Zelfs wetenschap is wetenschappelijk bewezen

Het is niet zo dat alle taalkundigen goed zijn in scrabble. Heel lang werd dat wel gedacht maar wetenschappers zijn er recent achtergekomen dat stucadoors het in zes op de tien gevallen winnen van taalkundigen met een potje scrabble. Op zich niet verwonderlijk want in het woord stucadoor zit de Q-klank verborgen. Ook dat hebben die wetenschappers uitgevonden.

Wetenschappers zijn over het algemeen erg slim. Maar niet alle wetenschappers zijn slimmer dan een gemiddelde metselaar. Dat hebben metselaars in hun vrije tijd wetenschappelijk uitgevonden maar wetenschappers proberen dat onderzoek uit alle macht te ontkrachten. De beste taktiek is door heel veel wetenschappelijk onderzoek over totaal andere onderwerpen te doen. Zo is laatst wetenschappelijk onderzocht of er een verband bestaat tussen berggeiten en bananen. Dat verband blijkt er niet te zijn. In een ander onderzoek wilde men uitzoeken wat de beste tijd voor komkommers is.

Prachtig dat soort onderzoeken. Kranten en tijdschriften staan er bol mee. Nou ja, niet met die onderzoeken want die zijn saai; honderden pagina’s die handelen over één enkele vraag. Nee wat wij –gewone mensen– te lezen krijgen zijn de tot hippe stukjes samengevatte kernboodschappen uit die wetenschappelijke onderzoeken. We hebben niet eens door dat we wetenschap aan het lezen zijn.

Mensen die zeggen dat ze wetenschap saai vinden, lezen graag tijdschriften. Dat is wetenschappelijk bewezen. Zo zie je maar weer, de cirkel is rond. En dat die cirkel rond is, is ook wetenschappelijk bewezen.

Het is niet zo dat alle taalkundigen goed zijn in scrabble. Heel lang werd dat wel gedacht maar wetenschappers zijn er recent achtergekomen dat stucadoors het in zes op de tien gevallen winnen van taalkundigen met een potje scrabble. Op zich niet verwonderlijk want in het woord stucadoor zit de Q-klank verborgen. Ook dat hebben die wetenschappers uitgevonden.

Wetenschappers zijn over he algemeen erg slim. Maar niet alle wetenschappers zijn slimmer dan een gemiddelde metselaar. Dat hebben metselaars in hun vrije tijd wetenschappelijk uitgevonden maar wetenschappers proberen dat onderzoek uit alle macht te ontkrachten. De beste taktiek is door heel veel wetenschappelijk onderzoek over totaal andere onderwerpen te doen. Zo is laatst wetenschappelijk onderzocht of er een verband bestaat tussen berggeiten en bananen. Dat verband blijkt er niet te zijn. In een ander onderzoek wilde men uitzoeken wat de beste tijd voor komkommers is.

Prachtig. Dat soort onderzoeken. Kranten en tijdschriften staan er bol mee. Nou ja, niet met die onderzoeken want die zijn saai; honderden pagina’s die handelen over een enkele vraag. Nee wat wij –gewone mensen– te lezen krijgen zijn de tot hippe stukjes samengevatte kernboodschappen uit die wetenschappelijke onderzoeken. We hebben niet eens door dat we wetenschap aan het lezen zijn.

Mensen die zeggen dat ze wetenschap saai vinden, lezen graag tijdschriften. Dat is wetenschappelijk bewezen. Zo zie je maar weer, de cirkel is rond. En dat die cirkel rond is, is ook wetenschappelijk bewezen.

Daar wil je geen last van hebben, part deux

Starring: Carice van Houten als Peter van Berkel, Carice van Houten als Henrieke van Schoonhoven, Carice van Houten als de bekende van Henrieke van Schoonhoven, Carice van Houten als de quizmaster, Rudy van Beurden als een onooglijke homofiel, Boris Peltenburg als Carice van Houten en Rutger Hauer (met een onduidelijke, misplaatste cameo).

Daar zat Henrieke (Benny) van Schoonhoven dan, met zijn rekenmachine, zijn telefoon en zijn goede bedoelingen in de buurt. Hij had ingestemd beschikbaar te zijn als ‘hulplijn’ (vraagbaak) voor een televisiequiz waar een bekende van hem deel aan nam. Als er een rekenvraag aan bod kwam in de quiz waar die bewuste bekende niet 1-2-3 een antwoord op had, zou die bekende Henrieke bellen. (Want Henrieke had vroeger nog een jaar de Verdomd Hoge Bankiersschool gedaan, waar hij een bepaalde periode voor het lastige vak Optellen gemiddeld bijna een 6,3 had gestaan, wat op sommige weekdagen wel eens resulteerde in een surplus van gemiddeld ongeveer 9,4416% op de rest van de leerlingen met felgekleurde shirts.)
De bekende van Henrieke kon in de quizshow wel 100.000 euro winnen. Dit was wat oneerlijk naar de quizmaster toe, want die quizmaster moest eerst drie van die shows presenteren om een ton op zijn bankrekening te krijgen. Maar ja: such is life. Niet iedereen kan bijvoorbeeld ook genieten van gratis medicatie omdat hij suikerziekte heeft.
Van de tien vragen had de bekende van Henrieke er al negen met goedkeuring beantwoord. Bij het antwoord op vraag acht was hier nog wat discussie en uitleg nodig en zo had de bekende van Henrieke toch nog profijt van zijn jaartje aanwezigheid op de Christelijke Hogeschool voor Juristen & Colporteurs. Op de vraag “Geef een ander woord voor onderbroek” – wat op zich natuurlijk niet eens echt een vraag is – had hij namelijk als antwoord “maïzenaventilator” gegeven. De quizmaster keurde dit in eerste instantie niet goed. Pas toen de bekende van Henrieke de woorden in een zin toepaste – ‘voor een beter resultaat kunt u ook een onderbroek/maïzenaventilator gebruiken’ – met de uitleg daarbij dat de betekenis wellicht niet hetzelfde is en er een andere context vereist is maar dat dat nog niet wil zeggen dat het hier niet een ander woord betreft, mocht hij door naar de volgende vraag.
En na vraag negen kwam vraag tien, de gevreesde rekenvraag!
De vraag was “wat is de uitkomst van 9 plus het getal na 9?” en Henrieke werd gebeld.
Henrieke dacht na. Hij keek naar zijn rekenmachine. En naar zijn telefoon. Naar zijn rekenmachine, naar zijn telefoon, naar zijn rekenmachine. En toen sprak hij in de telefoonhoorn: “Eh, na de negen komt bij mij de del-knop.”

Je moet van een mug geen uraniumhexafluoride maken


Vanochtend morste ik wat verrijkt uranium.

En begin nou niet meteen over HACCP te zeuren, want ik weet het, ik weet het. Je moet inderdaad altijd het protocol volgen en een veiligheidsbril op en een labjas aan en altijd eerst de druk en de temperatuur controleren en dan pas de gascentrifuge aanzetten…
Maar ik heb eigenlijk een vrije dag vandaag, dus zo erg is het ook weer niet dat ik tijdens mijn geheel belangeloze werkzaamheden een stapje oversla! (Bovendien ben ik goed verzekerd, dus wat kan er nou werkelijk gebeuren?)

Men moet het positieve ervan zien. Zo’n knoeivoorvalletje levert een anarchist als ik weer een leuke bijkomstigheid op waar Hermann Rorschach een stijve van zou krijgen – om ’m maar bij zijn volledige naam te noemen.
Het gemorste lijkt heel grappig vaak ergens op en ik maak er dan ook geregeld een foto van. Zo ben ik me ‘serendipitair kunstenaar’ gaan noemen. Ik heb inmiddels al een verdomd uitgebreide collectie met kiekjes. Mooi gecategoriseerd, natuurlijk! Veel foto’s van uraniumvlekken die op banjo’s lijken, heb ik. En er zijn er bijvoorbeeld die op Zwitserse kaas lijken of op douchegordijnen. Maar veruit de meeste – zoals die van vanochtend (zie foto) – lijken op peren.

Peren kunnen de raarste vormen hebben.

Rep-’n-roer

Even leek het op een revolutie, maar juist het woord ‘revolutie’ (onder andere) is in het geding. Taalkundigen aller landen zitten op het puntje van om het even welke stoel. Tijdens archeologische werkzaamheden vorige week in Rome zijn er namelijk ontdekkingen gedaan die onze hele beschaving in een ander perspectief zouden kunnen plaatsen. Tijdens de opgravingen kwam aan het licht dat we een aantal woorden een totaal andere betekenis en herkomst toedichten dan ze in feite hebben.
Zo heeft het woord ‘deductie’ de eigenlijke, werkelijke, oorspronkelijke lading ‘kookwekker’ en slaat het wezen en de bedoeling van het woord ‘etymologie’ terug op een inmiddels in onbruik geraakte seksuele handeling. Daar waar wij nu ‘stroopwafel’ zeggen en daarmee ‘wafel bestaande uit twee dunne koeken waartussen zich stroop bevindt’ willen uiten, zeiden wij vroeger (een voorloper van) ‘stroopwafel’ om ‘stok die je juist niet uitkiest om over de sloot bij het huis van je angstige oom heen te springen’ uit te drukken.
En met ‘liefde’ werd ooit niets anders bedoeld dan ‘flauwe soep’.

Dergelijk linguïstische vondsten zijn niet van alledag; laat staan dat het wereldnieuws wordt. De laatste keer dat een fenomeen in de taalkunde vergelijkbare aandacht kreeg was in 1912. Beroepsflapdrop W.H. Bakhuis-Rozenboom wilde toen het woord ‘tandenlijder’ als scheldwoord introduceren, maar hij werd hierin gedwarsboomd door een stel woordenboekensamenstellers uit de zestiende eeuw die dit lemma al hadden gereserveerd voor ‘elektronisch betaalmiddel’. Vreemd, want juist in de zestiende eeuw liep de wereld – vooral Europa – over van de tandenlijders.

Wat de archeologische taalontdekkingen in Rome op de middellange termijn inhouden voor de beurskoersen is nog onbekend. We moeten ons op het ergste voorbereiden.

Kruiswoordblindpuzzel

Van links naar rechts
4. Weblog van heb ik jou daar
6. Iemand die als beroep financiële zaken regelt
8. Beeld (van iets of iemand) in een spiegel of spiegelend oppervlak
9. De tijd na nu, de komende tijd
10. Woord waarvan niet alle letters zijn opgeschreven

Van boven naar beneden
1. Soort wild paard waarvan slechts een klein aantal in en nabij Mongolië leeft, genoemd naar een Russische generaal en ontdekkingsreiziger uit de negentiende eeuw
2. Synoniem voor kontleder
3. Populaire aanduiding voor een ingewandsstoornis die door een virus of bacterie is veroorzaakt
5. Politiek systeem waarbij alles van iedereen is
7. Langtongige boomhagedis met doorzichtige glanzende huid, die verschillende kleuren kan aannemen; vandaar figuurlijk voor iemand die vaak van partij, van mening verandert
Oplossing: zie hieronder

Het gevaar van de witte onderbroeken

Natuurlijk had Xander ook wel eens zijn dag niet. De boog was soms gewoon relaxed. Er waren dagen dat Xander simpelweg geen zin had om bijvoorbeeld de vliegtuigmaatschappij aan te klagen omdat hij het verkeerde vliegtuig had genomen. Er waren ook dagen dat Xander het voor lief nam dat hij weer eens over een aardbei of een paperclip was gestruikeld.
Meestal stelde hij zichzelf gerust met de gedachte dat hij in zijn vorige leven een boeddhist was geweest en dat hij alle ellende in dit leven aan zichzelf dus te danken had.
Maar af en toe, of wellicht nu en dan, was de wereld echt te klein voor Xander. Dan wist hij niet meer waar hij het moest zoeken. Hij trok dan zijn onderbroekenla open en zag dat hij alleen nog maar witte onderbroeken had. The horror!

“Alsof je bier lauw is en er tegelijkertijd een slak over de scherpe rand van een scheermesje kruipt,” zou Marlon Brando kunnen zeggen in zo’n situatie.

Erger dan witte onderbroeken kon Xander niet overkomen. Hij was dan werkelijk de hele dag bezig met de gedachte waarom er eigenlijk witte onderbroeken waren. Welke debiel had die bedacht? Xander kende echt niemand die een T-shirt had met ‘ik ben fan van witte onderbroeken’ erop en toch had iedereen wel meerdere witte onderbroeken.
Het moest een complot zijn van de overheid. Het kon niet anders.

Karl Jespers, de uitvinder van de bruine onderbroek, had een nogal dubieus privéleven. Het is daarom dat zijn uitvinding geboycot werd en bruine onderbroeken nooit de standaard zijn geworden.
Sommige uitvindingen zijn het heroverwegen waard. We moeten immers denken aan de gemoedsrust van onze mensen!

Opgepoetst en nieuw leven ingeblazen op 26-6-2015: http://www.hippekut.com/2015/06/26/de-neven-van-dikkertje-dap/

Een korte, maar interessante geschiedenis van smaakjes en het goede eten

Smaakjes zijn zo oud als de wereld. Er is een mooie passage in de Bijbel waarin Mozes een goochelact opvoert met maar liefst vijf verschillende smaakjes. Deze passage is later geschrapt, omdat men erachter kwam dat Mozes de truc gejat had van een neger.

Generaties lang werd er wat gekloot met zout en azijn. Mosterd en peper kwamen wat om de hoek kijken. En het duurde eigenlijk wel tot de zestiende eeuw voor er iets nieuws kwam. Maar ja, dat waren laffe dingen als pesto en bechamelsaus.
Men zegt wel eens dat er uit Frankrijk alleen maar slechte dingen komen. Maar, nee hoor, in 1756 werd daar maar mooi de mayonaise ontdekt! Een mijlpaal voor de sausindustrie. Wat moeten de mensen gedanst hebben in die tijd.

Toch hield dat dansen op den duur op. Goed, men had mayonaise. Maar wat moest men ermee?

Dat alles veranderde op 24 augustus 1853. Woensdag 24 augustus 1853. Op deze woensdagavond vond restauranteigenaar George Crum in New York namelijk de chips uit. In deze tijd was de ons zo bekende (tomaten)ketchup ook volop in ontwikkeling.

De revolutie was niet meer te stoppen en tegenwoordig zijn dipsauzen ook niet meer weg te denken bij – ik noem maar iets – een avond voor Haïti.

Pas op: wetenschappelijk verantwoord stuk

In de jaren ’80 werd door de Stichting voor Publieksvoorlichting over Wetenschap en Techniek (PWT) een onderzoek gedaan naar hoe vaak de letters van ons alfabet in Nederlandse teksten voorkomen; de letterfrequentie dus.


Hiervoor werd maandenlang De Haarlemse Courant (!) gescreend waarbij in totaal iets van anderhalf miljoen woorden uit de redactionele stukken voorbijkwamen.

Het onderzoek bleek zo zinvol, bruikbaar en nuttig dat het na de spellingherziening in de jaren ’90 niet meer is herhaald.

Maar ik kwam het dus vorige week weer tegen en ik dacht: “Hier moet iets mee gedaan worden. Dit is nog niet genoeg uitgediept.” En meteen ging ik aan de slag. De PWT wist goddomme niet dat ze goud in handen had!

Kijk, numerologie, de Kaballah en zo, dat is natuurlijk allemaal onzin. Letterfrequentie daarentegen zegt gewoon wel iets over de zin het het bestaan, de ontdekking van de hemel, het ontstaan van het heelal en dat soort dingen.

Dat de letter e in de gemiddelde Nederlandse tekst het vaakst voorkomt, zal u wellicht niets verbazen. Maar liefst 18,9% van alle letters is een e. En de q komt slechts iets van 1 keer op de 11.000 letters voor.

Verder wil ik er op dit moment niet te veel woorden aan vuil maken. Ik wil dat u het onderstaande grafiekje eens bekijkt en goed tot u door laat dringen.

Dit kan toch geen toeval zijn?

Later meer…

Makkelijker gedaan dan gezegd

We doen bij hippekut vaak ook aan wetenschap. Zo hebben we bij onze werkbespreking van afgelopen week het onderzoek ‘makkelijker gedaan dan gezegd’ in het leven geroepen.

Het gaat hier over woorden waarvan de handeling makkelijker is uitgevoerd dan dat het woord is uitgesproken.
Een goed voorbeeld hiervan is ‘ejaculeren’. Voor veel mensen – er zijn uiteraard uitzonderingen – is het ejaculeren an sich eenvoudiger dan het uitspreken van de benaming. Zeker als het tegelijkertijd moet gebeuren!

Heb jij ook zo’n voorbeeld? Mail het ons dan en steun ons onderzoek.

Vegetarische drinker

Ik ben een vegetarische drinker. Je zult mij nooit een drankje gemaakt van dieren zien drinken. Zelfs tomatensap zul je me nooit zien drinken, omdat in mijn Kerk de tomaat een soort van bewustzijn toebedacht wordt.
Entiteiten als druiven, gerst en hop kijken verdomd op tegen de dierenwereld en zijn verder prima in sommige varianten te verorberen.
“Maar ‘gist’ is dat niet als een soort beestje te zien?” is een vraag die ik als vegetarische drinker vaak krijg.
Kijk, gist is een soort van schimmel. Een eencellige. En al zou het al volgens biologen onder het dierenrijk geschaard mogen worden, vind ik nog dat dieren met maar een enkele cel het vegetariër zijn niet zouden moeten mogen beletten. En volgens mij is gist ook meer een katalysator in sommige vegetarische drankjes. Gist is volgens mij ook redelijk onsterfelijk. Je poept of pist het weer uit.
Aan de andere kant zijn kakkerlakken ook redelijk ‘onsterfelijk’. Ik zal het echter niet in mijn hoofd halen – laat staan in mijn mond; en met mij alle omnivoren die ik ken – om een kakkerlak te eten.
Een betere vraag is: “Is een dier nog een dier als het dood is?”
In de Van Dale staat bij ‘bloedvat’: “elk der kanalen waardoor bloed circuleert”.
Is een bloedvat nog een bloedvat als er geen bloed meer door circuleert?