Ortmann-principe

Er is door de scholen in de buurt weer een tombola met proefwerken afgehandeld onlangs. Het jammere van het huidige schoolsysteem is dat die verplicht aanwezige kinderen daar nog een worst voorgehouden wordt dat het hebben van kennis onmisbaar zou zijn om te slagen in onze door winst gestuurde samenleving, terwijl alle volwassenen dondersgoed weten dat succesvol zijn in deze neoliberale tijd (en misschien wel sinds mensenheugenis) vooral afhangt van je vermogen – en bereidheid – om anderen te overdonderen. Als je op je veertigste niet op elke vinger een desillusie kunt tellen, heb je niet goed opgelet, zeg maar. Voor een heldere bevestiging hiervan kun je bijvoorbeeld eens kijken naar al die beleidsmakers en bestuurders om je heen. Er is blijkbaar amper meer nodig dan wat slordige lessen in de retoriek om over wat dan ook bindende uitspraken te mogen doen. En waarschijnlijk is het besmettingsgebied zelfs nog veel groter dan dat. Kinderen worden immers maar al te vaak in hun schoolactiviteiten aangemoedigd door ouders en andere rondhangende volwassenen met het tenenkrommende argument ‘sommige dingen moet je nou eenmaal doen’. Een terechte vraag blijft: waarom moet je dat dan doen?
Als je niet eet, ga je dood. Daarom moet je nou eenmaal eten. In die setting is dat ‘moeten’ heel makkelijk uit te leggen en heel makkelijk te begrijpen. Maar als we met een gelijkvormige constructie kinderen aanzetten tot het slikken van een mengsel met overwegend triviale zaken, dan betekent dat dat we gewoon een erg zwakke analogie gebruiken. Het klinkt al veel beter als je zegt: ‘Beste kinderen, naar school gaan is goed voor je, want als je je zintuigelijke waarneming, je gevoelsvermogen en je bewustzijnservaring aan de kant zet, kun je er prima volwassen mee worden.’
Nu is het krijgen van uitleg uiteraard niet echt erg, meestal, en soms zelfs uitermate interessant, maar de vraag is of dat echt altijd getoetst moet worden. Sowieso is het van belang dat je weet wat je aan het toetsen bent als je aan het toetsten bent. Een grote bek, al met al, levert meer op dan een goed antwoord – in ons economische keizerrijk. En in het verlengde hiervan levert het zo veel mogelijk niet combineren van kennis topbanen op als het trainen van coaches inzake de monitoring van cursussen.
Als scholen al íets zouden moeten bijbrengen aan de jeugd, dan is het wel het Ortmann-principe. De als onderwijs- en systeemcriticus bekendstaande, Amerikaanse communicatiewetenschapper en publicist Ortmann haalde regelmatig in zijn vele publicaties over onderwerpen op het gebied van pedagogie, semantiek en cultuur zijn stelregel aan dat er een recht op communicatie bestaat. Daarmee had hij iets anders in gedachten dan wat tegenwoordig (voornamelijk) met de vrijheid van meningsuiting wordt bedoeld. Een recht op communicatie betekent dat iedereen zijn stem mag laten horen – maar niet om iets te schreeuwen wat anderen ook al geblaat hebben. Het gaat juist om een recht om te horen en laten horen wat nog niet gehoord is. Dit recht moet dan ook worden opgevat als een wisselwerking, een sociale verantwoordelijkheid die wij allen hebben ten opzichte van elkaar. Pas als dit Ortmann-principe in voldoende mate wordt nageleefd, is er werkelijk ruimte voor zinvolle kruisbestuiving van informatie. En daar hebben scholen dan een mooie functie te vervullen.