sprookje (http://wp.me/p27bxo-OE)