Chomskyaanse humor uitgelegd


Het leven is een aaneenschakeling van situaties waarin de kringspier op de lachspieren werkt, direct of indirect. Vraag dat maar niet aan mijn volle neef David Chomsky. Regelmatig – zeg maar, 1 tot 2 keer per leven – komt hij in de Oekraïne. En in de Oekraïne is humor bijvoorbeeld ver te zoeken. Dat is gewoon zo. Dat is geen te ruim geïnterpreteerd parochialisme van mijn kant. Alle Oekraïners zijn namelijk hetzelfde. De vrouwen lijken immers ook precies op de mannen. Erger kan een volk niet hetzelfde zijn.
Maar mijn volle neef David heeft familie in de Oekraïne en wordt daar dus 1 à 2 keer per leven – met een afwijking van 1 à 2 keer – door uitgenodigd om een week in hun graanschuur te verblijven. De eerste keer dat hij daar was kreeg hij te horen (nadat hij hartelijk was begroet): “Ik weet niet of je moet poepen, maar als je moet poepen dan is het verstandig om voor je gaat poepen wat wc-papier in de wc te leggen omdat anders je drol nogal aan de wc-pot blijft plakken en we hier onvoldoende waterkracht hebben om die drol dan weg te spoelen. Anders wordt het zo’n gedoe en moet je die drol met je handen weg gaan duwen en zo.”
Het was niet komisch bedoeld. Het was puur een praktische mededeling. En David begreep dat als geen ander. Hij kon er in de verste verte niets lachwekkends in zien.
Tja, die Chomskytak…
Waar ik op z’n minst door mijn neus zou lachen, geeft David een oprecht ‘dank je wel’.
Als ik voor het gebbetje vaderdag spermadag noem, moet David me uitleggen dat een spermatozo of een groep spermatozoën nog geen vader maakt.

Nee, de Chomsky’s zijn geen geinponems. Neem nou die Noam. Dat Noam het benaderen van de semantiek op pragmatische wijze of, erger nog, in een ander denkbaar universum, het benaderen van de pragmatiek op semantische wijze een gotspe vindt, is natuurlijk een understatement – en hij heeft een schmerzhekel aan understatements. Maar ook eufemismen zijn niet aan hem besteed. En voor parodieën is hij zelfs allergisch, behalve wellicht die van de band Queen uit het land van Bohemen, omdat hij daar goede herinneringen aan heeft. De Chomsky’s gingen er ooit namelijk bijna op vakantie.

Eigenlijk, voor de orde die in zekere zin als goed kan worden beschouwd, is Noam Chomsky geen volle familie. Toch ken ik hem volgens de theorie van de ‘six degrees of separation’ van Frigyes Karinthy via slechts één tussenstap. Dat komt omdat God zowel van Noam als van mij een persoonlijke vriend is. Via God weet ik ook dat ze Noam een keer hebben moeten uitleggen wat ‘een sok in je broek stoppen’ nou eigenlijk betekent. Na de uitleg zei Noam dat hij een oom had die daar gedroogde ginseng voor gebruikte. Al was het blijkbaar wel heel moeilijk om een ginsengwortel te vinden met het volume van een flinke sok. Noam had ooit berekend dat 33% van zijn ooms altijd te kleine ginsengwortels had. Een onderzoek van mijzelf laat overigens zien dat 33% van de ooms van Noam niet in enquêtes gelooft en 70% van zijn ooms enkel en alleen als er rekening wordt gehouden met een foutmarge van 3%.

Vorig jaar had ik het geluk om net te doen alsof ik een interview had met Noam Chomsky. Ik vroeg hem tijdens dat interview of het niet tijd werd dat taalkundigen zich meer met spelling gingen bemoeien omdat juist door die spelling grote thema’s worden belicht. Zo is FREDE fout en OORLOG goed.
Later hoorde ik via via dat Chomsky zei dat hij geen Nederlands kende.


De volgende keer zullen we ons meer verdiepen in de verschillende dansroutines van Noam Chomksy.

Jan Claesenroute


Jan Klaassen poetste zijn tanden met een mix van onder andere gehydrateerde silica, aluminiumoxide, titaandioxide, natriumzouten van fluoride, bicarbonaat en laurylsulfaat, polyethyleenglycol, glycerine, sacharine, sorbitol, en water. Ondertussen dacht hij na over zijn vakantie die hij vandaag zou gaan plannen. Dit jaar zou hij een actieve vakantie met een culturele combineren en de Jan Claesenroute volgen, van Den Helder helemaal tot Den Briel (het huidige Brielle).
Het laat zich wel raden waarom Jan zijn naamgenoot en tevens familielid achterna wilde gaan. Ze hadden namelijk veel gemeen. Zowel Jan als Jan had een vader die bedrijfsarts was en daarom werden ze in hun jeugd gruwelijk gepest. Ook hielden de beide Jannen bijzonder veel van fopgrappen. Grappen dus die achteraf helemaal geen grappen blijken te zijn. Hilarisch! Vooral Jan was er goed in. Veel mensen lieten zich in het ootje nemen!

Waar Lennaert Nijgh voor het lied “Jan Klaassen de Trompetter” uit het jaar van de eerste autoloze zondag zijn informatie vandaan had, is voor geschiedkundigen een raadsel. Het is namelijk algemeen bekend dat de historische Jan Klaassen, Jan Claesen dus, juist veel van krijgsgeweld hield, een echte held was, veel geld had, maar jammer genoeg geen ziel. Wel kon hij belachelijk goed een trompet nadoen.

Schrikbarend veel feiten van de goudeneeuwer Jan Claesen zijn bewaard gebleven. Zo weet men dat hij dingen die leuk zijn leuk vond en dat hij dingen die niet leuk zijn niet leuk vond en dat hij de eerste decennia van de 17de eeuw elke zomer vaste prik van Den Helder naar Den Briel kuierde. Als de mensen hem dan zagen riepen ze: “Hé, Jan, doe nog eens een trompet na!”
En daar was het Jan natuurlijk om te doen! Hij wist van zijn talent. En eeuwen later zou hij hier nog steeds om bekendstaan. Prutsers als Miles Davis en Chet Baker probeerden tevergeefs in de buurt te komen van de kunsten van Jan Claesen, maar zij kwamen nooit verder dan het botweg en simpelweg bespelen van een trompet.

Aan het eind van de zomer van 1633 besloot Jan zijn wandeltochten op te geven. Het werd hem te zwaar. Na zijn oogtransplantatie had hij steeds het gevoel dat zijn ogen hem aan het bedriegen waren. Bij nader onderzoek bleek ook dat de ogen van een accountant afkomstig waren. Een protestant nog wel! Nadat hij in de herfst van dat jaar ook nog zijn tong verloren had, heeft nooit meer iemand iets van hem gehoord.

Inmiddels was Jan Klaassen klaar met het poetsen van zijn tanden. Hij vond het een opwindende bezigheid en ging er altijd van schuimbekken. Stukje bij beetje zag hij zijn vakantie voor zich. Volgens betrouwbare bronnen waren er tussen Julianadorp en Callantsoog altijd hooguit maar tien vuiltjes aan de lucht, dus dat zou rustig gaan. De Hoek van Holland zou hij afsnijden. En hij zou bijvoorbeeld bij Noordwijk aan Zee een klein boottochtje maken en dan weer bij Katwijk aan Zee aan land gaan. De meeste problemen voorzag hij bij Zandvoort en Scheveningen. Daar was het het drukst. Daar was de Jan Claesencultus uit z’n voegen gebarsten.
Poppen zijn nooit bedoeld om heel je hand in te steken!

Maar dat waren zorgen voor later. De eerste voorbereiding die Jan moest treffen was dat hij zich tijdens zijn vakantie ziek moest melden. Dat had hij tenminste nog van zijn vader kunnen leren!

De tandenfee, daar schud je handen mee


Ik: Zo, dat was het verhaal van Leguaan kleef aan. En nu oogjes dicht, blaasspier in de gaten houden en slapen! Mama komt je straks ook nog even welterusten wensen.
Zoontje: Ja, maar ik wou nog even wat vragen.
Ik: Snel dan.
Zoontje: Papa?
Ik: Ja.
Zoontje: Heb jij weleens lava aangeraakt?
Ik: Nee, ik heb nog nooit lava aangeraakt.
Zoontje: Durf je dat niet?
Ik: Dat is geen kwestie van durven. Ik vind het aanraken van lava gewoon niet zo leuk, zeg maar.
Zoontje: Nee, je durft het gewoon niet. Geef maar toe!
Ik: Ach man, ik ben ooit met een lava een maand lang naar Parijs geweest!
Zoontje: Parijs? Wat moet een lava in Parijs?
Ik: Nou ja, Parijs. Deventer was het eigenlijk. En een midweek. Een woensdag was het. Woensdagmiddag.
Zoontje: Was dat toen je met die lavavlekken in je nek thuiskwam en mama zo boos werd?
Ik: Nee! Zei mama dat trouwens?
Zoontje: Nee, ik penis gewoon een beetje uit mijn nek. Dat komt door mijn genen. Heb ik van jou, snap je?
Ik: Juist. Maar nu moet jij dus even ontzettend heel erg rapidomento slapen gaan dus.
Zoontje: Of niet.
Ik: Of niet?
Zoontje: Of niet! Je kan me ook nog een verhaaltje voorlezen. Of twee.
Ik: Ja, ik ben dirk-poep-in-’t-handje niet! Waarom zou ik dat doen? Ik heb net al vier verhalen voorgelezen en jij moet nou slapen.
Zoontje: Kijk, lavaman, je kunt of mij nog even voorlezen en daarna een rustige avond hebben of je kunt de rest van de avond ruzie hebben met mama. Als ik zo meteen mijn beste genen even voorzet en tegen mama uit mijn nek ga penissen over vermeende lavavlekken in jouw nek dan werkt dat voor precies nul procent in jouw voordeel. Je weet toch dat mama nooit les heeft gehad in relativeren en/of humor?
Ik: Ach, is het nog zo vroeg? Dat wist ik even niet, zeg. Welk boek wil je lezen, lieve, lieve zoon?
Zoontje: Sander verandert zijn factuuradres! Sander verandert zijn factuuradres! Ik wil dat je Sander verandert zijn factuuradres leest!
Ik: Ok. Komt-ie! “Op een mooie zomerdag kwam Sander erachter dat zijn brievenbus niet meer klopte als een bus…
Zoontje: Die Sander ook altijd met zijn grappen!
Ik: Stil nou! Anders raken we de cadans van het verhaal kwijt.
Zoontje: Mama! MAMA! MAMA!

Uitgekotste bami van een Chinees hangbuikzijn

“Kom op jongens. Er moet toch wel iets zijn wat we allemaal lusten?” vroeg Geert getergd. Hij ergerde zich aan de besluiteloosheid van het gezelschap waar hij in verkeerde. Ongeveer een uur geleden werd unaniem besloten dat ze eten gingen bestellen via thuisbezorgd.nl maar sindsdien waren ze nog geen stap verder.
“Ik vind alles goed Geert,” zei Cor, “ik wil alleen absoluut geen shoarma. De vorige keer heb ik de hele nacht boven de wc gehangen om dat halalvlees uit te kotsen.”
“Als dat naar buiten komt,” zei Laurence, “kan dat enorme schade toebrengen aan je tanden. De zuren van braaksel tasten het glazuur van je tanden aan.” Iedereen negeerde haar maar er viel wel een vervelende stilte. Dion, die altijd al een beetje als het sukkeltje van de groep werd gezien, zag zijn kans schoon om eindelijk zijn bijdrage in de discussie te kunnen leveren. “Ik wil gewoon iets vegetarisch kunnen bestellen, het maakt niet uit of het Italiaans, Grieks, Thais, Turks, Surinaams of Indisch is.”
Er viel een nog pijnlijkere stilte dan daarvoor.
Geert, toch enigszins de aanjager van de groep, doorbrak de stilte. “Waarom bestellen we niet gewoon iets bij de oer-Hollandse snackbar? Frietjes, kaassoufflés, mexicano’s, dat soort dingen.”
“Welke snackbar?” vroeg James die ondertussen op zijn mobieltje naar Oost-Europese pornofilmpjes aan het kijken was, “die van Achmed of van Hafid?”
“Hafid!” riep Hero voordat iemand de kans kreeg om te reageren. “Hij verkoopt namelijk wel bier. Achmed heeft alleen frisdrank.”
“Oké, dan wordt het friet van Hafid,” zei Geert. “Cor wat wil jij?”
“Frietje shoarma, twee mexicano’s pinda en een Turkse pizza met extra veel knoflooksaus,” riep Cor resoluut. Geert schreef de bestelling op en keek naar Laurence die een “frietje stoofvlees en twee frikadellen met mayo” bestelde. Omdat Geert de bestelling met de klok mee opnam, had iedereen door dat de eerstvolgende Hero was, behalve Dion. “Raspatat oorlog kaassouflé, groentekroket en een berelul pinda,” riep hij enthousiast én voor zijn beurt.
“Dat is helemaal niet vegetarisch Dion,” snauwde Laurence.
“Oh, laat dan die groentekroket dan maar zitten,” kwam er enigszins beteuterd uit.
“Voor mij 24 bier en een hamburger speciaal,” zei Hero. Eric wilde dat ook wel. Dat verbaasde niemand. “En jij Fleur?” vroeg Geert.
“Oh, maakt me niet uit Geert. Doe maar hetzelfde als jij.”
“Goed dat was hem dan,” zei Geert. “Hafid zit hier om de hoek dus we kunnen het net zo goed daar gaan halen. Wie offert zich op?”
“Zullen wij gaan?” vroeg Eric aan Hero. “Op weg naar Hafid is een leuke brievenbus waar we in kunnen pissen.”

Het bleef nog lang onrustig in Venlo.

Vaan alle merrete thoes? Haw toch aof!

Wetenschappelijk onderzoek wees onlangs uit dat zeven op de tien Twentenaren meer snappen van het Vietnamees dan van het Maastrichts. Onderzoekers lieten Vietnamezen en Maastrichtenezen in hun eigen taal iets bestellen bij een aantal lokale Twentse snackbarren. Vietnamezen kregen in de meeste gevallen wel een broodje berelul pinda mee naar huis en Maastrichtenezen niet. Daarnaast vonden de snackbaruitbaters uit het onderzoek de Vietnamezen over het algemeen veel sympathieker dan de mensen uit het zuiden van het land. En ook kwam heel duidelijk naar voren dat de Vietnamezen over het algemeen meer spleetogen hadden dan die Limburgse rakkers. Al met al een interessant onderzoek.

In Maastricht is verontwaardigd gereageerd op het onderzoek en uiteraard werd de onderzoeksmethodiek direct in twijfel getrokken. De lokale media doken er massaal bovenop wat een ware volkswoede ontketende. Reden genoeg voor de rockgroep uit onderhavige stad “Los Dancing Queenc” (Maastrichts voor “zesjarig slachtoffertje van seksueel misbruik door een priester in opleiding”) om er iets mee te doen. Hun protestsong “Vietnamees is net Chinees” werd een ware hit in Maastricht en omstreken. Het nummer werd maar liefst zes keer gedownload bij iTunes, wat een absoluut record is voor Los DQ. Zoals met alle nummers van deze band wordt “Vietnamees is net Chinees” beter naarmate je meer drinkt en het volume van je radio zachter zet. Hun authentieke sound is ook hier weer totaal niet te herkennen. “Wie niet van muziek, ritme en structuur houdt, komt bij ons flink aan zijn trekken,” aldus Erik van Schaik. Van Schaik heeft blijkbaar ook iets met Los DQ te maken. Hij is een soort Limburgse Wijnand Bruggink maar dan met een eigen website.

Los Dancing Queenc kan je boeken voor een optreden maar een vloertje leggen of een muurtje stucen kunnen ze ook. De buurman van een van de bandleden is namelijk getrouwd met een Poolse vrouw en dat is nog best een mooie dame ook.

(Dit was een verzoeknummertje. Het plaatje is schaamteloos gejat van LosDQ.com)

Dichtbij en verplicht


De eerste kleine week van januari is er altijd een van obligate jovialiteit.

“Trouwens, nog de beste wensen!”
“Ja, jij ook de beste wensen!”

Of varianten met gezondheid en/of geluk. Allemaal dingen die je een robot ook zou kunnen leren. Met twee handen op z’n rug.
Voor moderne mensen is het ook een automatisme. De meesten zijn nog van de schrik aan het bekomen dat ze met kerst weer eens naar de kerk gingen en tijdens de mis verdulleme de mensen om hen heen een hand moesten geven.

Maar voor de serieuze, introverte, ingetogene, realistische, ietwat cynische medemens is het nieuwe jaar tot Driekoningen niets minder dan een heuse hel! Het liefst zou je binnen blijven om pas 7 januari weer nieuwe boodschappen te gaan doen.
En het is natuurlijk ook zonderling absurd dat bij het jaarbegin mensen ineens reageren alsof iedereen meedoet aan een wedstrijd en elkaar daarbij succes moet wensen.

Kijk, het is begrijpelijk dat je je huisarts, je accountant of je advocaat geluk wenst. Die mensen zijn daar afhankelijk van. Die hebben kei- en retemoeilijke banen waarbij ze maar te hopen hebben dat ze het klaarspelen.
Maar je bent een ongelooflijke vierkante paardenlul als je heilwensen accepteert van iemand die zelf een speler is in jouw geluk!
Het Shirky-principe wordt eigenlijk nergens zo wrang een vleesgeworden ironie als bij het ritueel van de nieuwjaarswensen.
Die gemeenteambtenaar die met zijn geoefende glimlach en zijn oogkleppen op jou ‘het beste’ wenst terwijl hij dondersgoed weet dat zijn eigen geklungel oorzaak gaat worden van een deel van jouw ongeluk. Die makelaar die jou een hand geeft, eigenlijk alleen maar om te kijken hoe hij die er het beste uit kan draaien. Die oom die overdreven meer dan genoeg geld heeft om jou wat te lenen en ‘gelukkig nieuwjaar’ al voldoende vindt. Die adviseur die met een mand om zijn middel ontzettend trots is op zijn rijmende cliché. Mensen die je eigenlijk zouden kunnen of zelfs moeten helpen en het botweg niet doen, maar wel op de meest melodieuze manier waarop je ze ooit zal horen praten een wens van voorspoed afraffelen. En dat terwijl iedereen weet dat haastige voorspoed zelden voorgoed is…

Maar je moet dat gedoe eigenlijk voor zijn. Zoals Keith Moon altijd zei: “If you can’t beat them, join them!”
Onoprecht zijn kun je namelijk leren. Hoe dienstverlenend Nederland en consorten de rest van het land opjagen en verkloten is ook voor jou weggelegd! En als cadeautje voor het nieuwe jaar zal hippekut daarom de Acht Gouden Stappen van de Non-reactie voor jou, lieve lezer, onthullen.

Acht Gouden Stappen van de Non-reactie:
1. Vraagsteller laten wachten (minstens een week);
2. Vraagsteller een ontvangstbevestiging sturen (even aangeven dat je de vraag ontvangen hebt);
3. Vraagsteller laten wachten (minstens een week);
4. Vraagsteller een voortgangsbevestiging sturen (even aangeven dat je ermee bezig bent; ‘we zijn de dossiers bij elkaar aan het zoeken’ doet het bijvoorbeeld altijd goed);
5. Vraagsteller laten wachten (minstens een week);
6. Vraagsteller een antwoord geven (dit is niet meer dan een bericht waarin staat dat ‘men’ het zal gaan bespreken);
7. Wachten tot het eind december/begin januari is en de vraagsteller een gelukkig nieuwjaar wensen;
8. Stap 7 herhalen.

Uiteraard is dit magische schema op alle denkbare situaties toepasbaar. Doe er je voordeel mee!

Gratis boekenlegger!

2011 nokt weer bijna af en daarom bij dezen de nieuwe, gratis boekenlegger voor jullie allemaal!

Print ’m uit, knip ’m uit en leg ’m in je boek.

En wees niet bang dat je ’m vergeet, want hij is tot 31 december 2012 geldig!

Reacties uit het land:
Ik had de boekenlegger van afgelopen jaar in een boek over schelpen gelegd en het was echt fantastisch!” (Bert Brussen)
Bij mij ligt-ie vaste prik bij Matteüs 7:13-14, maar dat is nogal wiedes.” (Andries G. Knevel)
Ik weet eigenlijk niet precies wat een boekenlegger is…” (Rudy van Beurden)
Met ketchup was de boekenlegger van 2011 wel te doen.” (Kim Jong-Il)

Lullen over kutten

Ooit zag ik op internet een foto van een zelfmoordterrorist. Tenminste, wat er nog van over was. De beste man had zichzelf opgeblazen op een drukke markt en had het voorval zelf ook niet overleefd. Tussen de ledematen en het bloed van de slachtoffers om hem heen lag zijn van zijn romp gescheiden levenloze hoofd. Ik had nog nooit een los hoofd gezien maar stelde me altijd voor dat de aanblik tamelijk onsmakelijk zou zijn. Ik bleek over een goed voorstellingsvermogen te beschikken want de aanblik was tamelijk onsmakelijk en op de koop toe ook heel erg goor. Ik kan me nog herinneren dat mijn maaginhoud aangaf dat hij niet het reguliere verteringsproces wou doorlopen maar de antiperistaltische nooduitgang prefereerde. Toch, vanwege een of andere morbide fascinatie, moest ik blijven kijken naar die foto. Het was niet om aan te zien maar toch kon ik het niet laten om er herhaaldelijk langdurig naar te koekeloeren.

De Playboy maakt tegenwoordig dankbaar gebruik van datzelfde mechanisme. Mooie naakte vrouwen, zo redeneert de redactie, hebben we met zijn allen ondertussen wel gezien. Elke maand weer hetzelfde liedje: perfecte tiet hier, perfecte tiet daar, kaalgeschoren kutje en –na het obligate, doch zorgvuldige, photoshoppen– klaar is kees. Je kijkt er een keer naar en je hebt het wel gezien. Als dit zo doorgaat, wordt het blad binnen de kortste keren écht alleen nog maar voor de artikelen gekocht. Het roer moet om!

En het roer is omgegaan. Neem nu Patricia Paay; stokoud, verlept en zo ongeveer de laatste vrouw die je naakt wilt zien. Dat appelleert pas écht goed aan diezelfde morbide fascinatie als uiteengereten zelfmoordterroristen. Geen enkele rationele hersencel die er naar wil kijken maar ondertussen vliegen de examplaren als warme broodjes (no pun intended) over de toonbank.

Succes moet geprolongeerd worden en dus werden de vadsige en uitgemergelde, naakte lijven van (respectievelijk) Amanda Krabbé en Stacy Rookhuizen (met harige poes) ook maar eventjes ongegeneerd aan jan en alleman tentoongespreid. En het wordt verdomme nog erger: in de volgende edities zullen vrouwen als Lucille Werner, Aaf Brandt Corstius, Floortje Dessing, Yvon Jaspers en dat dikke wijf uit de Plusreclame met hun niet voor andermans ogen bestemde flamoes in full colour op glossy papier prijken. Met als uitgedroogde kers op de zure slagroom het kerstnummer van 2012: heel toepasselijk op een los velletje, zal een special verschijnen met Marijke Helwegen (of ze dan nog leeft of niet).

 

Letterlijk miljoenen


Op vrijdag 5 november in het jaar 2300 voor Christus gooide een overharige knakker – van wie de naam niet geheel bekend is maar laten we hem Kiekeboe noemen – een of ander net door hemzelf vervaardigd bronzen voorwerp over zijn linkerschouder. Hij sprak daarbij tegen zijn gezellen de woorden: “Zo, over een paar duizend jaar vinden ze dit en dan kunnen ze weer mooi een beetje van de geschiedenis invullen!”

Enkele luttele millennia later werd op de bewuste plek waar het bronzen voorwerp lag beton gestort en werd er een huis op gebouwd. En weer een tikkie later liep een huisbaas met een potentiële huurder door het pand.

“Ik vind honderd euro per maand wel wat pittig en stijf voor een kamer van drie bij drie,” zei de mogelijke huurder.
“Het is anders een zeer schappelijke prijs,” zei de hospes.
“Dat zeg jij. Maar mag ik even iets voorrekenen?”
“Ga je gang.”
“Nou, mijn borg van twee maanden zie ik al als een verloren zaak. Dus die heb je al in je zak. Dan ben ik van plan hooguit twee jaar hier te blijven. Dat betekent dan vierentwintig maanden maal honderd euro is tweeduizend vierhonderd euro. Indien ik alle maanden ga betalen natuurlijk. Kijk, de eerste drie maanden betaal ik netjes. Maar de vierde maand maak ik helemaal niks meer over en ga ik huilerig de huurcommissie en andere proletarische instanties die Nederland rijk is aanschrijven. Over dat jij niet reageert op mijn verzoeken en zo. Daar smullen ze van! Ondertussen schrijf jij mij aanmaningen waar ik niks mee doe. Na vier maanden of zo word jij moe genoeg om de rechter te verzoeken om een ontbindings- en ontruimingsvonnis. Slim van je, want als de betalingsachterstand hoger is dan vijfhonderd euro worden de kosten van de griffierechten ineens drie tot vier keer zo hoog. Maar nog steeds hebben we het dan voor jou over iets van ruim duizend euro aan kosten. Het honorarium voor het vonnis is namelijk achthonderdnegenennegentig euro. Exclusief btw uiteraard! De deurwaarderskosten zijn negentig euro en tachtig cent. Die zijn dan wel inclusief btw. En de griffierechten zijn iets van eenenzeventig euro, btw-vrij. Ik heb mijn rekenmachine niet bij me, maar je zit dan ver boven de duizend euro. Neem dat maar even van mij aan. Nou is die rechter natuurlijk niet stom. De heteronome ethiek die hij aanhangt zorgt dat hij altijd democratisch kiest en er zijn nou eenmaal meer huurders dan verhuurders. Dat jij misschien gelijk hebt interesseert hem geen vierkante paardenlul. Er komt dus geen ontbinding en er komt dus geen ontruiming en jij zit nog steeds met een huurder die niet betaalt. Inmiddels ben je ook op kosten gejaagd door het systeem. Zo erg zelfs dat mijn situatie je twee keer het bedrag heeft gekost dat je eigenlijk dan al aan me had moeten verdienen. Op iets van ruim min zeshonderd euro zit je dan. En dan moet je nog een dik jaar maal nul euro inkomsten! Maar ik weet het goed met je gemaakt: als ik nou eens zorg dat jou die onnodige kosten bespaard blijven, heb jij ineens de financiële ruimte om mij hier minstens een jaar gratis te laten wonen. Over een jaar zien we dan wel verder. Is dat een deal? Nu zeggen. Nu ja of nee zeggen! En als je nee zegt ren ik nu naar buiten en schreeuw ik dat je me verkracht hebt.”

“Wat studeer je eigenlijk als ik vragen mag?”
“Niet van die impertinente vragen stellen, ventje. Ik neem dit gesprek op. Visagie, trouwens.”

Eigen woorden eerst

Het is tijden geleden dat de NRC weer eens wat opschudding veroorzaakte in Haagse gelederen. Afgelopen week was niet een of ander willekeurig diepgravend onderzoek naar een of andere willekeurige misstand in een of andere willekeurige sector maar de rubriek Woordhoek van Ewout Sanders reden voor de PVV om een aantal kamervragen te stellen. In de editie van 11 juli 2011 schrijft de heer Sanders namelijk over hoe beamen (spreek uit: be-amen) is verdrongen door het Engelse beamen (spreek uit: biemen). Buitenlandse woorden die ons eigen Hollandsche lexicon vervuilen en zelfs woorden verdringen.

Koren op de oerhollandse molen van de PVV. Kamerlid Wesley de Vries is dan ook direct begonnen met het opstellen van een aantal pittige vragen aan de regering. “Toen ik dat artikel las, was ik meteen pissed off!” zegt De Vries vurig. “Dit is de bloody limit, dacht ik. Buitenlandse woorden komen zomaar onze taal binnenvallen en jagen onze eigen Henk-en-Ingrid woorden weg. Als onze eigen woorden niet meer veilig zijn in dit land dan is het einde nabij.”

Een plan om deze tsunami van allochtone woorden tegen te gaan, heeft De Vries nog niet. “We hebben een meeting belegd met een aantal experts. We gaan eerst een taskforce oprichten om een assessment uit te voeren op de reikwijdte van het probleem,” aldus Wesley de Vries. “Maar voor het zover is, wil ik via het stellen van kamervragen een statement maken. Ik hoop dat hiermee we commitment krijgen van andere partijen. Als we het alleen moeten doen, zullen we veel werk moeten outsourcen omdat er weinig linguistische kennis aanwezig is binnen de partij.”

Het moment lijkt, zo aan het begin van het zomerreces, wat ongelukkig. De Vries denkt daar anders over: “De timing is misschien niet heel goed maar om er nou een spoeddebat voor aan te vragen. Ik ga volgende week op vakantie naar Spanje. Een paar weekjes heerlijk met vrouw en de kids op de playa chillen met een sixpack cervezas in mijn hand heb ik ook wel verdiend. Toch?”