Volgens de onlangs verschenen officiële cijfers betreffende platte gerechten gemaakt van eenvoudig gistdeeg met daarop onder andere tomaten en kaas heerst er tegenwoordig in ons dorp een heuse pizzeriaplaag. Vorige week is er nog zo’n restaurant (met bezorgservice) bijgekomen, dat tevens bouwmaterialen levert, en kort daarna ging er eentje waar je de bezorg(st)er een uurtje (of twee of drie) bij kan huren van start. De pizzeriagroei trekt zelfs het bestaan van de plaatselijke bookmaker uit het slop. Na het vestigen van margherita- en quattro-stagioni-leveranciers in de leegstaande panden van de Loodrechterweg 241, 243, 245, 247, 249 en 251 wordt er druk gespeculeerd wat voor bedrijf er op nummer 253 zal komen.
Maar bedrijfshuisvesting is natuurlijk niet een spelletje roulette. Het is niet zo dat er naast een pizzeria maar één alternatief is. Het is niet rood of zwart. Behalve een pizzeria kan er op 253 misschien een lasagneria komen of een spaghetteria of een winkel met benodigdheden voor de training van coaches voor de advisering van cursussen. En geen verandering, leegstand dus, kan ook nog.
Toch hebben zich onder de gokkers twee onevenredig grote kampen gevormd, die allebei een andere definitie van statistische onafhankelijkheid lijken te hanteren: zij die menen dat na een serie van 6 keer pizzeria de kans op niet-pizzeria kolossaal groot moet zijn, en zijn die menen dat door beïnvloeding van de gang van zaken door een of ander defect of extern ingrijpen een herhaling van pizzeria het meest voor de hand ligt. (Een kleine studie leerde me dat de kans dat er niet wordt uitbetaald het grootst is – alleen valt daar gek genoeg geen geld op in te zetten.)
Zo’n bookmaker doet alsof hij de situatie aan het concretiseren is, terwijl hij juist bezig is met het zaaien van verwarring. Je zou dit zonder veel voorstellingskracht aan te hoeven wenden prima kunnen vergelijken met een van de communicatietheorieën van de organisatiepsycholoog Siemoneit. Volgens hem begint een dialoog altijd met aftasten, en het complexer worden van de communicatieve eigenschappen van die dialoog komt voort uit een reeks subtiele contactmomenten (die Siemoneit in zijn latere werk uitsplitst in maar liefst acht verschillende soorten). De kijk van elk van de deelnemers van een discours is, Siemoneits gedachtegang verder volgend, om te beginnen egocentrisch; dat kan niet anders – men begint vanuit zichzelf. De gesprekspartner moet daarbij als het ware eerst tot leven komen, een ziel krijgen. Pas als beide (of meer) deelnemers van de communicatie hun beginstandpunt in dezen hebben gedecentreerd, kan zich een oprechte informatieoverdracht gaan voltrekken.
In het verlengde hiervan was Siemoneit wars van gespreksleiders, die zogenaamd als een soort katalysator de communicatie tussen personen (of groepen) bij elkaar moeten brengen. De regel van Siemoneit zegt hierover: als er wordt gestuurd in een communicatie door een derde – ‘onafhankelijke’ – partij, levert dit hooguit op dat de daadwerkelijke gesprekspartners worden weerhouden van het zelf ontdekken van de kern van die communicatie, waardoor overeenstemming en wederzijds begrip ook niet volledig zal kunnen plaatsvinden. Juist door tussenkomst van een bookmaker zou een gokker – als we Siemoneits dobbelsteen speels interpreteren – dus niet tot een weloverwogen keuze kunnen komen.