Wat vooral veel in biografisch materiaal over Rudi (Rudolphus) van Ginneken (1908-1972) naar voren komt, is dat hij een erg opgewekte, uiterst vriendelijke en sociale man was (tot ongeveer zijn 56ste). Ook in zijn stem moet dat doorgeklonken hebben, wat deels zijn succes als eerste Nederlandse radio-kok verklaart.
Toen Van Ginnekens moeder, Geertruij Lotgering, met de arme akkerbouwer Jacobus van Ginneken trouwde, was zij al zwanger. Er gaat een verhaal dat ze een romance met een rondreizende koopman had gehad, maar er waren er ook die anders beweerden. Geertruij werkte in die dagen als keukenmeid bij burgemeester (van toen nog Aalst) Jan van Vorstenbosch. In 1916 nam Gerardus van Dommelen de burgemeesterspost over (eerst in alleen Aalst en later, vanaf 1923, in de samengevoegde gemeente Waalre). Geertruij bleef al deze tijd in de keuken van de ambtswoning werken.
Van Ginneken was een moederskindje. Hij was altijd bij zijn moeder, wilde niet naar school, en leerde zo al heel vroeg het reilen en zeilen van de kookkunst. Van Ginnekens vader vond de kleffe moeder-zoonrelatie maar niets en stuurde er al vroeg op aan dat zoonlief voor zichzelf moesten kunnen zorgen. En zo belandde de zeventienjarige jongen – via een oom die iemand uit Amsterdam kende – als voorlichter in dienst bij de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Zijn opdracht was de huisvrouw te leren goed en goedkoop te koken. En hij moest hiervoor grote delen van het land doorreizen. Zijn vrolijkheid en luchtige excentriciteit maakten van hem een opvallende, graag geziene propagandist, wat ook bij het hoofdkantoor op ging vallen. Het duurde daarna niet lang voor de gloednieuwe omroep KRO ontdekte dat zo goed als alle kwaliteiten die nodig waren om een radioprogramma te presenteren binnen het bereik van Van Ginneken lagen. Van Ginneken gaf hier graag gehoor aan, en het wekelijkse radio-item Wat de pot schaft, waar een vaste schare luisteraars van 1927 tot 1940 op getrakteerd werd, was geboren. Tijdens de Duitse bezetting zette Van Ginneken zijn programma niet voort.
In zijn tijd als radio-kok schreef Van Ginneken vele kookboeken; van basistechnieken tot originele recepten. Zeer bekend en vaak gegeten aan het einde van de jaren ’30 was Rudi’s veel geprezen gerecht Poulet au beurre (gemalen kip, gemengd met in melk gedompelde stukjes brood, ei en boter tot schijfjes kneden, met paneermeel bestrooien en in de koekenpan gaar bakken). Toen Van Ginneken na de oorlog weer bij de radio aan het werk wilde gaan, kwam echter aan het licht dat dit recept helemaal niet een creatie van Van Ginneken zelf was. Veruit de meeste van zijn recepten had hij geplagieerd – met behulp van een oud Russisch kookboek en een Russisch-Nederlands woordenboek.
Vooral door andere koks uit de omroepwereld werd Rudi zijn plagiaat flink aangewreven. De rel werd breed uitgemeten in de landelijke pers, en de KRO zag zich genoodzaakt de samenwerking met Van Ginneken stop te zetten. Ook de verschillende damesbladen waar Van Ginneken een rits aan feuilletons voor had geschreven, trokken zich terug.
Tot halverwege de jaren ’60 probeerde hij via ontelbare demonstraties en lezingen door het hele land een comeback te maken of in ieder geval de kost te verdienen. Met zijn ziel onder zijn arm en totaal verbitterd verhuisde Van Ginneken in 1966 weer naar Waalre, waar nog een enkel familielid van hem woonde. Hier kon hij echter ook niet aarden. Zijn verleden kleefde te veel aan hem. Begin mei 1972 trok hij naar Lommel, om daar een week later te sterven.