Ei-eigenschappen #7

Als het gesprek bij het thema architectuur belandt, ga ik altijd enigszins nogal op eieren lopen. Ik weet daar immers verbliksemd weinig van. Is de verwachting dat ik ook iets meld over de esthetiek van de bouwkunde aangekomen, dan zeg ik meestal iets als ‘Alle dissonantie is onbegrepen harmonie!’, in de hoop dat mijn conversatiepartners niet meteen doorhebben dat dat best een loze uitspraak is.
Bouwmateriaal laat ik dus in de regel beleefd aan de al dan niet kundige ordening van anderen over, maar onlangs leerde ik van oud-dorpsgenoot en architectonisch specialist Simon Braess iets aardigs over een bijzonder bouwtechnisch fenomeen, namelijk de koepel. Voorbeelden van koepels in bouwwerken zijn er voldoende. Wie Florence (Firenze) een beetje kent, weet dat vlakbij de Cattedrale di Santa Maria del Fiore (ook wel de Duome genoemd) in het huis van Rocco en Francesca Andolini prachtige lichtkoepels in de tuinkamer geplaatst zijn. De Duome zelf heeft trouwens ook een leuke koepel, en wel eentje die gemetseld is en daarom bouwkundig gezien interessanter dan die in huize Andolini.
Met vallen, opstaan en het sturen van vele facturen hebben aannemers door de eeuwen heen ontdekt dat een simpele halve bol als koepelvorm niet de ideale constructie is. Deze duwt namelijk de muren waarop hij rust uit elkaar; grote, zware koepels zullen zo onder hun eigen gewicht instorten. Een meer eivormige koepel verdeelt de krachten veel beter. (Dan hebben we het natuurlijk over spanningskrachten en buigkrachten en wat dies meer zij, die allemaal met behulp van onder andere de cijfers nul tot en met negen te berekenen zijn.) De vorm van (de bovenzijde van) een ei zorgt dat de koepel zijn gewicht omlaag drukt en niet naar buiten toe. Op die Dom van Florence, die ook zo’n ei is, kun je dus gewoon zitten; de kans dat je er vanaf valt, is echt oneindig keer groter dan de kans dat dat ding instort.
Een ei is inderdaad heel wat sterker dan je zou denken. Toegegeven, die Arnold Schwarzenegger kon in zijn goeie dagen een aantal kilootjes meer gewicht tillen dan waar een gemiddeld kippenei voor tekent, maar we moeten zo’n kuikencouveuse zeker niet onderschatten.
Kijk, van binnenuit is het blijkbaar een eitje om zo’n ding open te prikken, als je het juiste gereedschap bij je hebt in ieder geval. Als het die continu omvallende vogelbaby’s lukt, dan is er volgens mij niet echt vaardigheid of talent voor nodig. Maar van buitenaf een vers ei in de lengterichting tussen je handpalmen kapot drukken, dat is een heel ander verhaal. De krachten worden verdeeld over het geheel. Kwestie van absorptie, kan elke kip je vertellen. Dus met alleen wat druk aan de buitenkant barst zo’n schaal niet. Paniekerig je net gekochte eieren als laatste helemaal bovenop in je boodschappentas leggen is daarom absoluut niet nodig. Op een plateautje eieren zou je zelfs (voorzichtig) een krat bier kunnen zetten zonder iets van dat eten of die drank te verspillen. Ik heb zowaar ooit iemand op een traytje eieren zien staan, en er brak niets.
Maar je moet wel goed uitkijken met dit soort experimenten. Afgelopen week was ik bij Simon Braess thuis en na een krat bier probeerde hij op een gebakken ei te gaan staan. Hij wist zijn gasten hiermee prima te vermaken, maar hij gleed ook lelijk uit, en met zijn (inmiddels met kalk omhulde) verbrijzelde heup zal het nog wel een tijdje duren voor hij de Duome in Florence weer kan beklimmen.