Ei-eigenschappen #40

John F. Kopczynski had in zijn vroege jeugd last van een lui oog. Dat oog behoorde toe aan een meisje dat twee banken voor hem zat in de klas. Gedurende de lessen kon hij dat oog niet zien, en juist daarom ging hij erover fantaseren en was hij voortdurend afgeleid. Of dat verhaal waar is weet ik niet, maar het zou Johns beroepskeuze van Edison-imitator kunnen verklaren. In 1940, enige jaren na zijn lagere school, vroeg hij patent aan voor zijn concept van het eivormige wiel – en eigenlijk was de contour een ellips, maar de volksmond vond een ei aangenamer.
De New Yorker liet het idee van een wiel met hoeken erin zijn hele leven niet los, maar hij zou uiteindelijk meer naam maken als CEO van het nogal dofgrijze metaalbewerkingsbedrijf Ascension Industries Inc. en burgemeester van het betrekkelijk karakterloze en onder het bestuur van Niagara County vallende stadje North Tonawanda (NY). Vooral in de agrarische en militaire sector zag hij mogelijkheden voor zijn uitvinding, omdat een tank of trekker met afgeplatte wielen probleemloos door de modder zou kunnen bewegen. Het voertuig zou dan minstens twee assen moeten hebben die in hun beginstand qua draaiing loodrecht op elkaar staan en dit faseverschil ook tijdens hun beweging netjes blijven behouden. Dit betekent dat het puntigere deel van de wielen van as I en het plattere deel van de wielen van as II tegelijkertijd de grond raken, en andersom. Uiteraard is daarbij een en ander zo ingesteld dat de verticale dynamiek gecompenseerd wordt, zodat de assen stabiel ten opzichte van elkaar blijven. Op een effen wegdek beloofde de uitvinder zelfs bij een snelheid van veertig kilometer per uur een ontspannen ritje zonder ongebruikelijke schokken. Wie dus denkt dat de vehikels van Kopczynski leuke hobbelattracties zouden zijn, komt van een koude kermis thuis.
De beweging met de semi-ronde wielen kan in feite niet meer rollen genoemd worden. Een vergelijking die wellicht verheldering brengt is die met het tijgeren van een soldaat – dus het voortslepen van het lichaam met de ellebogen. De wielen die met de afgeplatte kant het grondoppervlak raken, hebben op dat moment feitelijk enkel de taak om het gewicht te dragen, terwijl de wielen die met de punten in of op de grond zitten dienen om het voertuig af te zetten voor een nieuwe verplaatsing voorwaarts.
An sich lijkt dit helemaal niet zo’n verkeerde manier om jezelf voort te bewegen. In een tunnel zou je – als de wielen groot genoeg zijn en boven de bij het voertuig behorende cabine uitsteken – zelfs aan de bovenkant gebruik van de grip kunnen maken. Wat dat betreft zou je de verkeerde conclusie kunnen trekken dat daarom een ei juist ei- en niet bolvormig is.
Maar simpelweg lopen is welbeschouwd ook een vorm van jezelf verroeren met behulp van afzetting. En schaatsen is daar een iets efficiëntere variant van. Toch, om een beetje rendabel te kunnen schaatsen heb je dan wel weer minimaal ijs en een sponsor nodig, wat die slag van beweging wat lastig algemeen inzetbaar maakt. Sowieso is het ondenkbaar dat merken als Toyota of Ford ooit een auto zullen sponsoren. Dus na veel gedraai in de transportwereld komt men toch weer bij hetzelfde punt uit.
Want Kopczynski was niet de eerste of de enige die het wiel opnieuw uitvond, maar de lobby van rondewielmakers is blijkbaar altijd zo groot geweest dat we nog steeds aan die rare cirkelvorm vastzitten.