Zimmermann-maxime

Terwijl, onlangs, elders, binnen een straal van vijf kilometer, een bijeenkomst werd gehouden waar met afstand de belangrijkste bestuurlijke handeling van onze ambtenarij plaatsvond, namelijk het overhandigen en in ontvangst nemen van een bos bloemen, sprak ik met een bioloog, thans werkzaam bij het regionale waterschap, die als een tiener met een auto zo trots was op het speldje dat hij bij een training voor het coachen tijdens cursussen over het geven van advies had verdiend.
De bioloog was een rasechte Nederlander en daarom had hij uiteraard overal verstand van, onder andere van communicatie, zo bleek. Hij stelde bijvoorbeeld ineens, waarschijnlijk uit alle macht een recente presentatie van zijn afdeling proberende te parafraseren, dat in een communicatie slechts 20% verbaal wordt overgedragen en dus 80% non-verbaal. Ik sloeg mezelf tegen mijn voorhoofd, hierbij mijn ogen bedekkende. Onzin! Van de hardnekkigste orde nog wel! Deze kletskoek is een misinterpretatie van een flauwekulonderzoekje van de Amerikaanse psycholoog Mehrabian, dat volgens mij in eerste instantie was bedoeld om ‘iets’ over het favoriete onderwerpje ‘dubbele binding’ van zijn vakgebied te weten te komen. Zijn percentuele indeling was zelfs nog preciezer en daarmee ongeloofwaardiger dan het globale 80/20, waarbij hij tevens de groep non-verbaal nog onderverdeelde in uitspraakeigenschappen en lichaamstaal (visuele boodschappen). Maar überhaupt ging het om een specifieke setting en niet om álle communicatie in álle situaties. De bioloog wilde daar niets van weten. De 80/20-regel klopte volgens hem. Gewoon omdat dat alom bekend was, was zijn argument.
Nu geloof ik meteen dat het in sommige gevallen wenselijker is om iemand persoonlijk te spreken dan om de bijbehorende communicatie schriftelijk af te handelen. Maar niet omdat je via e-mail allerlei non-verbale signalen zou missen. Nee, botweg omdat je iemand die tegenover je zit beter kan manipuleren en overrompelen. Om voor de overtuigingskracht bij het proberen in te plannen van zo’n ontmoeting een of andere psychologische theorie te misbruiken is derhalve wat een neoliberaal slim (en noodzakelijk) zou noemen.
‘Indrukwekkende informatie,’ zei ik tegen de bioloog, ‘maar ken jij dan toevallig ook het Zimmermann-maxime?’ Het antwoord was nee. ‘Nou,’ zei ik, ‘voor jou als bioloog is dat heel interessant. Het houdt in dat dieren met een oneven aantal poten harder kunnen lopen dan dieren met een even aantal poten. Drie poten hebben per slot van rekening meer spieren dan twee, en één poot heeft meer spieren dan nul poten. En vijf meer dan vier, en ga zo maar door. Steeds blijkt dat een oneven aantal poten gespierder is dan een even aantal. En dus kunnen die harder rennen.’
Verdwaasd keek de bioloog me aan; ik kan goed acteren. Tja, belangrijker dan alle verbale en non-verbale communicatie bij elkaar is weten hoe die te moeten decoderen. Hoe beter je iemand kent, hoe makkelijker je elkaar begrijpt. En daarom vermijden mensen in zakelijke communicatie een dubbele binding. Schriftelijk kan dat even goed als face-to-face. Dit is wat we de onthulling van Bruijnen noemen. (Nu wordt die onthulling van Bruijnen regelmatig verward met het Zimmermann-maxime. Hoe dat komt zou fascinerend zijn om eens uit te zoeken.)