Wet van Maatz

De driejaarlijkse ondernemersprijs van onze gemeente is onlangs uitgereikt aan een vennootschap die zich met blijkbaar veel succes de afgelopen jaren beziggehouden heeft met het coachen van de monitoring tijdens trainingen over het geven van cursussen. Het toekennen van deze overwegend op bedrijfskwaliteit gerichte prijs werd voor een allerminst onbelangrijk deel beïnvloed door de bekendheid van de betreffende ondernemer. Hij is namelijk niet alleen lid van de biljartvereniging, het toneelgenootschap en de yogagroep alhier, maar ook van de kaartclub, de fietsclub, de dartclub, de filmclub, de kaatsclub, de ijsclub, de schaakclub, de kookclub, de golfclub, en het ornithologisch gezelschap. Bovendien gebruikt hij in elk gesprek dat hij voert wel het woord ‘zelfreflectie’, waarmee hij altijd haast ontelbaar hoge ogen gooit bij de niet al te kritische, maar wel stemgerechtigde bevolking. In het juryrapport stond dan ook dat de beste man met zijn reputatie ongetwijfeld eveneens de monitoring van andere zaken goed zou kunnen coachen en dat hij zelfs bedreven zou zijn in het coachen van activiteiten die niet eens met monitoring van doen hebben.
Populariteit is, dat weten we allemaal, een prima meet- en keuzemiddel. Zo is ongeveer tachtig procent van de auto’s in ons dorp van het merk waarvan de televisiereclames hebben uitgewezen dat alleen coole mensen daarin rijden. En in alle horecagelegenheden hier wordt alleen maar de priklimonade met colasmaak besteld waarvan een bekende Hollywoodacteur in verschillende commercials duidelijk aangeeft dat dat toch echt wel de lekkerste is. Want als een aanzienlijk aantal mensen ergens voorstander van is, dan kan het niet anders dan dat dat waar moet zijn.
Maar het zou misschien ook kunnen zijn het lokken van mensen om dat wat populair is te zien als de juiste keuze een (vaak) misleidende methode van (vooral) marketeers is – je weet wel, die lieden die de politiek in de wereld van de reclame hebben getrokken. Het verleidelijke aanbod om met een simpele transactie de schijn te hebben dat je bij de groep van mooie, gelukkige mensen hoort, doet, als je het nog eens goed bekijkt, eigenlijk niets ter ondersteuning van een dwingende noodzaak dat je de, zeg, geadverteerde hamburger daadwerkelijk moet kopen. Al keurt een overgrote meerderheid een product of persoon juichend goed, dan is dat op zich nog steeds geen reden om klakkeloos mee te gaan doen.
Uiteraard is het meegaan in een dergelijke misleiding wel ieders recht. Je hoeft daar anderen niet op aan te spreken. Mensen mogen immers zoeken naar het eigen geluk daar waar ‘alle anderen’ het ook doen. En bovendien is er al confrontatie genoeg in de wereld. Zelfs in een triviaal huis-, tuin- en keukengesprek ligt disharmonie op de loer. De wet van Maatz zegt per slot van rekening dat elk gesprek slechts drie reacties verwijderd is van een ruzie. (Met reactie wordt hier elke toevoeging – over en weer – aan de dialoog bedoeld.) Bekender is Maatz wellicht van zijn veel geciteerde uitspraak: ‘Sommige zinnen vertellen slechts een woord, en sommige woorden vertellen hele zinnen.’ Maar die quote maakt de naar hem genoemde wet eigenlijk alleen maar benauwender.
Toch is het niet de bedoeling van deze wet dat we in conversaties steeds met voorspellingen bezig zijn. De les die we kunnen trekken is wel dat je met een gezonde hoeveelheid fatsoen in je doen minder op je hoede hoeft te zijn.