Da mag wel, maar da hoef nie

Da mag wel, maar da hoef nie

Hoe da wel hier mag. Maar da hoef nie hier. Waarom
da mag wel. Erg, zeer, natuurlijk.
Da mag wel. Da hoef nie.

Waarom, waarheen, waardoor, hoezo?

Da mag nooit nie. Da hoef nooit nie.

Wellik?

Wa?

Da mag wel. Da hoef niet.

Zonder da da wel mag. Maar da hoef.
Da mag wel.

Maar.

Da hoef nie.

da mag wel, maar da hoef nie

Ja, da mag wel, maar da hoef nie…da hoef ech nie…ja, da mag wel…tuurlijk mag da wel…maar da hoef nie…da hoef ech nie…mag wel, ja…da mag…maar da hoef nie…da hoef zeker nie…mag wel…hoef nie…da hoef ech nie…ech nie…maar eh, da mag wel, he…da hoef anders nie…maar da mag dus wel…maar da hoef dus nie…da mag, he…hoef dus nie, he…mag wel…hoef nie…maar, da mag…ja ja, da mag…hoef nie…mag wel…maar hoef nie…maar mag…mag, ja…hoef nie…hoef zeker nie…mag wel…mag inderdaad…hoef nie, he!…hoef zekers nie…hoef ech nie…maar mag…mag onbetwist…hoef nie, andersom…mag wel…ech, ech wel…mag ech…hoef nie…nee…waarom?…maar mag wel…

Eerste gesprek met de psychiater

rorschach“En, hoe voelt u zich vandaag?”

“Er is laatst iemand overleden; ik ga het woord gebruiken. En dan zal ik meteen vertellen hoezeer ik mij verveelde. Ik wil niet zeggen dat het opgeroepen was, maar in mijn branche, die eikels, heb ik zinloosheid meerdere malen een hand kunnen geven. De steen die ik dacht te gooien kan ik niet eens oppakken; ik geef grif toe dat ik hoogstwaarschijnlijk zelfs vergelijkbaar slechter was met wat ik deed in mijn branche. Mijn branche was het leven vastleggen als een oppervlak. “Er moet niks bijkomen!” is het working class hero motto van de branche van propmanagers. Je kunt jezelf uitlachen dat je meer had gekund, anderen mogen dat niet. Je kunt ook denken aan de farce machine; alles draait dus het komt goed. Je kunt ook genieten, en daar krijg je verdomd weinig les in. Die qua gevoelstemperatuur koude namiddag dat ik gelukkig werd aangenomen als propmanager gaf mijn hele week weer zin. Beetje jammer dat het toen al donderdagavond was. En toch, donderdag is beter dan maandag. Ik studeerde toen nog af en toe Microbiologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, kwam in contact met ene Via, en die zorgde langs omwegen dat ik met de tv te maken kreeg. Nou de huur moest betaald, dus soit. Niet het meest uitdagende, maar soit. Toch heb ik mijn pik uit mijn broek gelachen, een nu advocaat zijnde maat van mij citerende, zonder te weten waarom. Soap is lachen, soap is leuk en soap biedt soelaas op tv-avonden dat alleen figuren als Burt Reynolds, Gary Busy en Ralph Macchio dreigen langs te komen. Zelden zie ik hem trouwens meer, die nu advocaat zijnde maat van mij. Rien heet-ie. Belangrijke jongen geworden. Erg belangrijk, maar ik wil het even niet over Rien hebben. Als hij zijn dochter ooit nog wil zien, zal hij toch andere kleren aan moeten trekken…”

“Ok, laten we het over dwangbuizen hebben. Wat vind je mooier: oker of beige?”

Het verdronken kalf

round-turd-big…want het verdronken kalf is niet dood…nee, het leeft!…het leeft uit al zijn gaten…meer nog dan ooit tevoren…lachend, ondanks zijn gevitamineerde mineurstemmingen, om de klagers om hem heen, wie zoveel moois ontgaat…poep is namelijk niet alleen iets om angstig voor te zijn als het in het zwembad drijft of aan de waterclosetbril kleeft…of in de buurt van stoepen…en maar klagen, noem maar op…poep is juist zo leerzaam, zo mooi…het riool verbindt ons allemaal…ieder van ons perst per dag wel zo’n honderdvijfentwintig gram uit diens al dan niet gevlekte reet (dikke mensen wat meer uiteraard)…ja, die bruingroenige worst had net zo goed van de buurtjes kunnen zijn…driekwart van de drol is water, dus blijft er feitelijk maar een kwart over om, indien nodig, van te walgen…het grootste deel van die kwart bestaat uit voornamelijk dode darmbacteriën…dan komen er altijd wel wat darmwandcellen mee…en dan blijft er nog een klein hoopje in de stront over voor de onverteerde voedingsresten en wat overtollige spijsverteringsbijkomstigheden…het is goed om dagelijks de behoefte te bekijken…de faeces laten – en dit is verre van onlogisch – bij tal van ziekten afwijkingen zien in hoeveelheid, vorm, aanblik en samenstelling…bij een te hoog watergehalte is sprake van diarree en bij een te laag watergehalte van verstopping…ziet het goedje er uit als stopverf, dan heerst er een afsluiting der galwegen…ziet het er uit als teer, dan kan u erg goed juist een grote maag- of darmbloeding hebben gehad…bloed, slijm en etter in de pot is een sterke aanwijzing voor ernstige ontstekingen van de dikke darm…tja, over schijt wordt veel te oneerbiedig gedaan heden ten dage….poep is wat iedereen weggooit…dat mag best wel eens op straat gezien worden, vindt het verdronken kalf…bedenk dan dat als men iets de bek in jankt het tien meter duurt eer dat de kont bereikt…we nemen een broodje ham….brood bevat koolhydraten die ons gestel omzet in glucose…boter is vet dat in ons lichaampje wordt gemaakt tot vetzuren en glycerol…het blaadje sla is een hap onverteerbaar cellulose, maar bevat ook o zo nodige vitaminen en mineralen….and finally het plakje ham dat boordevol tot aminozuren wordende eiwitten zit…hiermee is ons westeuropese buikje gevuld en kunnen wij weer lopen…en dat alles dankzij onze meer dan trouwe spijsverteringsvrienden…dus denk eens aan ons verdronken kalf het volgende maal dat u eet en onthoud zijn wijze woorden: niemand is verplicht zich waar en wanneer dan ook beledigd te voelen…

Tv-presentator Idi Amin

amin-dada‘Ik verveel me snel, heel snel’

Van dictator tot televisiepresentator. Hoe bevalt dat? Een gesprek met Idi Amin. ‘Ik ben wat cynischer geworden, minder empathisch.’

Idi Amin Dada Oumee is inmiddels al zo’n zes jaar dood, maar dat is voor hem nog geen reden om stil te zitten.
Na zijn politieke loopbaan trok hij zich in 1979 terug in Libië. Hij schreef er een reeks succesvolle kinderboeken. Eind jaren ’80 verhuisde hij naar Saoedi-Arabië om daar bij het staatscircus te gaan werken.
De laatste jaren laat Amin opnieuw van zich horen. En wel als televisiepresentator. Zoals altijd scherpzinnig, gedreven en charmant, maar, zoals blijkt in dit gesprek, ook een stuk cynischer.

Wat vind je van de nieuwe zenderindeling?
“Ach, dat zou ik niet weten. Ik kijk alleen naar mijn eigen programma’s. Wat betreft De blik van Amin: we gaan ons vierde seizoen in. En dat is een felicitatie waard. Het bestel kan niet meer om mij heen.”

Je schuift op voor de actualiteit. Het achtuurjournaal moest ervoor komen.
“Als optimist zou ik zeggen: laten we aannemen dat het een verbetering is. Men heeft daar allemaal opvattingen over, maar ik ben daar geen expert in. Het lijkt me wel dat er iets moest gebeuren en dat het allemaal wat centraler moest worden aangestuurd.”

Wat is je sterkste eigenschap in je vak?
“Ik weet gewoon belachelijk veel. Sport, cultuur, muziek, politiek, geschiedenis, porno…Vooral in De blik van Amin helpt mij dat erg.”

Je zwakste?
“Ik verveel me snel, heel snel.”

De kop voor dit interview hebben we al.
“Nou, ik geef even aan… jij vraagt mij dat. Ik vind het al ingewikkeld om er überhaupt iets over te zeggen. Ik ken mezelf heel slecht. En ik heb ook niet veel zin om met iedereen te delen hoe ik over mezelf denk.”

Ho, ho, kom niet te dichtbij…?
“Misschien. Maar ik zeg ook heel veel dingen wél. Op sommige vragen weet ik gewoon geen antwoord.”

Iets anders. Je hebt een manier van interviewen die ik zeer kan waarderen en ik ben daar zeker niet de enige in…
“Ha, ha. Ja, ik hoor dat wel vaker. Weet je, ik ben gewoon een vakman. Een alleskunner, maar ook een perfectionist. Het komt enkel door mijn luiheid dat ik ergens in moet groeien. Dat laatste besef ik me eigenlijk pas sinds mijn tragische dood.”

Heeft dat je veranderd?
“Eigenlijk niet zo heel erg. Ik ben misschien iets cynischer geworden, minder empathisch. Minder begaan met andere mensen en hun gevoelens.”

Succes met je programma.
“Dank je. Neem een sigaar.”

Babi Pangang

roasted pigHans was een van de varkens die een klas over mocht slaan op de Bargboer School en al op zijn derde in de derde klas zat. Hans was een slim varken. Hij kon al in zijn eerste levensjaar in het Frans en het Duits knorren en hij had bijzonder veel aanleg voor het mooi vertellen over de geschiedenis van zijn soort. Je kon hem beter niet per ongeluk iets vragen over bijvoorbeeld het Piétrainvarken, want dan was je uren zoet met verhalen over rassenleer.
Zoals alle varkens was Hans ook onafscheidelijk van zijn jojo en jojoën kon hij uiteraard als de beste. ‘Kindje wiegen’, ‘hondje uitlaten’ waren trucjes waar Hans zijn hoef niet voor omdraaide, maar zelf genoot hij nog wel het meest van ‘de trapeze’. Vele prijzen had Hans al met de jojosport gewonnen en deze stonden bij hem thuis fijn in de kast naast onder andere de bekers die hij in de wacht had weten te slepen bij verschillende melkdrinkcompetities.
Ja, het ging Hans allemaal maar voor de wind en hij lustte er ook pap van.
Maar het vreemde was dat zijn ambities verder niet echt ver reikten. Als je Hans vroeg “Hee Hans, wat wil jij later worden?”, antwoordde hij steevast “babi pangang” en nooit eens iets als “spaarvarken” of zo. Het waarom is nooit duidelijk geworden.
Uiteindelijk werd Hans zijn wens vervuld en is hij inderdaad babi pangang geworden. Maar het was veel te veel. Tanja en Rob van Drummelen hebben er drie dagen van gegeten en toen was het nog niet op. En meer dan drie dagen achter elkaar babi pangang eten is voor niemand leuk. Ongeveer de helft hebben ze toen weg moeten gooien.

Verbeterd en aangepast: Planktonvriendelijk (http://wp.me/p27bxo-UL)

De neef van Dikkertje Dap

Sinds Caspar Dap in een bouwfraudewedstrijd een ooievaar had gewonnen, was hij de populairste jongen op school. Tot krap twee weken later zijn neef Dikkertje werd geboren.
Als Caspar naar school liep stopten er zelfs auto’s en dan werd het raampje omlaag geschoven waarna men Caspar vroeg: “Hee, ben jij niet de neef van Dikkertje Dap?”
U begrijpt Caspars weerzin.
Het was zoiets als een Chiquita die banaan werd genoemd.
Maar Caspar was geen homo en zelfs homo’s zijn niet voor een gat te vangen. Hij bedacht een plan, gniffelde en toog naar Artis.
In Artis aangekomen sprak hij de giraffe aan.
“Hee, giraffe,” zei Caspar tegen de giraffe.
“Is het alweer kwart over zeven?” schrok de giraffe wakker. “Hee, wacht even. Jij bent toch de neef van Dikkertje? Potje van mijn nek afglijden?”
“Nee, ja en nee,” zei Caspar mijn zijn handen in zijn zij. “Het is half zeven. Ik ben de neef van Dikkertje. En ik heb geen zin in een potje van je nek afglijden. Ik ben geen debiel!”
“Wat kom je dan doen?” vroeg de giraffe.
“Ik kom even vertellen dat Dikkertje vindt dat jij een dikke nek hebt,” zei Caspar. “Hij vertelde het me gisteren toen we knakworstjes aan het eten waren. En dat je stinkt vindt hij ook. Hij noemde je zelfs Spanjaard. Zo erg vindt hij dat je stinkt. Ik dacht ik zeg het maar even.”
“Dat heeft Dikkertje dan goed opgemerkt,” zei de giraffe. “Sinds ik Aids heb zet mijn nek inderdaad nogal uit en ben ik erg gaan stinken. Een Spanjaard is er eigenlijk nog niks bij!”
“O,” zei Caspar beteuterd, want hij zag zijn snode plannetje al in duigen vallen. “Maar hij zei ook dat je een eikelbijter bent.”
“Ja, ik mag inderdaad graag een eikel bijten,” zei de giraffe wat somber. “Dat heeft Dikkertje goed onthouden. Maar helaas, de dokter heeft een wijle terug ontdekt dat ik allergisch ben voor eikels. Ik krijg er blaasjes van op mijn tong. Toch kan ik soms de drang niet weerstaan.”
“O,” zei Caspar, inmiddels redelijk gefrustreerd. “Maar Dikkertje zei ook dat je poep in je ogen hebt!”
“Dat was gisteren,” lachte de giraffe. “Maar ik heb het er gelukkig allemaal uit kunnen wassen. Zeg, komt Dikkertje vandaag nog?”
Maar Caspar was al weg. Een stuk meer levensmoe dan een uur daarvoor. En hij moest naar badmintontraining.

Opgepoetst en nieuw leven ingeblazen op 26-6-2015: http://www.hippekut.com/2015/06/26/de-neven-van-dikkertje-dap/

Ongebouwd

Ronald Lammertsma was een ongebouwde man. Al iets van veertig jaar was hij aan het wachten om gebouwd te worden.
Op een dag werd hij wakker en zei: “ik word er onderhand moe van.”
Pissig liep hij naar de verschillende instanties.
“Hee, hoe zit dat?” riep hij boos aan het loket. “Word ik nou nog gebouwd of hoe zit dat?”
“Uw naam?” vroeg het loketpersoon.
“Ronald Lammertsma, Ronald Lammertsma, Ronald Lammertsma,” blaatte Ronald gefrustreerd.
“U heeft wel veel namen,” zei het loketpersoon. “Mag ik aannemen dat Lammertsma uw achternaam is?”
“En Ronald is de voornaam,” zei Ronald.
“Is dat met een ‘f’?” vroeg het loketpersoon, zonder enige werkelijke interesse.
“Nee, met een ‘r’,” antwoordde Ronald.
Het loketpersoon deed wat eenvingertechnieken op het toetsenbord voor hem.
“Sorry,” zei het loketpersoon. “Ik kan niks over ene Ronald Rammertsma vinden.”
“Het is LAMMERTSMA. Met een ‘L’!” mopperde Ronald tamelijk luid.
learamanda-iamaphoto-lp“Dus u komt voor iemand anders?” vroeg het loketpersoon terwijl hij uitlogde. “Gegevens van anderen kunnen we niet verstrekken.”
“Nee, ik ben Ronald Lammertsma,” schreeuwde Ronald.
“Waarom zei u dan net ‘Rammertsma’?” vroeg het loketpersoon. “Bent u een spelletje aan het spelen?”
“Ik zei geen ‘Rammertsma’,” probeerde Ronald kalm te worden. “U vroeg of het met een ‘f’ was.”
“Nou, zowel ‘Lammertsma’ als ‘Rammertsma’ schrijf je niet met een ‘f’,” zei het loketpersoon wijs. “En vandaag is sowieso de ‘f’ op mijn toetsenbord kapot, dus u kunt beter morgen terugkomen.”
Ronald kromp ineen van ellende.
“Mag ik wel een folder meenemen?” vroeg hij uiteindelijk.
“Die zijn alleen voor de show, meneer Fammertsma,” antwoordde het loketpersoon vriendelijk.

Verbeterd en aangepast: Planktonvriendelijk (http://wp.me/p27bxo-UL)

Peen en penis ptwee

“Ik versta mijn vak niet,” zei clown Bertholdi.
“Ach, ik ben pas incapabel, man,” zei accountant Anton Maeskut. “Ik ben al vijf jaar bezig met het maken van kwartaalcijfers en nu kom ik er vorige week achter dat er zoiets bestaat als een schrikkeljaar!”
“Hou op. Dat is nog helemaal niks,” zei advocate Saskia Kittelaar. “Ik heb afgelopen maandag mijn kont afgeveegd met een nagelschaartje.”
“Maar dat is toch niet zo vreemd,” zei accountant Anton. “Ik heb al meerdere brieven geschreven naar het bedrijf dat zowel nagelschaartjes als wc-papier maakt dat ze hun producten eens minder op elkaar moeten doen lijken. De mensen bezeren zich dagelijks en krijgen hun schoenen niet meer aan door hun lange nagels.”
“Maar ik had niet eens gepoept,” zei advocate Saskia. “Dus het was wel oliekoekedom van mij dat ik na het proberen te drinken van een glas spaghetti het ineens nodig vond mijn reet te verschonen.”
“Ha ha, spaghetti drinken!” lachte clown Bertholdi. “Iedereen weet toch dat dat niet kan. ‘T is geen biefstuk!”
“Biefstuk drinken op maandag is verboden,” wist advocate Saskia te vertellen. “Bovendien vind ik biefstuk zonder krulspelden vies. En toevallig die maandag had mijn levenspartner Inge al mijn krulspelden gebruikt om haar autobanden op te pompen.”
“He?” uitte accountant Anton, terwijl hij scheel keek. “Ik gebruik altijd mijn autobanden om mijn krulspelden op te pompen. Vandaar dat ik al zeventien jaar geen resultaat heb.”
“Ik heb trouwens een leuk experiment, jongens,” gnuifde advocate Saskia. “Als ik mijn hoofd nou omhoog houd en ik doe mijn mond wijd open, kunnen jullie dan via mijn kut de lucht zien?”
“Wat is dat nou weer voor een rare proef?” zei accountant Anton. “Lucht kun je toch niet zien. Lucht bestaat namelijk uit heel heel heel erg kleine en onzichtbare moleculen.”
“Luchtmoleculen!” vulde clown Bertholdi accountant Anton aan.
“Ja, luchtmoleculen!” zei accountant Anton blij. “Dat heb ik vroeger gehad.”
“Kom, we fietsen aan,” zei advocate Saskia en fietste aan.

Glashard, pishelder

17 april 2009

Geachte heer Cobain,

U meldde een zelfmoord bij ons op 5 april 1994. Wij schakelden een aantal van onze altijd briljante experts in.
Vandaag beoordeelde ik het rapport van een van onze experts en de overige informatie met betrekking tot deze schade. En met deze brief informeer ik u over ons voorlopig standpunt.
Op basis van de informatie die wij nu tot onze beschikking hebben vergoeden wij de schade aan uw lichaam en uw leven niet.
Graag licht ik dat aan u toe.
Op 5 april 1994 pleegde u zelfmoord. Van deze zelfmoord is een melding binnengekomen bij de particuliere alarmcentrale. Deze hebben vervolgens meteen geprobeerd om u te informeren over deze melding, maar kregen pas de volgende ochtend na 09.00 uur contact.
Op uw polis is clausule “Clausule zelfmoord” van toepassing. In deze clausule staat onder andere dat u verplicht bent zorg te dragen voor een snel en adequaat optreden na een zelfmoordmelding.
In dezelfde clausule staat dat de verzekering geen dekking geeft als aan deze verplichting niet is voldaan, tenzij wordt aangetoond dat de schade daardoor niet is veroorzaakt of daarmee op geen enkele manier verband houdt.
Op basis van onze informatie concluderen wij dat er geen zorg is gedragen voor een snel en adequaat optreden na een zelfmoordmelding. U was niet snel bereikbaar en trad dus ook niet snel en adequaat op.
De schade aan uw lichaam en leven vergoeden wij alleen wanneer deze ontstaan is door een gedekte gebeurtenis, wat niet het geval is.
Wellicht ten overvloede informeer ik u dat wij de schade aan uw vuurwapen wel vergoeden. Zodra onze expert deze heeft vastgesteld informeer ik u over de verdere afwikkeling daarvan.
Ik begrijp dat het een teleurstelling is voor u dat wij dit standpunt hebben ingenomen. Toch reken ik op uw begrip hiervoor.
Als u nog vragen heeft kunt u ons altijd bellen.

Het team van Interpilosinterpilos1